Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Arrondissementsrechtbank te Ostrava, Tsjechië. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van het EAB, dat is uitgevaardigd op 21 september 2023. De opgeëiste persoon, geboren in 1993 in Tsjechië, is zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en momenteel gedetineerd. Tijdens de zitting op 21 december 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.M. Hof, en een tolk in de Tsjechische taal.
De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak op grond van de Overleveringswet (OLW) met 30 dagen verlengd. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt een vonnis van de Okresní soud v Ostravě van 6 oktober 2022, dat op 5 december 2022 onherroepelijk is geworden, en betreft een vrijheidsstraf van zes maanden.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet van toepassing is, omdat de zaak in hoger beroep niet ten gronde is behandeld. De officier van justitie heeft echter gesteld dat de opgeëiste persoon aanwezig was bij de eerste aanleg, waardoor de weigeringsgrond niet aan de orde is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in persoon aanwezig was bij het hoger beroep, maar heeft geoordeeld dat de overlevering niet in strijd is met de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn, waardoor de overlevering wordt toegestaan.