Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
stillsvan camerabeelden die in de woning zijn gemaakt ten tijde van de diefstal, hebben twee verbalisanten verdachte herkend. Brigadier [naam 4] heeft verklaard dat hij verdachte direct aan zijn gezicht herkende bij het zien van de afbeelding. [naam 4] is jarenlang werkzaam geweest in het gebied Bos en Lommerplein en kent verdachte al jaren. Hij kwam geregeld in beeld bij de oude jeugdgroep op het [naam 7] . [naam 4] heeft verdachte meermaals gecontroleerd en gemuteerd. Brigadier [naam 5] heeft verklaard dat hij verdachte herkende toen hij de afbeelding zag. In zijn tijd als interventiepleger bij het [naam 6] is hij de contactpersoon van verdachte geweest en in die hoedanigheid heeft hij meerdere gesprekken met verdachte gevoerd. Hij heeft verdachte herkend aan zijn langwerpige gezicht en de stand van zijn ogen.
4.Bewezenverklaring
bijlagevervatte bewijsmiddelen, waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn opgenomen, bewezen dat verdachte:
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Vorderingen benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte],daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer gelegdzal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
[naam 2]van:
[naam 3]van:
[naam 1]van:
[verdachte]van:
rechthebbendevan:
rechthebbendevan:
[naam 2]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 6.700,- (zesduizend zevenhonderd euro) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 oktober 2023) tot aan de dag van de voldoening.
aan de Staat€ 6.700,- (zesduizend zevenhonderd euro)
te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 oktober 2023) tot aan de dag van de voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 68 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[naam 1]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 25.141,33(vijfentwintigduizend honderd eenenveertig euro en drieëndertig euro cent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 oktober 2023) tot aan de dag van de voldoening.
aan de Staat€ 25.141,33 (vijfentwintigduizend honderd eenenveertig euro en drieëndertig euro cent)
te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 oktober 2023) tot aan de dag van de voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 160 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.