In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Funding Circle Nederland B.V. en een gedaagde die zich als borg had gesteld voor een lening verstrekt aan Sauna Instituut Westenberg B.V. Funding Circle had een geldlening van € 55.000,00 verstrekt aan Sauna Westenberg, die in 2018 failliet ging. De gedaagde, die als enig aandeelhouder en bestuurder van Sauna Westenberg fungeerde, werd aangesproken voor de openstaande schuld van € 38.148,90, omdat hij zich borg had gesteld voor de verplichtingen van de vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde geen inhoudelijk verweer had gevoerd tegen de vorderingen van Funding Circle en dat zijn persoonlijke omstandigheden niet konden leiden tot afwijzing van de vorderingen. De rechtbank wees de gevorderde hoofdsom van € 37.648,90 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 maart 2023. Ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.156,49 werden toegewezen, evenals de proceskosten van € 4.671,86. De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.