In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [handelsnaam]. De eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Dik van DAS Rechtsbijstand, vorderde schadevergoeding van [handelsnaam] wegens gebrekkige werkzaamheden aan zijn woning, specifiek in de badkamer waar lekkage was ontstaan. De eiser vorderde een bedrag van € 8.606,51 voor herstelkosten en € 1.687,95 voor expertisekosten. De gedaagde, [handelsnaam], betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat hij niet voldoende gelegenheid had gekregen om de gebreken te herstellen. De kantonrechter oordeelde echter dat [handelsnaam] voldoende gelegenheid had gekregen om de gebreken te verhelpen, maar hier niet adequaat op had gereageerd, waardoor hij in verzuim was. De kantonrechter wees de vordering van de eiser toe, inclusief de wettelijke rente vanaf 8 mei 2022, en de expertisekosten. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan de eiser, die in totaal € 1.323,42 bedroegen. De uitspraak werd gedaan op basis van de feiten en het juridische kader dat partijen aansprakelijk kan stellen voor schade bij niet-nakoming van afspraken. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.