Op 28 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Landshut in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Suriname in 1986, die wordt verdacht van oplichting, een strafbaar feit dat in Nederland op de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet staat vermeld. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 14 maart 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. S.J. Wirken, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Y. Mateo Diaz.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat zijn sociale re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden. De rechtbank heeft ook een garantie ontvangen van het Openbaar Ministerie in Landshut, waarin wordt bevestigd dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in Duitsland terug naar Nederland zal worden overgeleverd om zijn straf uit te zitten. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan Duitsland toe te staan voor het feit zoals omschreven in het EAB. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.