Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Rzeszów(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
joint judgment of the Regional Court in Rzeszówvan 16 november 2012, met kenmerk II K 478/12.
the District Court in Rzeszówvan 13 maart 2015 (met kenmerk X K 1287/14). De opgeëiste persoon is op 11 februari 2015 opgeroepen voor deze procedure, en met die oproeping is een adresinstructie en de consequenties van het niet nakomen van zijn rechten en verplichtingen verstrekt.
the District Court in Rzeszówvan 13 maart 2015 (met kenmerk 1287/14) is de raadsman van mening dat de overlevering geweigerd dient te worden, omdat niet vastgesteld kan worden dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de zittingsdatum. Hij was niet bij de zitting aanwezig, is niet in persoon opgeroepen, en heeft geen hoger beroep ingesteld.
the Regional Court in Rzeszów(met kenmerk II K 478/12) heeft geleid, en dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW dus niet van toepassing is op die procedure.
the District Court of Rzeszówvan 13 maart 2015 (met kenmerk X K 1287/14) stelt de rechtbank vast dat hier sprake is van een proces waarbij de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan en evenmin een garantie als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW is verstrekt.
4.Slotsom
5.Toepasselijke wetsbepalingen
6.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Rzeszów(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.