ECLI:NL:RBAMS:2024:1621

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 maart 2024
Publicatiedatum
25 maart 2024
Zaaknummer
C/13/746871 / KG ZA 24-141
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over de kwalificatie van een Freelance Contract als arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], een jurist woonachtig in India, en de besloten vennootschap GOT International B.V. De eiseres vorderde onder andere betaling van achterstallig salaris en een verklaring voor recht dat het Freelance Contract dat zij met GOT had gesloten, kwalificeert als een arbeidsovereenkomst. De eiseres was eerder in dienst bij GPSP India, gelieerd aan GOT, maar had haar arbeidsovereenkomst om fiscale redenen omgezet naar een Freelance Contract. GOT weigerde echter de facturen van de eiseres te betalen, omdat zij van mening was dat de eiseres niet de afgesproken werkzaamheden had verricht. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 maart 2024 heeft de eiseres haar vorderingen toegelicht, terwijl GOT verweer voerde. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een gezagsverhouding, wat cruciaal is voor de kwalificatie als arbeidsovereenkomst. De rechter heeft de primaire vorderingen van de eiseres afgewezen, maar heeft GOT wel veroordeeld tot betaling van een voorschot van € 3.616,66 voor de daadwerkelijk gewerkte uren. De eiseres is in de proceskosten veroordeeld, terwijl de vordering tot schadevergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/746871 / KG ZA 24-141 EAM/MvG
Vonnis in kort geding van 19 maart 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] (India),
eiseres bij dagvaarding van 26 februari 2024,
advocaat mr. R.E. Verkerke te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOT INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M.J.S. Spanjersberg te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna [eiseres] en GOT worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 maart 2024 heeft [eiseres] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. GOT heeft verweer gevoerd mede aan de hand van een tevoren ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [eiseres] tevens spreekaantekeningen. Vonnis is bepaald op heden.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- [eiseres] (via een videobelverbinding) met mr. Verkerke;
- aan de zijde van GOT: mr. Spanjersberg.
1.3.
GOT heeft voor alle weren een incident tot zekerheidstelling van haar proceskosten in de zin van artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering opgeworpen. Ter zitting hebben partijen afgesproken dat [eiseres] voor een bedrag van € 3.000,00 zekerheid stelt, welk bedrag zij al op de derdenrekening van mr. Verkerke had overgemaakt. Daarop heeft GOT haar vordering in het incident ingetrokken.
2. De feiten
2.1.
GOT is een bedrijf dat zich bezig houdt met “employment solutions”. [eiseres] is jurist en woont in India.
2.2.
[eiseres] is op 1 juni 2023 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als Senior Legal Counsel in dienst getreden bij GPSP India, gevestigd in India en gelieerd aan GOT. Het salaris bedroeg € 7.500,00 per maand inclusief vakantiebijslag. In de arbeidsovereenkomst staat dat [eiseres] werkzaamheden zal verrichten voor of ten behoeve van Nova Status B.V., een cliënt van GPSP India. De opzegtermijn bedroeg 90 dagen. De leidinggevende van [eiseres] bij GPSP India was [naam] (hierna: [naam] ).
2.3.
Vanwege fiscale redenen is de arbeidsovereenkomst op verzoek van [eiseres] met wederzijds goedvinden per 1 oktober 2023 beëindigd. [eiseres] en GOT hebben vervolgens op 1 oktober 2023 een “Freelance Contract” gesloten op grond waarvan [eiseres] werkzaamheden is blijven verrichten voor of ten behoeve van Nova Status. Daarin staat dat [eiseres] “Legal Consulting & Ligitation Services” werkzaamheden zal verrichten, zij geen werknemer is maar een “Independent Contractor”, GOT aan [eiseres] € 400,00 per dag zal betalen met een maximum van 225 dagen per jaar, een opzegtermijn geldt van drie maanden, Nederlands recht van toepassing is en de rechtbank Amsterdam bevoegd is om van geschillen voortvloeiend uit het Freelance Contract kennis te nemen. Verder staat in het Freelance Contract dat [eiseres] op wekelijkse basis haar verrichte diensten moet registreren (worksheets) en dat geaccordeerde worksheets voor de betreffende maand met een factuur aan GOT moet worden gestuurd, waarna de factuur door GOT zal worden betaald. Verder staat in het Freelance Contract het volgende:

It will be the responsibility of (…) [naam] (…) to assign to the Independent Contractor (and supervise) the specific tasks to be carried out. In addition, the Independent Contractor shall perform such other dues and tasks, or changes to the Services, as may be agreed upon by the Parties.
2.4.
Op 19 oktober 2023 is er contact geweest tussen [eiseres] en [naam] over het registeren van haar werkzaamheden, omdat [eiseres] die niet had geregistreerd. [naam] heeft [eiseres] verzocht haar werkzaamheden dagelijks te registreren.
2.5.
[eiseres] heeft op 31 oktober 2023 een factuur gestuurd aan GOT. Op die factuur staat dat zij 17 dagen heeft gewerkt in oktober 2023 en zij daarvoor een bedrag van € 6.800 (17 x € 400,00) aan GOT in rekening brengt. GOT heeft deze factuur niet betaald, omdat bij de factuur geen worksheets waren meegestuurd door [eiseres] .
2.6.
[eiseres] heeft op 30 november 2023 een factuur gestuurd aan GOT. Op die factuur staat dat zij 21 dagen heeft gewerkt in november 2023 en zij daarvoor een bedrag van € 8.400,00 aan GOT in rekening brengt. Ook deze factuur is niet door GOT betaald, omdat bij de factuur geen worksheets waren meegestuurd door [eiseres] .
2.7.
Op 19 december 2023 heeft [eiseres] de worksheets van oktober en november 2023 aan GOT gestuurd. Daaruit blijkt dat [eiseres] nimmer acht uur op een dag heeft gewerkt, regelmatig minder dan twee uur op een dag en soms maar een paar minuten.
2.8.
Bij e-mail van 20 december 2023 heeft [eiseres] het volgende geschreven aan [naam] :

All activities for the day(s) were listed. If we are looking at to see if 8hrs were spent everyday, then no. This was the same situation when I was employed too. (…)”.
2.9.
Bij e-mail van 22 december 2023 heeft [naam] , voor zover van belang, het volgende geschreven aan [eiseres] :

Unfortunately, we will not be paying these invoices since you haven’t provided the services as agreed by freelance contract. Based on the time sheets (distinguishing between billable non billable time) you submitted, it has become – undisputedly – clear thatcumulativelyyou only have been working a few days per month, and instead you are invoicing each day regardless of the services you provided.
Can you please adjust, and then resubmit your invoices based on the correct (read: where 1x day represents 8 hours of actual work) amount of days, together - and in close alignment - with the now duly authorized timesheets, and I’ll make sure that you get paid?
(…)”.
2.10.
Bij e-mail van 22 december 2023 heeft [eiseres] die e-mail, voor zover van belang, als volgt beantwoord:

(…) The contract clearly states that I shall be paid 400 euro everyday. I have been working and available everyday as invoiced - it is not MY PROBLEM that you did not have enough work. BTW, the contract DOES NOT state how many HOURS I need to put in everyday, so your reason here is not valid.
(…)”.
2.11.
Bij e-mail van 22 december 2023 aan [eiseres] heeft [naam] namens GOT het Freelance Contract met onmiddellijke ingang opgezegd.
2.12.
Bij e-mail van 29 december 2023 van haar advocaat heeft [eiseres] zich bij GOT op het standpunt gesteld dat het Freelance Contract een arbeidsovereenkomst is en GOT deze bij gebrek aan toestemming van het UWV niet heeft kunnen opzeggen. [eiseres] heeft gemeld dat zij beschikbaar is voor werk. Verder heeft [eiseres] GOT gesommeerd om direct de facturen van oktober en november 2023 te betalen. GOT heeft de facturen niet betaald.
2.13.
Bij e-mail van eveneens 22 december 2023 van haar advocaat heeft [eiseres] aan GOT een factuur met urenstaat voor december 2023 voor een bedrag van € 8.000,00 (20 gewerkte dagen x € 400,00) gestuurd met het verzoek deze te betalen. GOT heeft deze factuur niet betaald.
2.14.
Op 30 januari 2024 heeft [eiseres] een verzoekschrift ingediend bij deze rechtbank. Daarin verzoekt zij, voor zover van belang, een verklaring voor recht dat het Freelance Contract kwalificeert als een arbeidsovereenkomst en vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst door GOT op 22 december 2023. In die procedure wordt op 17 april 2024 de mondelinge behandeling gehouden.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, samengevat:
primair GOT te veroordelen:
I. het achterstallig salaris van € 23.200,00, zijnde het totaal van de facturen over oktober, november en december 2023, bij wijze van voorschot aan [eiseres] te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
II. het salaris van [eiseres] van € 7.500,00 per maand vanaf januari 2024 te blijven betalen totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente,
III. [eiseres] toe te laten tot de bedongen arbeid en haar in staat te stellen haar werkzaamheden op de gebruikelijke manier te verrichten, op straffe van een dwangsom,
IV. [eiseres] toe te laten tot haar zakelijke e-mailaccount en de systemen van GOT, op straffe van een dwangsom,
V. tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten,
VI. in de proceskosten,
subsidiair, voor het geval wordt geoordeeld dat het Freelance Contract een overeenkomst van opdracht is, GOT te veroordelen:
I. aan [eiseres] te betalen, bij wijze van voorschot, een bedrag van € 23.200,00 voor haar werkzaamheden in oktober, november en december 2023, dan wel een bedrag in goede justitie te bepalen,
II. aan [eiseres] een schadevergoeding te betalen van € 22.500,00 wegens het niet in achtnemen van de contractuele opzegtermijn van drie maanden, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag bij wijze van voorschot,
III. in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] stelt hiertoe het volgende. De arbeidsovereenkomst is vanwege fiscale redenen omgezet naar het Freelance Contract, maar feitelijk is dit een arbeidsovereenkomst gebleven. De bedoeling van partijen speelt geen rol bij de kwalificatie. [eiseres] is exact dezelfde werkzaamheden blijven verrichten, namelijk werkzaamheden voor en ten behoeve van Nova Status. Het loon is gelijk gebleven. Het salaris van [eiseres] op grond van de arbeidsovereenkomst bedroeg € 90.000,00 per jaar en op grond van het Freelance Contract ook, 225 dagen keer € 400,00 maakt namelijk € 90.000,00. Op grond van beide overeenkomsten was [naam] de leidinggevende van [eiseres] . Hij bepaalde welke werkzaamheden [eiseres] moest verrichten en controleerde het werk van [eiseres] . Er was dus sprake van een gezagsverhouding. [eiseres] is vanuit India blijven werken. Ook de positie (inbedding van de functie) van [eiseres] binnen de organisatie van het GOT-concern is gelijk gebleven. [eiseres] heeft alleen voor GOT gewerkt, had geen andere opdrachtgevers en is voor haar inkomen volledig afhankelijk van GOT. Omdat sprake is van een arbeidsovereenkomst is de opzegging daarvan door GOT op 22 december 2023 bij gebreke van toestemming van het UWV niet rechtsgeldig. De arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat daarom nog. [eiseres] heeft zich beschikbaar gehouden voor de bedongen arbeid en heeft recht op het overeengekomen loon.
Voor zover wordt geoordeeld dat het Freelance Contract een overeenkomst van opdracht is, is GOT gehouden de facturen van [eiseres] te betalen. Afgesproken is dat [eiseres] een vergoeding toekomt van € 400,00 per werkdag en dat zij zich beschikbaar houdt om arbeid te verrichten. Partijen hebben niet afgesproken dat deze vergoeding pro rata wordt verminderd, als [eiseres] op een dag minder dan acht uur heeft gewerkt. Uit de urenstaten volgt op welke dagen [eiseres] heeft gewerkt. Het is de verantwoordelijkheid van GOT om [eiseres] van werk te voorzien. GOT heeft het Freelance Contract opgezegd zonder de opzegtermijn van drie maanden in acht te nemen. GOT is daarom gehouden een schadevergoeding aan [eiseres] te betalen.
3.3.
GOT heeft als volgt verweer gevoerd. [eiseres] heeft geen spoedeisend belang. De mondelinge behandeling in de bodemprocedure zal op 17 april 2024 worden gehouden. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht is van belang de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij de Haviltex-maatstaf als uitgangspunt geldt. De arbeidsovereenkomst is op verzoek van [eiseres] omgezet in een overeenkomst van opdracht. [eiseres] is jurist en mag in India en Engeland zelfs als advocaat optreden. Zij moet hebben geweten welke consequenties waren verbonden aan het omzetten van de arbeidsovereenkomst naar een overeenkomst van opdracht. Zij heeft er dus bewust voor gekozen om als zelfstandige aan de slag te gaan. Uit het LinkedIn-profiel van [eiseres] blijkt dat zij ook andere opdrachtgevers dan GOT heeft gehad. [eiseres] bepaalde zelf wanneer ze beschikbaar was om werkzaamheden te verrichten, zonder GOT daarover vooraf duidelijk te informeren. [eiseres] was niet ingebed in de organisatie van GOT. Zij werkte vanuit India en uit haar urenstaten blijkt dat zij maar een paar dagen per maand werkte voor GOT. [eiseres] heeft sommige dagen slechts een paar minuten gewerkt en heeft GOT proberen te bewegen tot het betalen voor acht hele uren. Dat [eiseres] toen zij nog fulltime werknemer was ook nooit acht uur per dag heeft gewerkt, is GOT pas op 20 december 2023 te weten gekomen. In het geval wordt geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst dan dient de opzegging van 22 december 2023 te worden aangemerkt als een ontslag op staande voet. Het vertrouwen van GOT in [eiseres] is sowieso onherstelbaar geschaad. Van GOT kan daarom niet worden verwacht [eiseres] nog werkzaamheden te laten verrichten.
Het is onbegrijpelijk dat [eiseres] meent recht te hebben op € 400,00 per dag, ook als zij niet acht uur heeft gewerkt. [eiseres] had moeten begrijpen dat zij hiervoor een volle dag, dat wil zeggen acht uur, moest werken. Uit de urenstaten blijkt dat [eiseres] soms zelfs maar enkele minuten op een dag heeft gewerkt en dan toch € 400,00 declareert. Uit de urenstaten over de periode oktober tot en met december 2023 die [eiseres] heeft overgelegd volgt dat zij nimmer acht uur per dag heeft gewerkt. [eiseres] heeft in oktober, november en december 2023 26 uur en 24 minuten, 28 uur en 31 minuten respectievelijk 17 uur en 25 minuten gewerkt. Uitgaande van € 400,00 per werkdag van acht uur, heeft [eiseres] recht op een uurloon van € 50,00. Over oktober 2023 heeft zij recht op € 1.320,00, over november 2023 op € 1.425,83 en over december 2023 op € 870,83. GOT heeft meerdere keren aan [eiseres] meegedeeld dat als zij haar facturen op deze wijze aanpast, GOT haar zal betalen. Het klopt niet dat GOT [eiseres] niet heeft voorzien van voldoende werk. GOT werkt met een zogeheten Zoho Desk, een CRM-systeem met tickets. Dat zijn taken die iemand kan claimen. [eiseres] diende zichzelf dus van werk te verschaffen en het was niet [naam] die [eiseres] werkzaamheden opdroeg. [eiseres] heeft ook nooit bij [naam] gemeld dat zij zonder werk zat. Vanwege de wijze waarop [eiseres] haar uren heeft gedeclareerd, heeft GOT het vertrouwen in haar verloren en heeft GOT de overeenkomst van opdracht per direct opgezegd. Van GOT kon redelijkerwijs niet worden verlangd de opzegtermijn in acht te nemen. [eiseres] maakt misbruik van procesrecht door deze procedure te starten. Dit rechtvaardigt een reële proceskostenveroordeling.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 7:610 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) is de arbeidsovereenkomst de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst zijn de woorden
“in dienst van”het meest onderscheidende criterium.
4.2.
Dit vereiste van
“in dienst van”wordt in de rechtspraak gelijkgesteld met de aanwezigheid van een gezagsverhouding. De vraag of sprake is van een gezagsverhouding is het cruciale punt bij het onderscheid met de overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW) en dus beslissend voor de vraag of er sprake is van een werknemer of van een ondernemer.
4.3.
In het zogenaamde Participatieplaats-arrest (ECLI:NL:HR:2020:1746) van 6 november 2020 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat voor de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst toetsing in twee fasen moet plaatsvinden. In de eerste fase moet aan de hand van de Haviltex-maatstaf worden vastgesteld welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen, waarna in de tweede fase kan worden beoordeeld of de overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst. Niet van belang is of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen.
4.4.
Ook de feitelijke uitvoering van de overeenkomst is van belang bij het vaststellen van de rechten en verplichtingen die partijen bij het aangaan van de overeenkomst voor ogen hadden.
4.5.
Samengevat en voor zover van belang hebben partijen in het Freelance Contract afgesproken dat [eiseres] tegen betaling werkzaamheden zal verrichten voor of ten behoeve van Nova Status, een cliënt van GOT, de werkzaamheden door [naam] aan [eiseres] worden toegewezen en [eiseres] vanuit India werkt. Verder is afgesproken dat [eiseres] maandelijks zou factureren aan GOT. Door GOT werd geen vakantietoeslag betaald en [eiseres] had geen recht op (doorbetaalde) vakantiedagen.
4.6.
In het Freelance Contract staat weliswaar dat [naam] de werkzaamheden aan [eiseres] toewijst, maar zij heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat op deze wijze feitelijk uitvoering is gegeven aan het Freelance Contract. [eiseres] heeft slechts in zijn algemeenheid gesteld dat sprake was van een gezagsverhouding omdat [naam] bepaalde welke werkzaamheden zij moest verrichten, maar heeft dit verder niet concreet en feitelijk onderbouwd.
4.7.
GOT heeft aangevoerd dat [eiseres] diende te werken met een zogenaamd ticketsysteem en dat [eiseres] op die manier werkzaamheden naar zich toe kon trekken. [eiseres] heeft deze stelling van GOT onvoldoende gemotiveerd weersproken. Uit de door [eiseres] in het geding gebrachte urenstaten over oktober, november en december 2023 volgt dat [eiseres] zeer regelmatig minder dan twee uur op een dag heeft gewerkt en soms zelfs maar een paar minuten op een dag. Verder blijkt uit deze urenstaten dat [eiseres] ongeveer 24 uur per maand heeft gewerkt. Dit komt neer op ongeveer drie werkdagen van acht uur per maand. Het aantal uur dat [eiseres] daadwerkelijk heeft gewerkt wijst voorshands niet op een gezagsverhouding, in die zin dat er toezicht werd gehouden op wanneer en hoeveel [eiseres] werkte en in dat kader instructies aan haar werden gegeven.
4.8.
Verder heeft GOT aangevoerd en onderbouwd met een screenshot dat op de LinkedIn-pagina van [eiseres] op 13 februari 2024 stond dat zij ook werkzaam was voor andere bedrijven, maar dat [eiseres] recent haar LinkinIn-pagina heeft aangepast. [eiseres] heeft deze stelling van GOT onvoldoende weersproken. Daarmee heeft GOT voorshands aannemelijk gemaakt dat [eiseres] de vrijheid had om voor anderen te werken en zij dat ook heeft gedaan. Naar het zich laat aanzien had [eiseres] daar ook voldoende tijd voor, omdat zij gemiddeld 3 werkdagen per maand voor GOT werkzaamheden verrichtte.
4.9.
De conclusie van bovenstaande is dat [eiseres] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van een gezagsverhouding in de relatie tussen [eiseres] en GOT, zodat voorshands het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet kan worden aangenomen en ervan wordt uitgegaan dat het Freelance Contract een overeenkomst van opdracht is.
4.10.
Bovenstaande betekent dat de primaire vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen.
4.11.
Voor de subsidiaire vordering is van belang welk loon partijen zijn overeengekomen. In het Freelance Contract staat: “
GOT shall pay the Independent Contractor Euro 400 per day.” Partijen verschillen van mening hoe deze bepaling moet worden uitgelegd.
4.12.
Voor de uitleg van de inhoud van een overeenkomst is niet (alleen) de tekst van belang, maar komt het (ook) aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan het overeengekomene mochten toekennen en op hetgeen zij op dat punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.13.
[eiseres] heeft de afspraak met GOT over het aan haar toekomende loon zo moeten begrijpen dat voor een loon van € 400,00 per dag ook daadwerkelijk een dag moet worden gewerkt. Uit de urenstaten van [eiseres] blijkt dat zij zeer regelmatig minder dan een uur op een dag heeft gewerkt en zelfs een keer op een dag maar 1 minuut niet-declarabel werk heeft verricht. [eiseres] kan en mag dan simpelweg niet verwachten dat zij dan recht heeft op het volledige bedrag van € 400,00 per dag.
4.14.
Uiteraard dient GOT [eiseres] wel te betalen voor de werkzaamheden die zij wel heeft verricht. Volgens GOT heeft [eiseres] over oktober 2023 recht op € 1.320,00, over november 2023 op € 1.425,83 en over december 2023 op € 870,83. Het totaal, te weten € 3.616,66, zal daarom bij wijze van voorschot op en ter nadere verrekening met hetgeen GOT ten grond zal blijken verschuldigd te zijn, worden toegewezen.
4.15.
De vordering van [eiseres] tot betaling van een schadevergoeding vanwege het niet in acht nemen van de opzegtermijn van drie maanden zal worden afgewezen. Gelet op de omstandigheden van het geval is het niet onaannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat GOT het Freelance Contract per direct mocht beëindigen.
4.16.
De door GOT gevorderde veroordeling van [eiseres] in de volledige proceskosten wordt afgewezen. Dat kan alleen bij misbruik van procesrecht, bijvoorbeeld bij het instellen van een vordering die evident ongegrond is. Dat is hier niet het geval.
4.17.
[eiseres] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van GOT worden begroot op:
- griffierecht € 2.889,00
- salaris advocaat € 1.107,00
- nakosten
€ 178,00 +
Totaal € 4.174,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt GOT tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 3.616,66 (drieduizend zeshonderdzestien Euro en zesenzestig cent),
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 4.174,00 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van betekening indien [eiseres] niet tijdig aan deze proceskostenveroordeling voldoet en dit vonnis moet worden betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf vijftien dagen na heden, tot aan de voldoening,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MvG