Uitspraak
1.De procedures
- een door Markloes en [gedaagde] gezamenlijk ingediende incidentele conclusie tot voeging en onbevoegdverklaring, tevens conclusie van antwoord, met bijlagen 1, 2, 3, 5, 6 en 7,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Amsterdam, zijn er twee incidenten aan de orde die voortkomen uit geschillen tussen de besloten vennootschappen [eiser 2] B.V., Markloes B.V. en [gedaagde] B.V. De eiser, [eiser 2], heeft in twee verschillende dagvaardingen vorderingen ingesteld tegen Markloes en [gedaagde] met betrekking tot de nakoming van een vaststellingsovereenkomst die op 28 februari 2023 is gesloten. Deze overeenkomst betrof de uittreding van [eiser 2] als aandeelhouder van [bedrijf] B.V., waarbij [eiser 2] zijn aandelen heeft verkocht aan Markloes en [gedaagde]. De eiser vordert van beide gedaagden een betaling van € 17.657,28, vermeerderd met rente en proceskosten.
Markloes en [gedaagde] hebben in beide zaken verweer gevoerd en verzocht om voeging van de zaken, alsook om onbevoegdverklaring van de kantonrechter, met het argument dat de vorderingen samen meer dan de competentiegrens van € 25.000 overschrijden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van verknochtheid tussen de zaken, waardoor voeging gerechtvaardigd is. De kantonrechter heeft echter ook geoordeeld dat de vorderingen tegen Markloes en [gedaagde] zelfstandig moeten worden beoordeeld, en dat de kantonrechter bevoegd blijft om deze zaken te behandelen.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaken worden gevoegd, dat de verzoeken tot onbevoegdverklaring worden afgewezen, en dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd. De zaken zullen verdergaan onder hun eigen rolnummers, met een roldatum voor beraad over de mondelinge behandeling op 12 april 2024.