ECLI:NL:RBAMS:2024:1451

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
C/13/745616 / KG ZA 24-67
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot gebruik stemrecht op verpande aandelen in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 maart 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sarabel II B.V. en verschillende gedaagden, waaronder Nova Holding B.V. en haar dochtervennootschappen. Sarabel vorderde toestemming om gebruik te maken van het stemrecht op aandelen in Nova Holding, die zij als onderpand had verkregen via een pandrecht. De achtergrond van de zaak betreft een lening van € 10.015.600,- die Sarabel aan Nova Holding had verstrekt, waarbij Nova Holding haar informatieverplichtingen niet was nagekomen. Sarabel stelde dat deze schendingen aanleiding gaven om het stemrecht op de aandelen uit te oefenen en een bestuurswissel te bewerkstelligen. De rechtbank oordeelde dat Sarabel voldoende aannemelijk had gemaakt dat Nova Holding haar verplichtingen had geschonden en dat de vordering tot gebruik van het stemrecht toewijsbaar was. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Sarabel toe, inclusief de mogelijkheid om een algemene vergadering bijeen te roepen voor de benoeming van een nieuwe bestuurder. De rechtbank legde ook een dwangsom op voor het geval de gedaagden niet aan de veroordelingen zouden voldoen. De vorderingen in reconventie van de gedaagden werden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/745616 / KG ZA 24-67 VVV/MV
Vonnis in kort geding van 18 maart 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SARABEL II B.V.,
gevestigd te Delfzijl,
eiseres in conventie bij dagvaarding van 19 februari 2024,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.P.C. Interfurth te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOVA HOLDING B.V.,
gevestigd te Groningen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NIVAAS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALPHABETA B.V.,
gevestigd te Groningen,
4.
[gedaagde 4],
wonende te [woonplaats 1] ,
5.
[gedaagde 5],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. Chr. Groenewoud te Rotterdam.
Partijen zullen hierna ook Sarabel, Nova Holding, Nivaas, AlphaBeta, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 28 februari 2024 heeft Sarabel de dagvaarding toegelicht. Gedaagden hebben mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd. Ook hebben zij een vordering in reconventie ingesteld die door Sarabel is bestreden.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
aan de zijde van Sarabel: [naam 1] , bestuurder, met mr. Interfurth en zijn kantoorgenoten mr. J. Baukema en mr. J. Leedekerken;
aan de zijde van gedaagden: [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en [naam 2] , extern adviseur, met mr. Groenewoud en zijn kantoorgenoot mr. C.J.M. Verheggen.
Verder was aanwezig [naam 3] .
Na verder debat is de zaak pro forma aangehouden zodat partijen konden overleggen over een minnelijke regeling. Bij e-mail van 2 maart 2024 van mr. Interfurth is vonnis gevraagd. Vonnis is bepaald op 18 maart 2024.

2.De feiten

2.1.
Sarabel (en de groep waarvan zij onderdeel uitmaakt) richt zich op het verstrekken van groeikapitaal aan ondernemingen.
2.2.
De activiteiten van Nova Holding en haar (indirecte) 100%-dochtervennootschappen bestaan onder meer uit het uitvoeren van incassotrajecten en het bijstaan van cliënten in incassoprocedures. De dochtervennootschappen van Nova Holding zijn Nova Incasso B.V., Nova Legal B.V., Nova Technology B.V., Credit Care B.V. en Credit Care Factoring B.V.
2.3.
[gedaagde 4] en [gedaagde 5] vormen het bestuur van Nova Holding. Via hun persoonlijke holdingvennootschappen (Nivaas en AlphaBeta) houden zij ieder 50% van de aandelen in Nova Holding.
2.4.
Op 27 oktober 2022 is een
letter of intent(LoI) gesloten met betrekking tot de verkoop van 49% van de aandelen in Nova Holding tussen Nivaas en AlphaBeta als verkopers en Sarman B.V. (een aan Sarabel gelieerde partij, hierna Sarman) als koper.
2.5.
Op 2 december 2022 heeft Sarabel met Nova Holding (en met de dochtervennootschappen als hoofdelijk medeschuldenaren) een
convertible loan agreementgesloten op grond waarvan Sarabel het bedrag van € 10.015.600,- heeft uitgeleend aan Nova Holding (hierna de leningsovereenkomst). In artikel 10.19 van de leningsovereenkomst is een verplichting opgenomen voor Nova Holding om op eerste verzoek elke rechtshandeling te verrichten die in de ogen van Sarabel redelijkerwijs noodzakelijk is om haar rechten veilig te stellen. In artikel 11 is – kort gezegd – opgenomen dat Nova Holding alle informatie over haar financiële positie aan Sarabel dient te verschaffen.
2.6.
Eveneens op 2 december 2022 is een
share sale and purchase agreement(hierna de SPA) gesloten met betrekking tot de aandelen in Nova Holding tussen Nivaas en AlphaBeta als verkopers en Saranova B.V. (hierna Saranova), een 100%-dochtermaatschappij van Sarabel, als koper. De overeengekomen koopprijs voor de aandelen bedroeg € 49.474.943,- als
enterprise valuewaarop verhogingen en verlagingen toegepast zouden worden. De daadwerkelijke aandelenoverdracht (
completion)diende, aldus de SPA, plaats te vinden op uiterlijk 31 maart 2023.
2.7.
In de leningsovereenkomst is overeengekomen dat het bedrag van de lening bij
completionzou worden omgezet in aandelen voor Saranova in Nova Holding. Het bedrag van € 10.015.600,- diende dus
de factoals vooruitbetaling op de koopprijs onder de SPA. In de leningsovereenkomst en in de SPA is eveneens overeengekomen dat als
completionniet of niet tijdig doorgang vindt, of als zich een andere opeisingsgrond voordoet, de lening volledig opeisbaar is en direct moet worden terugbetaald.
2.8.
Op 8 december 2022 is een
omnibus deed of pledge(hierna omnibus pandakte) gesloten waarin Nova Holding en haar dochtermaatschappijen een stil pandrecht op haar handelsvorderingen, een openbaar pandrecht op intra-groepsvorderingen en een bezitloos pandrecht op roerende zaken aan Sarabel verstrekken. Ook in de artikelen 6.2 en 8.1.8 van de omnibus pandakte en in
Schedule 1bij deze akte zijn informatieverplichtingen voor Nova Holding opgenomen.
2.9.
Op 8 december 2022 hebben [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zich jegens Sarabel borg gesteld voor een bedrag dat gelijk staat aan de lening, te vermeerderen met rente en kosten.
2.10.
Op 9 december 2022 is een
deed of pledge of shares(hierna akte aandelenverpanding) gesloten waarin Nivaas en AlphaBeta aan Sarabel een pandrecht verstrekken op hun aandelen in Nova Holding.
2.11.
In een addendum bij de leningsovereenkomst en de SPA van 31 maart 2023 is opgenomen dat de
completionuiterlijk op 30 juni 2023 moet plaatsvinden.
2.12.
Bij brief van 17 april 2023 heeft Sarabel de lening opgeëist per 19 april 2023 onder meer omdat Nova Holding en haar dochtermaatschappijen de informatieverplichtingen die zijn opgenomen in de leningsovereenkomst en de SPA niet zijn nagekomen.
2.13.
Op 25 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank Sarabel verlof verleend tot het leggen van conservatoir (derden)beslag ten laste van Nova Holding, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] . De vordering waarvoor beslag is gelegd ziet op terugbetaling van de lening. Op 26 mei 2023 zijn de beslagen gelegd. De beslagen op bankrekeningen hebben nagenoeg geen doel getroffen.
2.14.
Bij dagvaarding van 9 juni 2023 heeft Sarabel bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig gemaakt tegen Nova Holding en haar dochtermaatschappijen waarin zijn onder meer terugbetaling vordert van het bedrag van € 10.015.600,-.
2.15.
Bij brief van 30 juni 2023 heeft Saranova de SPA beëindigd – kort gezegd – omdat Nova Holding haar informatieverplichtingen heeft geschonden.
2.16.
Bij brief van 14 juli 2023 heeft Sarabel aan Nova Holding haar overweging kenbaar gemaakt om op grond van de akte aandelenverpanding de stemrechten op de aandelen in Nova Holding aan Sarabel te doen toekomen en daarna, onder andere, een Sarabel conveniërend bestuur in Nova Holding te benoemen.
2.17.
Op 3 oktober 2023 heeft Nova Holding een conclusie van antwoord (met producties) ingediend in de onder 2.14 genoemde bodemprocedure.
2.18.
In een incident in deze bodemprocedure heeft Nova Holding opheffing van de conservatoire beslagen gevorderd. Bij tussenvonnis van deze rechtbank van
13 december 2023 is deze vordering afgewezen. In r.o. 4.8 van dat vonnis is onder meer het volgende overwogen:
De rechtbank stelt vast dat Nova Holding c.s. niet betoogt dat de vordering in de hoofdzaak summierlijk ondeugdelijk is.Over de feiten bestaat thans nog teveel onduidelijkheid om te kunnen concluderen dat de beslagen onnodig zijn. Als in de hoofdzaak komt vast te staan dat Nova Holding c.s. tekort is geschoten in haar informatieverplichtingen die alle zien op de waardering van haar onderneming, staat ook vast dat de waarde en toereikendheid van de zekerheden die Sarabel II heeft onzeker is. De door Sarabel II na beslaglegging ontdekte bankrekeningen die niet staan in de Omnibus Pandakte en andere door haar gestelde ontdekkingen, zoals de oprichting van vennootschappen in andere landen zonder dat zij daarvan wist, kunnen op zijn minst bijdragen aan vrees van Sarabel II voor verduistering.De bij de beoordeling voorts te maken afweging van de betrokken belangen leidt evenmin tot de conclusie dat de beslagen moeten worden opgeheven. Nova Holding c.s. heeft niet gesteld dat zij belang heeft bij opheffing, Sarabel II heeft haar belang bij handhaving van de beslagen wel gesteld en toegelicht.Gelet op het eigenlijke geschilpunt, of de Nova-groep heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen met betrekking tot de waardering van haar onderneming, waar de waarde van de zekerheden sterk mee samenhangt, kan niet worden volgehouden dat Sarabel II de voorzieningenrechter zo heeft voorgelicht dat de beslagen vexatoir zijn.
2.19.
Bij brief van 5 januari 2024 heeft Sarabel aan Nivaas, AlphaBeta en Nova Holding een
voting rights noticegestuurd waarin Sarabel heeft gesteld dat het stemrecht op de verpande aandelen naar haar is overgegaan.
2.20.
Als productie 35 heeft Sarabel een conceptbesluit in het geding gebracht waarin is opgenomen dat zij [gedaagde 4] en [gedaagde 5] als bestuurders van Nova Holding ontslaat en [naam 3] ( [naam 3] ) als statutair bestuurder benoemt.
2.21.
Bij e-mail van 9 januari 2024 heeft de advocaat van Nova Holding betwist dat het stemrecht is overgegaan, onder meer omdat geen sprake zou zijn van een opeisingsgrond.
2.22.
Eveneens bij e-mail van 9 januari 2024 heeft de advocaat van Nova Holding [naam 3] op voorhand aansprakelijk gesteld.

3.Het geschil in conventie

3.1.
Sarabel vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. gedaagden te veroordelen onmiddellijk nadat dit vonnis is gewezen alle medewerking te verlenen aan, en niets te doen of na te laten dat in de weg staat aan de gebruikmaking door Sarabel van het stemrecht in Nova Holding om het als productie 35 overgelegde concept-aandeelhoudersbesluit buiten vergadering te nemen en uit te voeren, althans op de kortst mogelijke termijn een algemene vergadering bijeen te roepen waarin het ontslag van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] en de benoeming van [naam 3] ter stemming worden gebracht, althans zo’n veroordeling die de voorzieningenrechter geraden acht;
2. Nova Holding, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] te veroordelen vanaf het moment van de benoeming van [naam 3] als statutair bestuurder alle medewerking te verlenen aan, en niets te doen of na te laten dat in de weg staat aan de uitoefening van de bestuursbevoegdheden van [naam 3] als statutair bestuurder van Nova Holding, met uitsluiting van de ontslagen [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zelf, waaronder het verstrekken aan hemzelf en door hem aangewezen personen van toegang tot de volledige onderneming en ieder van haar locaties; exclusieve toegang tot de volledige administratie (boeken, bescheiden en andere gegevensdragers) van Nova Holding als ook tot alle bankrekeningen en tot al het personeel; alle adviseurs en alle zakelijke contacten; als ook al het voorgaande ten aanzien van de dochtervennootschappen waarin Nova Holding op haar beurt statutair bestuurder is, althans zo’n veroordeling die de voorzieningenrechter geraden acht;
3. te bepalen dat gedaagden een dwangsom verbeuren van € 250.000,- per dag, tot een maximum van € 2.000.000,-, voor iedere dag dat zij in strijd handelen met het onder 1 en 2 gevorderde;
4. te bepalen dat indien gedaagden niet binnen vier dagen hebben voldaan aan de vordering onder 1 dit vonnis in de plaats treedt van elke te verrichten rechts- of andere handeling om het ontslag van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] en de benoeming van [naam 3] te realiseren; en
5. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Sarabel stelt hiertoe – kort gezegd – dat zij de lening rechtsgeldig heeft opgeëist, dat die lening niet is terugbetaald en dat Nova Holding de uitwinning van de zekerheidsrechten van Sarabel frustreert, met name het aan Sarabel toekomende stemrecht op de aan haar verpande aandelen in Nova Holding (het belangrijkste onderpand van Sarabel). Sarabel heeft geen vertrouwen meer in het huidige bestuur en ziet zich genoodzaakt een deskundig bestuurder met een bewezen staat van dienst te benoemen ( [naam 3] ). Er is sprake van voortdurende tekortkomingen van gedaagden. Onderdeel van de gemaakte afspraken in de leningsovereenkomst en het addendum is dat Sarabel recht heeft op informatie. Ook in de omnibus pandakte zijn de gebruikelijke (informatie)verplichtingen overeengekomen. De aandelenoverdracht op grond van de SPA was voorwaardelijk, in afwachting van een boekenonderzoek. Omdat gedaagden hun informatieverplichtingen niet nakwamen is de opschortende voorwaarde in de SPA niet vervuld, waarna de SPA is beëindigd. De lening moet dus hoe dan ook worden terugbetaald. Sarabel heeft een groot en spoedeisend belang bij haar vorderingen. Er is een lening van meer dan 10 miljoen euro verstrekt en op dit moment is totaal onduidelijk waar dit geld is gebleven. Wel is duidelijk dat dit geld niet meer beschikbaar is om terug te betalen aan Sarabel. Het geld is niet aangetroffen op de bankrekeningen waarop het conservatoir derdenbeslag is gelegd. Gedaagden zeggen weliswaar dat hun financiële positie rooskleurig is, maar verdere openheid van zaken geven zij niet.
3.3.
Nova Holding heeft – kort gezegd – het volgende verweer gevoerd. Omdat de UBO van Sarabel vaak negatief in het nieuws is gekomen, heeft hij besloten zich geheel uit Nederland terug te trekken. Sarabel en Saranova zijn daarom op basis van valse voorwendselen gaan aansturen op een ontbinding van de SPA. Dit kan echter alleen (gezien artikel 4.1 van de SPA) indien zich tussen december 2022 en het moment van overdracht van de aandelen wijzigingen in de financiële situatie van Nova Holding zouden hebben voorgedaan die een
material negative financial impacthebben. Daarvan is geen sprake. Bovendien heeft Nova Holding wel steeds aan al haar informatieverplichtingen voldaan. Al had zij dit niet gedaan, dan was dit geen grond voor ontbinding van de SPA en opeising van de lening, zolang maar geen sprake was van een
material negative financial impact. Na ondertekening van de SPA en de leningsovereenkomst kon nakoming daarvan niet meer afhankelijk zijn van een onderzoek naar de cijfers van Nova Holding van vóór december 2022. Naar de mening van Nova Holding is de SPA dan ook ten onrechte ontbonden. Onder voorbehoud van rechten is Nova Holding echter op zoek gegaan naar een alternatieve investeerder. Die is bijna gevonden en dan kan de lening aan Sarabel worden terugbetaald. Voor het geval dit niet rond komt, is Nova Holding in gesprek met haar huisbankier Rabobank, die heeft laten weten in beginsel een financiering te willen verstrekken van 12 miljoen euro. Op basis van de cijfers tot en met 2023 (opgesteld door Deloitte), die veel beter bleken te zijn dan verwacht, gaat Nova Holding ervan uit dat Rabobank de financiering zal verstrekken. Sarabel is hiervan op de hoogte; zij heeft om die reden geen spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen. Dit kort geding komt net te vroeg; Sarabel moet nog een korte tijd geduld hebben.
3.4.
Over de informatieverplichting heeft Nova Holding verder nog aangevoerd dat zij daarin zeer terughoudend is en dat ook wil blijven, dit mede gelet op de agressieve houding van Sarabel die spijkers op laag water zoekt. Indien de debiteuren van Nova Holding worden aangeschreven tot voldoening van de verpande vorderingen aan Sarabel, zou dat een vergaande inbreuk opleveren op de belangen van Nova Holding. In redelijkheid kan van Nova Holding niet worden verwacht dat zij volledig open kaart speelt. Op grond van de omnibus pandakte is geen sprake van een
default. De (rechts)vraag of sprake is van een
defaultligt overigens voor in de bodemprocedure en tot de uitkomst daarvan wil Nova Holding koste wat kost voorkomen dat haar debiteuren worden aangeschreven. Ook kan geen sprake zijn van uitoefening van het stemrecht door Sarabel op de aandelen, zolang niet vaststaat dat Nova Holding in
defaultverkeert. Het vervangen van het bestuur zou op dit moment grote nadelige gevolgen hebben voor de gesprekken met de beoogde investeerders en ook personeelsleden hebben aangekondigd dan te zullen vertrekken. Daar komt bij dat [naam 3] niet onafhankelijk is maar adviseur van Sarabel. Hij zal primair het belang van Sarabel najagen tot terugbetaling van de lening. Bovendien beschikt hij niet over de benodigde technische kennis.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
Gedaagden vorderen bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1.
primairSarabel te verbieden om (i) gebruik te maken van de voorwaardelijk aan haar toegekende stemrechten op de aandelen in Nova Holding en (ii) over te gaan tot de executie en/of het openbaar maken van haar pandrechten, totdat in de bodemprocedure is beslist dat Nova Holding de geldlening aan Sarabel moet terugbetalen, op straffe van een dwangsom van € 1.000.000,- per overtreding, met een maximum van € 50.000.000,-;
2.
subsidiairbij wijze van voorlopige voorziening te oordelen dat op grond van artikel 2:342 BW het stemrecht op de aandelen in het kapitaal van Nova Holding toekomt aan Nivaas en AlphaBeta en dat Sarabel niet langer gebruik mag maken van dit stemrecht, althans het stemrecht van Sarabel uit te sluiten, gedurende een door de voorzieningenrechter vast te stellen termijn waarbinnen Nivaas en AlphaBeta een bodemprocedure aanhangig moeten maken;
3.
meer subsidiairSarabel te verbieden op grond van haar voorwaardelijk stemrecht aandeelhoudersbesluiten in stemming te brengen tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van Nova Holding en/of in te stemmen met besluiten om nieuwe bestuurders aan te stellen, het huidige bestuur te ontslaan of om besluiten te nemen die feitelijk op deze wijze uit zullen werken, op straffe van een dwangsom van € 1.000.000,- per overtreding, met een maximum van € 50.000.000,-;
4. Sarabel te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
Sarabel heeft verweer gevoerd.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
Uitgangspunt is dat Sarabel (en Saranova) expliciet te kennen hebben gegeven niet meer door te willen gaan met Nova Holding en dat “
de eerlijkheid gebiedt te zeggen” dat Nova Holding dat in beginsel ook niet meer wil (zie punt 4 van de pleitnota van Nova Holding). Er is, aldus Nova Holding, te veel gebeurd en te weinig vertrouwen. Nova Holding is om die reden op zoek gegaan naar andere financiers. Het geleende bedrag van € 10.015.600,- moet dus hoe dan ook worden terugbetaald, maar Sarabel wordt, naar eigen zeggen, aan het lijntje gehouden. In dit kort geding ligt de vraag voor of Sarabel, in afwachting van de uitkomst van de door haar aangespannen bodemprocedure, die gaat over terugbetaling van het geleende bedrag, haar pandrecht op de aandelen in Nova Holding mag uitoefenen, met als uiteindelijk doel het bewerkstelligen van een bestuurswissel bij Nova Holding.
5.2.
Nova Holding heeft het (formele) verweer gevoerd dat artikel 8 lid 2 van de statuten van Nova Holding bepaalt dat het stemrecht op de aandelen enkel op de pandhouder kan overgaan als dit bij de vestiging van het pandrecht of nadien is bepaald én als deze bepaling is goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders. In dit geval is geen besluit door de algemene vergadering genomen over de bepaling in de pandakte dat het stemrecht over kan gaan op Sarabel. Het stemrecht kan dus simpelweg niet aan Sarabel toekomen, omdat zij de statutaire procedure heeft veronachtzaamd, dit alles aldus Nova Holding.
5.3.
Artikel 4.1 van de akte aandelenverpanding bepaalt dat de stemrechten op de aandelen aan de pandhouder kunnen toekomen bij het in vervulling gaan van een tweetal in dat artikel genoemde opschortende voorwaarden. Sarabel heeft voorshands terecht aangevoerd dat de aandeelhouders in Nova Holding in artikel 4.5 van de akte aandelenverpanding (een notariële akte) uitdrukkelijk het besluit (buiten vergadering) tot goedkeuring van de overgang hebben genomen. In artikel 4.5 staat immers “
each Pledgor hereby resolves (…) in advance, to approve the transfer of Voting Rights”. Het formele verweer van Nova Holding zal dan ook worden verworpen.
5.4.
In artikel 3 onder vii van de LoI is opgenomen:
Sarman zal een Financial Due Diligence & Taks Due Diligence (Ernst & Young) uitvoeren. Sarman zal de Due Diligence binnen 3 weken na het openen van de complete dataroom afronden.In de considerans onder E van de SPA is het volgende opgenomen:
Sellers will make available information concerning the Shares, the Group Companies and the business through various means. Purchaser – with the assistance of advisors – will be allowed access to review such information for the purposes of a financial and tax due diligence investigation to be performed by EY up to the Completion Date (Due Diligence Investigation).In artikel 4.1 van de SPA is de opschortende voorwaarde opgenomen dat uit het Due Diligence onderzoek (hierna DD) geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die een
material negative financial impact on the business, assets, financial condition, operations or prospects of the Grouphebben.
De SPA is dus onder de opschortende voorwaarde aangegaan dat eerst een DD diende plaats te vinden zonder dat daaruit materiële negatieve bevindingen voortkwamen. Sarabel had op grond van artikel 4.1 van de SPA het recht zich op de opschortende voorwaarde te beroepen of daar afstand van te doen. Bij gebreke van vervulling of afstand van de voorwaarde op 31 maart 2023 had ieder van partijen het recht de SPA te beëindigen, aldus artikel 4.3 van de SPA. Toen duidelijk werd dat deze datum niet zou worden gehaald, is deze datum in het addendum bij de SPA en de leningsovereenkomst getekend op of omstreeks 31 maart 2023 opgeschoven naar 30 juni 2023.
5.5.
Daarnaast is in artikel 3 van het addendum een aantal aanvullende informatieverplichtingen voor Nova Holding opgenomen. Uit een bijlage bij het addendum volgt dat Nova Holding tot en met 21 mei 2023 informatie moest aanleveren en dat het DD in de periode van 22 mei 2023 tot en met uiterlijk 30 juni 2023 verricht zou worden. De bijlage verplicht onder andere tot het aanleveren van een Deloitte rapport over een oplossing van interne processen en IT-systemen voor de financiële controle om de jaarrekeningen 2021 en 2022 te kunnen opstellen en vaststellen. Verder is in het addendum opgenomen dat een schending van een informatieverplichting uit het addendum gelijk staat aan de schending van de informatieverplichting van artikel 11 van de leningsovereenkomst. In artikel 12 van de leningsovereenkomst is – kort gezegd – bepaald dat elke niet nakoming van de informatieverplichting (die niet tijdig wordt hersteld) een grond vormt voor opeising van de lening. Kort gezegd komt het erop neer dat iedere schending van de informatieverplichting als een grond geldt voor opeising van de lening en dat Saranova in dat geval eveneens de bevoegdheid toekomt tot beëindiging van de SPA (zogeheten
cross default). Schending van de informatieverplichting geldt onder de akte aandelenverpanding eveneens als
event of default.
5.6.
Vanaf punt 54 van de dagvaarding beschrijft Sarabel dat sprake is van meerdere opeisingsgronden als gevolg van tekortkomingen van Nova Holding in haar informatieverplichting. Er is, aldus Sarabel, in ieder geval sprake van drie opeisingsgronden per 19 april 2023 en van een aantal opeisingsgronden van na die datum. Dat hiervan sprake is, is niet in voldoende mate weersproken door Nova Holding. In haar conclusie van antwoord heeft Nova Holding de informatieverzoeken van Sarabel afgedaan als “spijkers op laag water zoeken”. Aan de ene kant zegt zij dat zij alle informatie heeft verstrekt, aan de andere kant zegt zij dat zij terughoudend is met het verstrekken van informatie en dat ook wil blijven. In haar conclusie van antwoord heeft zij in ieder geval niet opgenomen welke informatie zij wanneer zou hebben verstrekt. Zij voert slechts aan dat de opschortende voorwaarde van artikel 4.1 van de SPA is vervuld, zonder duidelijk te maken hoe en wanneer het DD is afgerond. Hierbij is van belang dat zij een onjuiste uitleg geeft aan de periode die het DD zou mogen bestrijken, namelijk vanaf het sluiten van de LoI tot het sluiten van de SPA. Die beperking volgt in ieder geval niet uit considerans E van de SPA of artikel 4 daarvan. Die beperking past ook niet bij de verplichtingen die Nova Holding heeft aanvaard onder het Addendum die ertoe strekten de opstelling van jaarrekeningen 2021 en 2022 mogelijk te maken. Nova Holding is daarnaast ten onrechte van mening dat de vraag of aan de opschortende voorwaarde is voldaan alleen in de bodemprocedure kan worden beantwoord. In dit kort geding heeft zij verwezen naar haar conclusie van antwoord in de bodemprocedure en naar de producties bij die conclusie van antwoord. Die producties – waaruit volgens Nova Holding zou moeten blijken dat zij wél aan haar informatieverplichting heeft voldaan – zijn in dit kort geding niet ingebracht. Wat hiervan zij, de
longstop datevan 30 juni 2023 is verstreken, als gevolg waarvan opeising van de lening (en beëindiging van de SPA) een gegeven is. Tot slot is in dit kader van belang dat Sarabel op de mondelinge behandeling van dit kort geding nog heeft gewezen op twee schendingen van Nova Holding van haar verplichtingen onder de omnibus pandakte (namelijk het aanhouden van bankrekeningen die niet in die akte staan vermeld en het weigeren van het verstrekken van een lijst van debiteuren), waarover Sarabel nimmer een inhoudelijke reactie van Nova Holding heeft ontvangen. Sterker nog, Nova Holding heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven die lijst van debiteuren niet te willen verstrekken. Dit alleen al vormt een valide opeisingsgrond. Het beroep op opschorting dat Nova Holding in dit kader heeft gedaan, maakt het voorgaande niet anders. Opschorting is niet aan de orde aangezien Sarabel reeds heeft gepresteerd (het geldbedrag onder de leningsovereenkomst is immers al verstrekt).
5.7.
Een en ander leidt tot de conclusie dat Sarabel zich er in dit kort geding terecht op beroept dat de stemrechten op de aandelen in Nova Holding haar toekomen. Bij de vestiging van het pandrecht op de aandelen in Nova Holding is het stemrecht conform artikel 2:198 lid 3 BW overgegaan op Sarabel onder de opschortende voorwaarden dat sprake is van een of meer van de opeisingsgronden (die zijn er, zie onder 5.6 van dit vonnis) en van een mededeling van overgang van stemrecht aan pandgevers. Die mededeling is op 5 januari 2024 verstuurd (zie onder 2.19 van dit vonnis).
5.8.
Sarabel heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen. Nova Holding heeft weliswaar aangevoerd dat het met haar onderneming beter gaat dan ooit (met een resultaat na belasting in 2023 van meer dan 9 miljoen euro) maar zij heeft dit onvoldoende onderbouwd. Sarabel stelt daar terecht tegenover dat zij niet weet waar de ruim 10 miljoen euro die zij heeft uitgeleend zich thans bevindt. Het is onvoldoende duidelijk waaraan het geld is besteed en bij het leggen van het conservatoir beslag op de bankrekeningen is het niet aangetroffen. Dat het geld (al dan niet onder de druk van dit kort geding) niet vrijwillig wordt terugbetaald (of zoals Sarabel heeft voorgesteld in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure in
escrowwordt geplaatst), geeft te denken. Daar komt bij dat het verzuim van Nova Holding al langere tijd voortduurt, dat Nova Holding de uitoefening van de zekerheidsrechten frustreert (onder meer door [naam 3] op voorhand aansprakelijk te stellen, zie onder 2.22 van dit vonnis) en dat Sarabel al veel geduld heeft gehad, onder meer door mediation aan te gaan en onderhandelingen met een eerdere kandidaat koper af te wachten. Ook kan niet worden uitgesloten dat Sarabel, zoals zij zegt, aan het lijntje wordt gehouden met verhalen over nieuwe financiers en over een door Rabobank te verstrekken lening.
5.9.
De redelijkheid en billijkheid verzetten zich niet tegen toewijzing van de vorderingen en ook een belangenafweging valt niet in het voordeel uit van Nova Holding, zoals zij nog heeft aangevoerd. Aan de zijde van Nova Holding bestaat een onterechte vrees voor de benoeming van [naam 3] . Hij zal bij de uitvoering van zijn werkzaamheden het belang en de continuïteit van Nova Holding voorop moeten stellen. [naam 3] heeft op de mondelinge behandeling van dit kort geding bevestigd dit te zullen doen en na zijn benoeming juist met [gedaagde 4] en [gedaagde 5] te willen samenwerken. Dat de benoeming van [naam 3] funest uitpakt voor het aantrekken van andere financiers is speculatief. Als Nova Holding dat risico wil vermijden is het aan haar de lening terug te betalen of ten minste het bedrag (gedeeltelijk) in
escrowte plaatsen
.
5.10.
De vordering onder 4 zal niet worden toegewezen. Daarvoor is – naast toewijzing van vordering 1 op straffe dwangsommen – onvoldoende aanleiding.
5.11.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als volgt.
5.12.
Nova Holding zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Sarabel worden begroot op:
- dagvaarding € 112,37
- griffierecht 688,00
- salaris advocaat
1.661,00
Totaal € 2.461,37.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Uit hetgeen in conventie is overwogen vloeit voort dat dat de vorderingen in reconventie moeten worden afgewezen.
6.2.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld, die – gezien de samenhang met het geding in conventie – op nihil worden begroot.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
veroordeelt gedaagden onmiddellijk vanaf de datum van dit vonnis alle medewerking te verlenen aan, en niets te doen of na te laten dat in de weg staat aan de gebruikmaking door Sarabel van het stemrecht in Nova Holding om het als productie 35 overgelegde concept-aandeelhoudersbesluit buiten vergadering te nemen en uit te voeren, dan wel - indien Sarabel dat verzoekt - op de kortst mogelijke termijn een algemene vergadering bijeen te roepen waarin het ontslag van de huidige bestuurders en de benoeming van [naam 3] ter stemming zullen worden gebracht,
7.2.
veroordeelt Nova Holding, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] vanaf het moment van de benoeming van [naam 3] als statutair bestuurder alle medewerking te verlenen aan, en niets te doen of na te laten dat in de weg staat aan de uitoefening van de bestuursbevoegdheden van [naam 3] als statutair bestuurder van Nova Holding, met uitsluiting van de ontslagen [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zelf, waaronder het verstrekken aan hemzelf en door hem aangewezen personen van toegang tot de volledige onderneming en ieder van haar locaties; exclusieve toegang tot de volledige administratie (boeken, bescheiden en andere gegevensdragers) van Nova Holding als ook tot alle bankrekeningen en tot al het personeel; alle adviseurs en alle zakelijke contacten; als ook al het voorgaande ten aanzien van de (dochter)vennootschappen waarin Nova Holding op haar beurt statutair bestuurder is,
7.3.
bepaalt dat gedaagden na betekening van dit vonnis een dwangsom verbeuren van € 10.000,- per dag, tot een maximum van € 1.000.000,-, voor iedere dag dat zij in strijd handelen met de onder 7.1 en/of 7.2 opgenomen veroordelingen,
7.4.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van Sarabel tot op heden begroot op € 2.461,37,
7.5.
veroordeelt gedaagden in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis,
7.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.8.
weigert de gevraagde voorzieningen,
7.9.
veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van Sarabel begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2024. [1]

Voetnoten

1.type: MV