Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 april 2024 in de zaak tussen
Stichting [naam 4] ,
C.V. [naam 5] ,
B.V. [naam 6] , tezamen eisers
Inleiding
25 augustus 2021 gebleven. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
“Bijzonder teleurgesteld heb ik het verkeersbesluit gelezen over de afsluiting van de [adres 1] de stad in. Teleurgesteld vanwege het ambtenaren apparaat geen tijd heeft om in te gaan op mijn mail van 7 juli en wel tijd heeft haar eigen standpunt door te drijven en het verkeersbesluit te nemen.”Op zitting is door de gemachtigde van eisers aangevoerd dat deze mail betrekking heeft op een ander verkeersbesluit van 25 augustus 2021, namelijk het besluit waarmee de Weteringschans werd aangemerkt als 30-kilometerbied. Gelet op de context acht de rechtbank dit echter niet aannemelijk aangezien in de mails van 7 juli 2021 en
6 september 2021 niet wordt gesproken over de [adres 2] . Op 10 september 2021 heeft de wethouder gereageerd op de e-mails van de bestuurder van de Stichting en aangegeven dat hij nog op de bezwaren van de Stichting zal reageren. De wethouder vermeldt niet dat het verkeersbesluit formeel al op 27 augustus 2021 is genomen. Hoewel deze communicatie met de wethouder als verwarrend kan worden beschouwd, doet dit niet af aan het feit dat de bestuurder van de Stichting naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval op 6 september 2021 op de hoogte was van het verkeersbesluit en op dat moment nog voldoende tijd had om (pro forma) bezwaar te maken via de geëigende weg. De rechtbank is daarom van oordeel dat voor wat betreft de Stichting er geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.