ECLI:NL:RBAMS:2024:186

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
C/13/734422 / HA ZA 23-517
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van borg voor lening van vennootschap in faillissement

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Funding Circle Nederland B.V. en een gedaagde die zich als borg had gesteld voor een lening verstrekt aan Sauna Instituut Westenberg B.V. Funding Circle had een geldlening van € 55.000,00 verstrekt aan Sauna Westenberg, die in 2018 failliet ging. De gedaagde, die als enig aandeelhouder en bestuurder van Sauna Westenberg fungeerde, werd aangesproken voor de openstaande schuld van € 38.148,90, omdat hij zich borg had gesteld voor de verplichtingen van de vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde geen inhoudelijk verweer had gevoerd tegen de vorderingen van Funding Circle en dat zijn persoonlijke omstandigheden niet konden leiden tot afwijzing van de vorderingen. De rechtbank wees de gevorderde hoofdsom van € 37.648,90 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 maart 2023. Ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.156,49 werden toegewezen, evenals de proceskosten van € 4.671,86. De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/734422 / HA ZA 23-517
Vonnis van 17 januari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUNDING CIRCLE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. T. Mimpen te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. O.A. van Oorschot te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna Funding Circle en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 mei 2023, met producties,
  • de conclusie van antwoord, met producties,
  • het tussenvonnis van 16 augustus 2023 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 oktober 2023,
  • het B-formulier van de rol van 6 december 2023 waarin Funding Circle vonnis heeft gevraagd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Funding Circle exploiteert een online platform waar zij namens een of meer investeerders zakelijke kredieten aanbiedt aan bedrijven.
2.2.
[gedaagde] is enig aandeelhouder en bestuurder (geweest) van [bedrijf] B.V. (verder: [bedrijf] ).
2.3.
[bedrijf] was enig aandeelhouder en bestuurder van Sauna Instituut Westenberg B.V. (verder Sauna Westenberg).
2.4.
Op 21 november 2016 heeft Funding Circle een geldlening verstrekt aan Sauna Westenberg voor een bedrag van € 55.000,00 tegen een rente van 10,88%. De geldlening zou in 36 termijnen van € 1.797,50 (inclusief rente en kosten) worden afgelost. Inclusief rente en kosten bedraagt de totale betalingsverplichting van Sauna Westenberg een bedrag van (36 * € 1.797,50 =) € 64.710,00.
2.5.
In artikel 10 van de geldleningsovereenkomst is opgenomen dat Sauna Westenberg een boete van € 500,00 zal verbeuren indien Funding Circle de volledige openstaande geldlening voortijdig opeist.
2.6.
[gedaagde] heeft zich persoonlijk borg gesteld voor de verplichtingen van Sauna Westenberg jegens Funding Circle.
2.7.
In 2018 is Sauna Westenberg gefailleerd. Tot dat moment heeft zij 15 termijnen aflossing met rente aan Funding Circle betaald en daarnaast twee bedragen van € 132,98 en € 98,60.
2.8.
Funding Circle heeft bij brief van 18 juli 2018 Sauna Westenberg gesommeerd het resterende deel van de geldlening (in totaal een bedrag van € 35.950,23) binnen 14 dagen te betalen omdat zij haar betalingsverplichtingen jegens Funding Circle niet meer nakwam.
2.9.
Bij brief van 7 maart 2023 heeft Funding Circle [gedaagde] aangesproken tot betaling van € 38.148,90 omdat hij zich persoonlijk borg heeft gesteld voor de verplichtingen van Sauna Westenberg jegens Funding Circle.

3.Het geschil

3.1.
Funding Circle vordert veroordeling van [gedaagde] , bij vonnis uitvoerbaar voorraad, tot betaling van:
I. een bedrag van € 38.148,90, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek (BW), subsidiair uit artikel 6:119 BW, te berekenen over de niet (tijdig) betaalde maandtermijnen vanaf de vervaldatum van iedere betalingstermijn tot 2 augustus 2018, alsmede te berekenen over € 38.148,90 vanaf 2 augustus 2018 tot aan de dag van betaling;
II. een bedrag van € 1.156,49, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 2 augustus 2018 tot de dag van betaling, aan buitengerechtelijke kosten;
III. de proceskosten, inclusie de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van betaling.
3.2.
Funding Circle stelt daartoe – kort gezegd – dat [gedaagde] (als indirect bestuurder) zich borg heeft gesteld voor het aan Sauna Westenberg verleende krediet.
De hoofdsom is opgebouwd uit: € 34.132,49 aan openstaande hoofdsom uit de geldlening, de contractuele rente van € 3.516,41 en € 500,00 aan contractuele boete.
De gevorderde contractuele rente is als volgt berekend: Sauna Westenberg diende € 64.710,00 (geldlening, rente en kosten) in 36 gelijke termijnen terug te betalen aan Funding Circle. Daarvan heeft zij 15 termijnen van € 1.797,50 en eenmalig € 98,60 voldaan, in totaal € 27.061,10. Sauna Westenberg is dus nog een bedrag van (€ 64.710,00 minus € 27.061,10 =) € 37.648,90 verschuldigd, waarin een bedrag van € 3.516,41 aan contractuele rente zit.
De gevorderde incassokosten zijn berekend op basis van het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten.
De gevorderde vertragingsrente wordt gevorderd over (i) alle openstaande maandtermijnen tot 2 augustus 2018, (ii) over de hoofdsom die [gedaagde] sinds 2 augustus 2018 is verschuldigd, (iii) de buitengerechtelijke kosten vanaf 2 augustus 2018 en (iv) de proceskosten. De einddatum van de vertragingsrente voor de posten onder (ii), (iii) en (iv) is de dag van betaling, aldus steeds Funding Circle.
3.3.
[gedaagde] voert aan – kort gezegd – dat hij door persoonlijke omstandigheden niet in staat is om de schuld van Sauna Westenberg aan Funding Circle te voldoen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vorderingen van Funding Circle. De persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] kunnen niet leiden tot afwijzing van die vorderingen.
4.2.
[gedaagde] heeft de door Funding Circle in de dagvaarding gestelde bedragen niet betwist. Daarom wordt uitgegaan van juistheid van de stellingen van Funding Circle over de openstaande bedragen die Sauna Westenberg aan haar is verschuldigd uit hoofde van de geldleningsovereenkomst.
4.3.
Begrepen wordt dat de verplichting van Sauna Westenberg tot het betalen van aflossingen uit hoofde van de geldlening is ingegaan op 1 december 2016. De geldlening (vermeerderd met rente en kosten) zou dus volledig moeten zijn afgelost op 1 december 2019. Tot dan wordt over het geleende geld een contactuele rente van 10,88% in rekening gebracht.
4.4.
In de gevorderde hoofdsom (€ 38.148,90) is opgenomen de contractuele boete van € 500,00 omdat Sauna Westenberg haar betalingsverplichtingen niet is nagekomen. In deze procedure vordert Funding Circle echter de nakoming van de verbintenis waarop dat boetebeding is gericht (namelijk de betalingsverplichtingen van Sauna Westenberg, waarvoor [gedaagde] zich borg heeft gesteld) en betaling van die overeengekomen boete. Uit de wetsgeschiedenis van artikel 6:92 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) [1] volgt dat dit slechts kan als het boetebeding is overeengekomen als vertragingsvergoeding. Uit de tekst van de geldleningsovereenkomst van Funding Circle blijkt niet dat de boete is opgenomen voor de vertraging van een betaling door de geldlener. Funding Circle heeft hierover ook geen standpunt ingenomen. Onder deze omstandigheden wordt de gevorderde boete van € 500,00 dan ook afgewezen.
4.5.
De gevorderde hoofdsom bestaat verder uit een bedrag van € 37.648,90 aan niet afgeloste lening en rente over de volle looptijd van de lening. De gevorderde rente bedraagt € 3.516,41, aldus Funding Circle.
4.6.
Voor deze betalingsverplichtingen van Sauna Westenberg heeft [gedaagde] zich borg gesteld. Vast staat dat Sauna Westenberg die betalingsverlichtingen niet is nagekomen, en dat Funding Circle heeft getracht betaling door Sauna Westenberg te verkrijgen en tegelijkertijd [gedaagde] daarvan op de hoogte heeft gebracht. [gedaagde] kan daarom als borg worden aangesproken door Funding Circle (artikel 7:855 BW). Het hierboven genoemde gevorderde bedrag is dan ook jegens [gedaagde] toewijsbaar.
4.7.
De gevorderde vermeerdering met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW is niet toewijsbaar.
4.7.1.
Sauna Westenberg is die wettelijke (handels)rente niet verschuldigd omdat de geldleningsovereenkomst tussen haar en Funding Circle geen handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a BW is.
4.7.2.
[gedaagde] is die wettelijke (handels)rente niet verschuldigd omdat de borgstellingsovereenkomst tussen hem en Funding Circle geen handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a BW is.
4.8.
Funding Circle heeft gevorderd vermeerdering met wettelijke rente over iedere verschuldigde maandelijkse termijnbedrag tot 2 augustus 2018. Funding Circle heeft daarbij nagelaten concreet te maken vanaf welke dag Sauna Westenberg in verzuim is gekomen met de betaling van iedere verschuldigde maandtermijn. Deze gevorderde vermeerdering met de wettelijke rente wordt dan ook afgewezen.
4.9.
Voor zover Funding Circle heeft bedoeld dat Sauna Westenberg wettelijke rente is verschuldigd en dat [gedaagde] zich als borg tot betaling heeft verplicht, wordt dit standpunt eveneens afgewezen. Het ligt immers op de weg van Funding Circle om duidelijk en concreet te stellen over welk bedrag zij de wettelijke rente wenst te ontvangen als vertragingsrente. Dit heeft Funding Circle nagelaten voor de schuld van Sauna Westenberg waarvoor [gedaagde] zich borg heeft gesteld.
4.10.
Dit is anders voor de gevorderde vermeerdering met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over het door [gedaagde] te betalen bedrag als borg. Daarbij geldt dan dat die wettelijke rente ingaat op de datum waarop [gedaagde] in verzuim is gekomen met zijn betalingsverplichting jegens Funding Circle als borg van Sauna Westenberg. Funding Circle heeft slechts gewezen op de brief van 7 maart 2023 waarin [gedaagde] is gesommeerd de openstaande schuld van Sauna Westenberg aan haar binnen 14 dagen te voldoen. Daarom zal de vermeerdering met wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) worden toegewezen vanaf 22 maart 2023 tot de dag van voldoening.
4.11.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar omdat [gedaagde] de door Funding Circle gestelde incassowerkzaamheden niet heeft betwist en het gevorderde bedrag overeenkomstig het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten is. De vermeerdering met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW zal worden toegewezen vanaf 14 dagen na dit vonnis tot de dag van voldoening. Funding Circle heeft onvoldoende concreet gesteld dat [gedaagde] op 2 augustus 2018 in verzuim is gekomen met een betalingsverplichting van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
4.12.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten tot op heden worden aan de zijde van Funding Circle begroot op:
- explootkosten
129,86
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.532,00
- nakosten
173,00
(plus verhoging als vermeld in de beslissing)
Totaal
4.671,86
De gevorderde vermeerdering met wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) wordt toegewezen vanaf 14 dagen na dit vonnis.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Funding Circle van € 37.648,90 (zegge: zevenendertigduizend zeshonderdachtenveertig euro en negentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 22 maart 2023 tot de dag van voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Funding Circle van € 1.156,49 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van Funding Circle, tot op heden begroot op € 4,671,86; als [gedaagde] niet binnen 14 dagen na dit vonnis voldoet aan bovenstaande veroordeling en dit vonnis wordt betekend, dient hij aanvullend te voldoen aan Funding Circle de explootkosten van de betekening en een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de buitengerechtelijke incassokosten (zie 5.2) en de proceskosten (zie 5.3) vanaf 14 dagen na dit vonnis tot de dag van betaling,
5.5.
verklaart bovenstaande veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, bijgestaan door mr. R.E.R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.

Voetnoten

1.TM,