Beoordeling
5. [gedaagde] wordt niet gevolgd in zijn verweer dat hij geen contractspartij is. Omnius Juristen is in opdracht van [gedaagde] gestart met het verrichten van de door [gedaagde] gewenste juridische werkzaamheden. Dat op enig moment de voormalig werkgever van [gedaagde] te kennen heeft gegeven de opdracht te willen overnemen en diezelfde voormalig werkgever [gedaagde] tegemoet wilde komen in de juridische kosten, maakt dat niet anders.
6. Voordat wordt toegekomen aan de andere verweren, stelt de kantonrechter vast dat [gedaagde] is aan te merken als een consument, omdat hij niet heeft gehandeld in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf. In dat geval moet ambtshalve, dus ook als dat door partijen niet aan de orde is gesteld, worden getoetst aan het consumentenrecht. Hier in het bijzonder is de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (verder: de richtlijn) van belang.
7. Het kostenbeding (zie 1.2.) in de overeenkomst is een kernbeding. Kernbedingen worden in beginsel niet getoetst op oneerlijkheid in de zin van de richtlijn, behalve als ze niet transparant zijn. Beoordeeld moet daarom worden of het kostenbeding transparant is. In dit verband is het arrest van het Europees Hof van 12 januari 2023 (ECLI:EU:C:2023:14) relevant. In deze uitspraak heeft het Europees Hof zich uitgelaten over de vraag of een beding in een tussen een advocaat en een consument gesloten overeenkomst voor het verrichten van juridische diensten waarin, samengevat, de kosten uitsluitend worden vastgelegd op basis van het gehanteerde uurtarief, zonder verdere precisering, voldoet aan het vereiste dat bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd in de zin van artikel 4 lid 2 van de richtlijn. Het Europees Hof heeft geoordeeld dat alleen het noemen van een uurtarief de gemiddelde, normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende consument niet in staat stelt om alle financiële consequenties in te schatten die voor hem uit het beding voortvloeien, namelijk het totale bedrag dat hij voor de diensten zal moeten betalen (overweging 40). Verder heeft het Hof overwogen dat een advocaat de consument, vóórdat de overeenkomst wordt gesloten, informatie moet verstrekken die de consument in staat stelt om met de nodige voorzichtigheid zijn beslissing te nemen (overweging 43). Die informatie moet aanwijzingen bevatten die de consument in staat stellen bij benadering de totale kosten van die diensten te ramen, zoals een raming van het voorzienbare of minimale aantal uren dat nodig is om een bepaalde dienst te verlenen of een verbintenis om met redelijke tussenpozen tussentijdse facturen of verslagen te bezorgen waarin het aantal al gepresteerde werkuren wordt vermeld.
8. Allereerst kan worden vastgesteld dat Omnius Juristen het kernbeding, vóórdat de overeenkomst is gesloten, niet schriftelijk aan [gedaagde] heeft verstrekt. De opdrachtbevestiging die per e-mail is verstuurd, waarin het kernbeding is opgenomen, is immers een bevestiging van de al eerder telefonisch gesloten overeenkomst.
9. De kantonrechter is van oordeel dat de inhoud van het schriftelijke beding niet voldoet aan de vereisten van transparantie. Voor [gedaagde] is op geen enkele wijze in te schatten hoeveel uren door Omnius Juristen zullen worden besteed en welke andere kosten, waaronder die voor derden, Omnius Juristen zal maken. Hierdoor zijn de totale kosten niet in te schatten voor [gedaagde] en biedt het Omnius Juristen de mogelijkheid om onbeperkt uren aan de zaak te besteden en te declareren en kosten in rekening te brengen. Weliswaar heeft Omnius Juristen afgesproken tweewekelijks te factureren, maar in dat tijdsbestek kunnen de kosten al zo omvangrijk zijn, dat daarmee de transparantie onvoldoende wordt hersteld.
10. Dat het kostenbeding niet transparant is, leidt niet direct tot het oordeel dat het oneerlijk is, maar speelt daarbij wel in overwegende mate een rol. Niet is gebleken dat Omnius Juristen op andere wijze voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst informatie heeft verstrekt over de totale kosten. Zij heeft [gedaagde] evenmin duidelijk gemaakt wat de financiële gevolgen van de overeenkomst zouden zijn, dan wel andere maatregelen genomen om een overschrijding van kosten te voorkomen die het evenwicht tussen partijen zouden kunnen herstellen. Daarom wordt geoordeeld dat sprake is van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomsten voortvloeiende rechten en verplichtingen ten nadele van [gedaagde] . Het kostenbeding wordt dan ook als vermoedelijk oneerlijk aangemerkt.
11. Gevolg hiervan is dat het kostenbeding voor vernietiging in aanmerking komt. De kantonrechter is voornemens het kostenbeding ambtshalve te vernietigen vanwege het oneerlijke karakter. Vernietiging zal tot gevolg hebben dat het kostenbeding geacht wordt nooit te hebben bestaan. Omdat een overeenkomst van opdracht met een opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf op grond van het bepaalde in artikel 7:405 BW niet kan bestaan zonder loon, betekent dit dat de gehele overeenkomst vervalt.
12. Nu de overeenkomst al is uitgevoerd en schrapping van het beding en het niet voortbestaan van de overeenkomst daarom geen ernstige gevolgen heeft voor [gedaagde] , is op basis van rechtsoverweging 68 van voornoemd arrest geen grond voor toewijzing van enig bedrag aan Omnius Juristen en geen noodzaak tot het verhelpen van de nietigheid en het vervangen voor een bepaling van aanvullend recht of een bepaling waarover partijen het eens zijn. Uitgangspunt is dat [gedaagde] niet gehouden is enige vergoeding aan Omnius Juristen te voldoen, omdat hij moet worden gebracht in de situatie waarin hij had verkeerd indien het kostenbeding niet had bestaan.
13. Voordat tot vernietiging wordt overgegaan, worden partijen in de gelegenheid gesteld zich hierover uit te laten.
14. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.