ECLI:NL:RBAMS:2024:1429

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
13/730020-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot 40 maanden gevangenisstraf voor het medeplegen van voorbereiding van zware mishandeling met voorbedachten rade en deelneming aan een criminele organisatie

Op 15 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] samen met anderen betrokken was bij een gewelddadige aanval op [persoon 1] op 30 oktober 2019 in Utrecht. Tijdens deze aanval, die plaatsvond met gebruik van slagwapens zoals een honkbalknuppel en een moker, werd [persoon 1] ernstig verwond. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de deelname van [verdachte] aan een criminele organisatie die zich bezighield met verschillende misdrijven, waaronder zware mishandeling en voertuigcriminaliteit. De rechtbank sprak [verdachte] vrij van poging tot moord, maar achtte de poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade wel bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 40 maanden, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de rol van [verdachte] binnen de criminele organisatie. De rechtbank concludeerde dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, maar besloot geen strafvermindering toe te passen. De uitspraak benadrukt de ernst van de betrokkenheid van [verdachte] bij de criminele activiteiten en de impact van het geweld op de samenleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/730020-20
Datum uitspraak: 15 maart 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres 1] , [plaats 1] .
Inhoudsopgave

1.Onderzoek ter terechtzitting 2

2.
Tenlastelegging2
3.
Waardering van het bewijs2
3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie 2
3.2.
Standpunt van de verdediging 2
3.3.
Oordeel van de rechtbank 3
3.3.1.
Inleiding 3
3.3.2.
Identificatie (PGP-)nummers en Sky-ID’s 3
3.3.3.
Verloop van het onderzoek Buizerd, de voertuigcriminaliteit 10
3.3.4.
ZD 2: Geweldsmisdrijf tegen [persoon 1] (feit 2) 14
3.3.4.1.
Redengevende feiten en omstandigheden14
3.3.4.2.
Vrijspraak poging moord en zware mishandeling25
3.3.4.3.
Bewijsoverweging25
3.3.5.
ZD1: Criminele organisatie (feit 1) 27
4.
Bewezenverklaring30
5.
Strafbaarheid van de feiten31
6.
Strafbaarheid van verdachte31
7.
Motivering van de straf31
7.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie 31
7.2.
Standpunt van de verdediging 31
7.3.
Oordeel van de rechtbank 32
8.
Toepasselijke wettelijke voorschriften34
9.
Beslissing34
Bijlage – de tenlastelegging36

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6, 9 en 10 oktober 2023, 2, 14, 17, 20, 23, 24 en 28 november 2023 en 15 maart 2024. Het onderzoek is op laatstgenoemde zittingsdag gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de drie officieren van justitie (hierna gezamenlijk aangeduid als: de officier van justitie) en van wat [verdachte] en zijn raadsman, mr. J.S. Jordan, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaak tegen [verdachte] gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] . [1]
De rechtbank doet in al deze zaken gelijktijdig uitspraak, met uitzondering van de zaak tegen [medeverdachte 4] .

2.Tenlastelegging

[verdachte] wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 6 oktober 2023 – kort gezegd beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
Feit 1: deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van gekwalificeerde diefstal, opzetheling, voorbereiding van moord, moord, zware mishandeling met voorbedachten rade en valsheid in geschrift, in de periode van 1 september 2019 tot en met 30 november 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland;
Feit 2: het medeplegen van (uitlokking van dan wel medeplichtigheid) aan poging tot moord op dan wel (poging tot) zware mishandeling met voorbedachte raad van [persoon 1] in de periode van 7 september 2019 tot en met 30 oktober 2019 in Utrecht . Deze beschuldiging is in meerdere primaire en subsidiaire varianten ten laste gelegd.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich – overeenkomstig het op schrift gestelde requisitoir – op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie (feit 1) en aan het medeplegen van poging tot moord op [persoon 1] (feit 2 primair).
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van [verdachte] heeft – overeenkomstig zijn pleitnota – vrijspraak bepleit van alle tenlastegelegde feiten en zich ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde subsidiair op het standpunt gesteld dat hooguit kan worden bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid bij een poging tot zware mishandeling.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Inleiding
De rechtbank zal in de hierna volgende paragrafen ingaan op de vraag of en zo ja welke aan [verdachte] ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen. De verdenkingen zijn gebaseerd op omvangrijke dossiers. Samengevat leiden de overwegingen van de rechtbank op basis van de onderzoeksbevindingen tot de volgende conclusies.
De zaak Buizerd
Onderzoek Buizerd is gestart naar aanleiding van de diefstal van een auto en leidde uiteindelijk tot veertien zaaksdossiers over diefstal dan wel heling van voertuigen. [verdachte] wordt niet vervolgd in die afzonderlijke zaaksdossiers.
Op 30 oktober 2019 is [persoon 1] in Utrecht door drie personen in elkaar geslagen. Deze personen droegen bivakmutsen en gebruikten slagvoorwerpen, zoals een honkbalknuppel en een moker. Dit geweldsincident is in onderzoek Buizerd nader onderzocht. De rechtbank komt hierbij tot de conclusie dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade (feit 2).
De rechtbank komt tot de conclusie dat de voertuigencriminaliteit en de aanval op [persoon 1] hebben plaatsgevonden binnen het kader van een criminele organisatie en dat [verdachte] aan deze criminele organisatie heeft deelgenomen (feit 1).
Een deel van de bewijsmiddelen wordt ontleend aan het onderzoek Pulheim, het onderzoek naar de moord op advocaat [slachtoffer] op 18 september 2019, dat – deels – aan het dossier tegen [verdachte] is toegevoegd. Uit het onderzoek is gebleken dat voorverkenningen voor deze moord hebben plaatsgevonden met behulp van auto’s die door de criminele organisatie ter beschikking zijn gesteld. De rechtbank stelt echter de deelname van [verdachte] aan de criminele organisatie vast vanaf enige tijd na de moord op [slachtoffer] en spreekt hem dus vrij van de onderdelen (voorbereiden van) moord en van een deel van de tenlastegelegde periode (feit 1).
3.3.2.
Identificatie (PGP-)nummers en Sky-ID’s
Het bewijs bestaat voor een deel uit de historische verkeersgegevens van telefoonnummers, PGP-nummers en metadata van SkyECC. De rechtbank zal daarom eerst vaststellen welke PGP’s, telefoonnummers en Sky-ID’s aan de verschillende verdachten/personen toebehoren, alvorens de overige bewijsmiddelen te bespreken. [2] De rechtbank neemt de conclusies van de politie ten aanzien van de identificaties over en stelt op basis van de hieronder te bespreken bewijsmiddelen vast dat [verdachte] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 11] gebruikmaakten van de telefoonnummers, PGP-nummers en/of Sky-ID’s zoals hieronder staat beschreven.
Telefoonnummer dat wordt toegeschreven aan [verdachte]
Telefoonnummer [telefoonnummer 1] (hierna: * [telefoonnummer 1] ) wordt door de politie toegeschreven aan [verdachte] . De politie baseert deze conclusie onder meer op de omstandigheid dat [verdachte] dit nummer op 8 augustus 2019 zelf heeft opgegeven aan de politie. [3]
Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 10]
Uit onderzoek in de metadata in onderzoek WERL bleek dat [medeverdachte 10] vermoedelijk verschillende Sky-ID’s gebruikte. Deze Sky-ID’s vormen vier ‘lijnen’ waarbij accounts elkaar opvolgen en er per lijn met andere Sky-ID’s contact is. Volgens de politie kunnen op basis van dit onderzoek in de metadata onder meer de volgende Sky-ID’s aan [medeverdachte 10] worden toegeschreven:
  • Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam 1] ’, ‘ [bijnaam 2] ’, ‘ [bijnaam 3] ’, ‘ [bijnaam 4] ’, ‘ [bijnaam 5] ’, ‘ [bijnaam 6] ’ en ‘’ [bijnaam 7] ’;
  • Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam 8] ’, ‘ [bijnaam 9] ’, ‘ [bijnaam 10] ’ en ‘ [bijnaam 11] ’;
  • Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnaam ‘ [bijnaam 12] !’;
  • Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam 13] ’ en ‘ [bijnaam 14] ’.
Sky-ID’s en (PGP-)nummers die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]
Telefoonnummer [telefoonnummer 2] (hierna: * [telefoonnummer 2] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] . De politie baseert deze conclusie onder meer op de omstandigheden dat * [telefoonnummer 2] veelal in de nacht gebruik maakte van cell-id’s in de omgeving van de [adres 2] , het woonadres van [medeverdachte 1] . Bij de aanhouding van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 werd een iPhone aangetroffen met daarin de simkaart met het telefoonnummer * [telefoonnummer 2] . Verder heeft [medeverdachte 1] op 26 mei 2020 bij de rechter-commissaris verklaard dat de zwarte iPhone de telefoon is met nummer * [telefoonnummer 2] en dat hij die al jaren gebruikt. [6]
PGP-nummer [nummer] (hierna: * [nummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 1] toegeschreven. [7] Tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 aan de [adres 2] werd in een zak op de salontafel in de woonkamer een PGP-toestel met goednummer 5839784 aangetroffen. [8] In dat PGP-toestel zat een simkaart met PGP-nummer * [nummer] . [9] Sky-ID [Sky-ID nummer] met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam 1] ” bleek via de in de metadata geregistreerde gegevens van het IMEI-nummer ( [nummer] ) en historische verkeersgegevens te zijn gekoppeld aan * [nummer] . [10]
Telefoonnummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 2]
Telefoonnummer [telefoonnummer 3] (hierna: * [telefoonnummer 3] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 2] toegeschreven en werd door hem gebruikt in de periode van 23 mei 2019 tot en met 30 september 2019. Dit wordt mede gebaseerd op de cell-id’s die het nummer het meest gebruikte na de nachtrustperiode, te weten de [adres 3] of de [adres 4] . Deze cell-id’s zijn gelegen in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] , waar [medeverdachte 2] gedurende die periode verbleef. Verder blijkt uit afgeluisterde telecommunicatie dat * [telefoonnummer 3] frequent contact had met [persoon 2] , de broer van [medeverdachte 2] . Ook had * [telefoonnummer 3] enkele gesprekken met [persoon 3] en [persoon 4] , de zus en moeder van [medeverdachte 2] . [11] Ten slotte bleek ook uit stemherkenning uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van * [telefoonnummer 3] . [12]
Volgens de politie is [telefoonnummer 4] (hierna: * [telefoonnummer 4] ) in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019 in gebruik geweest bij [medeverdachte 2] . Dit wordt onder meer gebaseerd op tapgesprekken, waarin de stem van [medeverdachte 2] wordt herkend als de stem van de gebruiker van * [telefoonnummer 4] . Uit een CIOT-bevraging blijkt dat [medeverdachte 2] als abonnementhouder van * [telefoonnummer 4] stond geregistreerd. [13]
Sky-ID [Sky-ID nummer] met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam 2] ’ is in de metadata actief in de periode van 20 november 2019 tot en met 25 november 2019. Volgens de politie was [medeverdachte 2] de gebruiker van Sky-ID [Sky-ID nummer] . [14] Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres 5] op 26 november 2019 werd een PGP-telefoon met IMEI-nummer [nummer] inbeslaggenomen. [15] [medeverdachte 2] stond op dit adres ingeschreven. [16] Uit de beschikbare SkyECC-metadata bleek dat het IMEI-nummer van de aangetroffen PGP-telefoon in de woning van [medeverdachte 2] gekoppeld was aan Sky-ID [Sky-ID nummer] . [17]
PGP-nummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1] / [medeverdachte 2]
PGP-nummer [nummer] (hierna: * [nummer] ) was actief in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 18 september 2019 en wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] . De politie baseert deze conclusie onder meer op samenhang tussen de historische verkeersgegevens van * [nummer] en andere (PGP-)nummers van [medeverdachte 2] (* [telefoonnummer 4] en * [telefoonnummer 3] ) en [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer 2] ). Verder maakte * [nummer] in de nachtelijke uren vooral gebruik van cell-id’s in de omgeving van de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] . Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 2] ook op dit adres verbleef. [medeverdachte 1] is van 18 augustus 2019 tot 30 augustus 2019 in Marokko geweest. * [nummer] is in die periode ook actief geweest in het Marokkaanse netwerk, wat erop wijst dat * [nummer] tussen 18 augustus 2019 en 30 augustus 2019 in gebruik was bij [medeverdachte 1] . * [nummer] werd gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ). [18] Aan dit IMEI-nummer is Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam 15] ’, ‘ [bijnaam 16] ‘ en ‘ [bijnaam 17] ’ gekoppeld. Sky-ID [Sky-ID nummer] wordt door de politie daarom ook aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] toegeschreven. [19]
Uit historische verkeersgegevens volgt dat PGP-nummer [nummer] (hierna: * [nummer] ) is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ). * [nummer] is op 7 mei 2019 geactiveerd. [20] Volgens de politie is * [nummer] in de periode van 25 juni 2019 tot en met 24 september 2019 in gebruik geweest bij [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] . De politie baseert deze conclusie – kort gezegd – op een analyse van historische telecomgegevens van * [nummer] in relatie tot andere nummers in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Tijdens de reis naar Marokko van [medeverdachte 1] in de periode van 18 augustus 2019 tot 30 augustus 2019 heeft * [nummer] registraties in Nederland en is er samenhang te zien met * [telefoonnummer 4] en * [telefoonnummer 3] van [medeverdachte 2] . Voor het vertrek van [medeverdachte 1] naar Marokko zijn er meerdere dagen waarop * [nummer] samenhangende registraties heeft met * [telefoonnummer 2] van [medeverdachte 1] . Ook zijn er meerdere dagen waaruit niet expliciet valt op te maken of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] de gebruiker is van * [nummer] . * [nummer] maakte in de periode van nachtrust gebruik van cell-id’s aan de [adres 6] en [adres 3] . In het onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aan de [adres 2] verbleven. [21] Sky-ID [Sky-ID nummer] met gebruikersnamen ‘ [bijnaam 18] ’ en ‘ [bijnaam 19] ’ wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en is actief in de metadata in de periode van 24 juni 2019 tot en met 13 september 2019. [22] De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat Sky-ID [Sky-ID nummer] via IMEI-nummer * [nummer] aan * [nummer] kan worden gekoppeld. [23]
Telefoonnummer [telefoonnummer 5] (hierna: * [telefoonnummer 5] ) werd volgens de politie zowel door [medeverdachte 1] als door [medeverdachte 2] gebruikt. * [telefoonnummer 5] is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ). In afgeluisterde gesprekken worden zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2] op basis van hun stem herkend als de gebruiker van * [telefoonnummer 5] . Ook noemt [medeverdachte 1] in meerdere gesprekken zijn naam. Verder vertoont * [telefoonnummer 5] een vergelijkbaar bewegingspatroon ten opzichte van telefoonnummers van [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer 2] ) en [medeverdachte 2] (* [telefoonnummer 4] ). [24]
Telefoonnummers die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
Telefoonnummer [telefoonnummer 6] (hierna: * [telefoonnummer 6] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] , die in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 24 september 2019 van dit nummer gebruik zou hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie onder meer op de historische verkeersgegevens van het nummer, waaruit blijkt dat * [telefoonnummer 6] is gebruikt in een Nokia met IMEI-nummer [nummer] . Deze telefoon is op 26 november 2019 in de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres 7] aangetroffen. * [telefoonnummer 6] maakte in de nachtelijke uren veelvuldig gebruik van een cell-id aan de [adres 8] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . Uit tapgesprekken tussen het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3] en * [telefoonnummer 6] bleek dat de gebruiker van * [telefoonnummer 6] opneemt met “Hallo pa” en de vader van [medeverdachte 3] antwoordt met “Hee [medeverdachte 3] ”. Ook zijn er meerdere berichten in de telefoon aangetroffen van het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3] waarin hij de gebruiker van * [telefoonnummer 6] aansprak met “ [medeverdachte 3] ” en “m’n geliefde zoon”. [25]
De politie schrijft ook telefoonnummer [telefoonnummer 7] (hierna: * [telefoonnummer 7] ) toe aan [medeverdachte 3] . Hij zou in de periode van 21 augustus 2019 tot en met 19 september 2019 van dit nummer gebruik hebben gemaakt. * [telefoonnummer 7] maakte in de nachtelijke uren het meest gebruik van een cellid aan de [adres 8] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . In de inbeslaggenomen telefoon van [medeverdachte 11] , een vriendin van [medeverdachte 3] , zijn WhatsApp conversaties aangetroffen met * [telefoonnummer 7] waaruit blijkt dat zij en de gebruiker van * [telefoonnummer 7] een seksuele relatie hebben. In meerdere van deze berichten wordt de gebruiker van * [telefoonnummer 7] ‘ [medeverdachte 3] ’ genoemd. [26]
Telefoonnummer [telefoonnummer 8] (hierna: * [telefoonnummer 8] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven, die er in de periode van 2 juli 2019 tot en met 7 augustus 2019 gebruik van zou hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie onder meer op de volgende omstandigheden. * [telefoonnummer 8] maakte in de nachtelijke uren het meest gebruik van een cell-id aan de [adres 8] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres 7] . * [telefoonnummer 8] had het meeste contact met telefoonnummers die werden gebruikt door de vader van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 11] , vriendin van [medeverdachte 3] . Verder zijn in de telefoon van [medeverdachte 11] WhatsApp-berichten aangetroffen tussen haar en * [telefoonnummer 8] , waarin de gebruiker van * [telefoonnummer 8] ‘ [medeverdachte 3] ’ wordt genoemd. [27]
Telefoonnummer [telefoonnummer 9] (hierna * [telefoonnummer 9] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. Dit blijkt onder meer uit het onderzoek naar de onder [medeverdachte 11] (vriendin van [medeverdachte 3] ) in beslag genomen iPhone XS op 12 december 2019. [28] Dit nummer wordt ook gebruikt door [medeverdachte 8] . [29] [30]
Ook telefoonnummer [telefoonnummer 10] (hierna: * [telefoonnummer 10] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. Er zijn meerdere gesprekken tussen * [telefoonnummer 11] van [medeverdachte 11] en * [telefoonnummer 10] afgeluisterd en de verbalisant herkent de stem van de gebruiker als zijnde de stem van [medeverdachte 3] . [31] Daarnaast blijkt uit onderzoek in de telefoon van [medeverdachte 11] dat op 16 oktober 2019 het contact ‘ [medeverdachte 3] ’ met telefoonnummer * [telefoonnummer 10] aan de contactenlijst werd toegevoegd. [32] Ten slotte blijkt uit enkele tapgesprekken dat de gebruiker van * [telefoonnummer 10] zichzelf [medeverdachte 3] noemt. [33]
PGP-nummer en Sky-ID die worden toegeschreven aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
PGP-nummer [nummer] (hierna: * [nummer] ) wordt door de politie zowel aan [medeverdachte 3] , als aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] toegeschreven. Aan * [nummer] is IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ) gekoppeld. Uit de verkeersgegevens is gebleken dat * [nummer] ook is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ). [medeverdachte 3] zou in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 24 september 2019 van * [nummer] gebruik hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat * [nummer] tijdens de nachtelijke uren het meest gebruik maakte van cell-id’s gelegen aan de [adres 8] en de [adres 9] . Deze cell-id’s liggen in de omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . Verder blijkt uit een analyse van de telecombewegingen dat * [telefoonnummer 6] , een telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 3] (hierboven uiteengezet), op 18 augustus 2019 en in de periode van 19 augustus 2019 en 1 oktober 2019 op meerdere dagen ‘meebewoog’ met * [nummer] .
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zouden volgens de politie in de periode van 8 oktober 2019 tot 19 november 2019 gebruik hebben gemaakt van * [nummer] . * [nummer] is in die periode namelijk meerdere malen actief in [plaats 2] . Op deze moment zijn * [telefoonnummer 2] van [medeverdachte 1] (hierboven uiteengezet) en * [telefoonnummer 3] van [medeverdachte 2] (hierboven uiteengezet) ook actief in [plaats 2] . [34]
Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam 20] ’ en ‘ [bijnaam 21] ’ wordt via de geregistreerde IMEI-nummers, gekoppeld aan * [nummer] . Dit Sky-ID wordt door de politie daarom ook aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] toegeschreven. [35]
(PGP-)nummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 5]
Volgens de politie heeft [medeverdachte 5] in de periode van 9 juni 2019 tot en met 8 september 2019 gebruik gemaakt van telefoonnummer [telefoonnummer 12] (hierna: * [telefoonnummer 12] ). De politie baseert dit onder meer op de historische verkeersgegevens van * [telefoonnummer 12] , waaruit blijkt dat [adres 10] de thuismast van het nummer was. Deze thuismast ligt in de omgeving van de woning van [medeverdachte 5] aan [adres 11] . * [telefoonnummer 12] heeft in één toestel gezeten, te weten een iPhone met IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ). Dit toestel is op 8 september 2019 onder [medeverdachte 5] inbeslaggenomen. Uit WhatsApp-berichten blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 13] aan de gebruiker van het telefoonnummer * [telefoonnummer 12] vroeg welke naam en adres op een factuur kunnen komen. De gebruiker van * [telefoonnummer 12] antwoordde vervolgens: [adres 11] , [medeverdachte 5] . [36]
Telefoonnummer [telefoonnummer 14] (hierna: * [telefoonnummer 14] ) wordt door de politie ook toegeschreven aan [medeverdachte 5] , die er in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 8 september 2019 gebruik van zou hebben gemaakt. Dit baseert de politie onder meer op de volgende onderzoeksbevindingen. Het nummer heeft in één toestel gezeten, te weten de iPhone met IMEI-nummer * [nummer] . Dit toestel, met daarin de simkaart met telefoonnummer * [telefoonnummer 14] , is op 8 september 2019 onder [medeverdachte 5] in beslaggenomen. Verder maakt * [telefoonnummer 14] in de nacht veelal gebruik van een cell-id aan de [adres 10] , gelegen in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 5] . Ten slotte noemt de gebruiker van * [telefoonnummer 14] zich op WhatsApp “ [bijnaam 22] ”. Dit is de bijnaam van [medeverdachte 5] . [37]
Telefoonnummer [telefoonnummer 15] (hierna: * [telefoonnummer 15] ) wordt door de politie tevens toegeschreven aan [medeverdachte 5] . De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat het telefoontoestel met IMEI-nummer [nummer] en telefoonnummer * [telefoonnummer 15] op 25 februari 2020 bij [medeverdachte 5] is aangetroffen. De meest gebruikte zendmast van * [telefoonnummer 15] ligt aan de [adres 10] , gelegen in de omgeving van de woning van [medeverdachte 5] . Verder heeft * [telefoonnummer 15] gemeenschappelijke contacten met telefoonnummers * [telefoonnummer 12] en * [telefoonnummer 14] , die ook in gebruik waren bij [medeverdachte 5] . [38] [39]
Volgens de politie is PGP-nummer [nummer] (hierna: * [nummer] ) in gebruik geweest bij [medeverdachte 5] . * [nummer] bleek te zijn gekoppeld aan een telefoon met IMEI-nummer [nummer] (* [nummer] ). Deze telefoon is op 25 februari 2020 bij [medeverdachte 5] aangetroffen. Verder heeft * [nummer] op meerdere dagen in de periode van 13 september 2019 tot en met 26 oktober 2019 gezamenlijke reisbewegingen met telefoonnummer * [telefoonnummer 15] , dat ook bij [medeverdachte 5] in gebruik was. [40] [41] Sky-ID [Sky-ID nummer] met bijnaam ‘ [bijnaam 23] ’ bleek aan IMEI-nummer * [nummer] te zijn gekoppeld. De politie schrijft dit Sky-ID daarom ook toe aan [medeverdachte 5] . [Sky-ID nummer] is actief in de metadata in de periode van 15 oktober 2019 tot en met 26 februari 2020. [42] [43]
Telefoonnummer dat kan worden toegeschreven aan [medeverdachte 9]
De politie schrijft telefoonnummer [telefoonnummer 16] (hierna: * [telefoonnummer 16] ) toe aan [medeverdachte 9] . Met een IMSI-catcher werden meerdere IMEI- en IMSI-nummers verkregen bij [medeverdachte 9] , waaronder het IMSI-nummer [nummer] . Telefoonnummer * [telefoonnummer 16] was aan dit IMSI-nummer gekoppeld. Uit de historische verkeersgegevens van * [telefoonnummer 16] bleek dat het telefoonnummer frequent contact had met het telefoonnummer van [persoon 5] , de zus van [medeverdachte 9] , en met het telefoonnummer van [persoon 6] . Op 22 februari 2019 werd [medeverdachte 9] samen met [persoon 6] gecontroleerd. Verder bleek uit de historische verkeersgegevens dat * [telefoonnummer 16] op 30 december 2019 om 16:48 uur en 17:33 uur meerdere zendmasten heeft aangestraald in Portugaal. Uit de politiesystemen bleek dat [medeverdachte 9] op dat moment in Portugaal werd gecontroleerd. [44]
Telefoonnummer dat kan worden toegeschreven aan [medeverdachte 6]
Telefoonnummer [telefoonnummer 24] (hierna: * [telefoonnummer 24] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 6] toegeschreven. De conclusie wordt gebaseerd op de omstandigheid dat [medeverdachte 6] op 25 november 2019 bij de politie het telefoonnummer * [telefoonnummer 24] heeft opgegeven bij zijn contactgegevens. Verder bleek uit historische verkeersgegevens dat * [telefoonnummer 24] frequent contact had met telefoonnummer * [telefoonnummer 16] van [medeverdachte 9] , met telefoonnummer [telefoonnummer 17] , vermoedelijk in gebruik bij een oom van [medeverdachte 6] en met telefoonnummer [telefoonnummer 18] , vermoedelijk in gebruik bij [persoon 7] . Op 16 augustus 2019 werd [medeverdachte 6] samen met [persoon 7] gecontroleerd. Uit de historische verkeersgegevens bleek dat * [telefoonnummer 24] op 16 oktober 2019 tussen 00:30 uur en 00:35 uur zendmasten heeft aangestraald in de omgeving van Lunetten. Uit de politiesystemen bleek dat [medeverdachte 6] rond dat tijdstip in de omgeving van Lunetten werd gecontroleerd. [45]
Telefoonnummer dat kan worden toegeschreven aan [medeverdachte 7]
Telefoonnummer [telefoonnummer 19] (hierna: * [telefoonnummer 19] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 7] toegeschreven. De politie baseert deze conclusie onder meer op de volgende omstandigheden. Uit de historische verkeersgegevens is gebleken dat * [telefoonnummer 19] in de nachtelijke uren voornamelijk mastgegevens in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 7] ( [adres 12] ) genereerde. De belangrijkste tegencontacten van * [telefoonnummer 19] waren personen in de directe omgeving van [medeverdachte 7] , te weten zijn vriendin [persoon 8] , zijn broer [persoon 9] , zijn vader [persoon 10] en zijn moeder [persoon 11] . Verder bleek uit de historische verkeersgegevens dat het gebruik van * [telefoonnummer 19] op 7 maart 2020 stopte. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [persoon 8] bleek dat * [telefoonnummer 19] tot 7 maart 2020 het meest geregistreerde tegencontact was. Na 7 maart 2020 was dat telefoonnummer [telefoonnummer 20] (* [telefoonnummer 20] ). Uit afgeluisterde communicatie bleek dat * [telefoonnummer 20] in gebruik was bij [medeverdachte 7] . [46]
Telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 11]
Telefoonnummer [telefoonnummer 11] (hierna: * [telefoonnummer 11] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 11] , omdat het nummer op haar naam staat en uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken en uit stemherkenning blijkt dat het nummer bij haar in gebruik is. [47]
3.3.3.
Verloop van het onderzoek Buizerd, de voertuigcriminaliteit
Het onderzoek Buizerd is gestart na de diefstal van een witte Audi S4 met kenteken [kenteken 1] op 6 augustus 2019 rond half vier ‘s nachts in [plaats 3] . In de Audi zat een telefoonbaken, waardoor de aangever kon zien waar de auto zich bevond. Hij had een camera gericht op de auto en kon zien dat deze was weggenomen door twee mannen.
Volgens het baken zou de Audi S4 staan op de Plesmanstraat te Soesterberg . Na controle door de politie werd in een parkeervak ter hoogte van perceel [nummer 1] een soortgelijk voertuig aangetroffen, voorzien van het kenteken [kenteken 2] . Dit kenteken bleek te horen bij een zwarte Audi A4 uit Enschede. De eigenaar van die Audi A4 had de kentekenplaten nog, dus vermoedelijk waren ze gedupliceerd.
De gestolen Audi was afkomstig uit 2010 en had nog geen ingebouwde Track and Trace. Omdat dit soort auto’s vaak wordt gebruikt voor ram- en plofkraken, werd door de politie een camera-auto bij de Audi geplaatst. De Audi is vervolgens, via tussenstops op verschillende locaties in Utrecht , naar de [adres 13] gegaan. Daar bleken garageboxen te staan en het vermoeden was dat de Audi omstreeks 21:23 uur in een garagebox was geplaatst. [48] [49]
De politie beschikte over TCI-informatie dat iemand, woonachtig in [plaats 3] op een adres in de buurt van de [adres 13] , bezig was met het voorbereiden van plofkraken en beschikte over snelle auto’s, waaronder Audi’s. Eén van de tussenstops van de Audi was ongeveer tegenover de woning van een persoon genoemd in de TCI-informatie. Daarom vond er op 8 augustus 2019, om 02:30 uur, een inkijk plaats in de garageboxen aan de [adres 13] , waarbij bleek dat drie garageboxen, nummers [nummer 2] , [nummer 3] en [nummer 4] , met elkaar verbonden waren. [50] Deze garageboxen worden hierna ‘de garagebox’ genoemd.
In de garagebox werd een witte Audi S4 met vals kenteken [kenteken 3] gezien. Op het achterwiel lag een gekloonde sleutel. [51] Aan de hand van het identificatienummer (VIN) van de auto werd vastgesteld dat dit de op 6 augustus 2019 gestolen Audi was. [52] Er stonden ook twee Renault Meganes in de garagebox, die beide gestolen bleken en beide waren voorzien van een duplicaatkenteken. Ook stonden er nog drie motorscooters in de garagebox. De Audi en één van de twee Renaults werden door de politie voorzien van een baken. Ook werd er een camera geplaatst die gericht was op de garagebox. [53]
Bij de inkijk op 10 augustus 2019 werd rond 01:20 uur gezien dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] ieder met twee gevulde jerrycans de garagebox inliepen. Vervolgens verlieten ze de garagebox, maar om 03:05 uur kwamen ze terug. [medeverdachte 2] opende de garagebox en hierna werd de Renault met vals kenteken [kenteken 4] (ZD 4) de garagebox uitgereden. Even later werd een donkere Audi met kenteken [kenteken 2] (ZD 8) de garagebox ingereden. [54] [55]
Op 14 augustus 2019 vond een tweede inkijk in de garagebox plaats, waarbij wederom de witte Audi met vals kenteken [kenteken 3] (ZD 3), een Renault Megane met vals kenteken [kenteken 5] (ZD 5) en een zwarte Audi met vals kenteken [kenteken 6] (ZD 8) werden gezien. Alle drie de kentekenplaten bleken lamineercodes uit één serie te hebben die niet uit een bestaande serie kwamen. Codes uit deze serie kwamen blijkens navraag bij het Landelijk informatiecentrum voertuigencriminaliteit in zaken met een diversiteit aan strafbare feiten terug, waaronder: dump van xtc-afval, liquidatie en ram- en plofkraak. In de garagebox werden ook een fles ammoniak, verpakkingen van bivakmutsen en werkhandschoenen aangetroffen. [56] Vervolgens heeft de politie ook binnen in de garagebox een camera geplaatst. [57]
Bij het uitkijken van de camerabeelden binnen en buiten de garagebox kwamen onder andere de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] in beeld als personen die in de garagebox kwamen. Zij kwamen daar in verschillende samenstellingen en op verschillende data en tijdstippen. [medeverdachte 2] is daar op zeventien dagen geweest, [medeverdachte 1] op veertien dagen, [medeverdachte 4] op drie dagen en [medeverdachte 3] twee keer op één dag, namelijk op 10 augustus 2019 om 01:20 uur en 03:05 uur, samen met [medeverdachte 2] . [58]
Op de beelden in de garagebox van 16 augustus 2019 om 00:17 uur, is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] mondkapjes en handschoenen droegen. In de loods had één van hen twee spuitbussen vast. [59] [60] Omdat ammoniak, aangetroffen bij de inkijk op 14 augustus 2019, gebruikt wordt om DNA-sporen te wissen en op de beelden mensen met mondkapjes en handschoenen stonden, ontstond bij het opsporingsteam het vermoeden dat men met mogelijk ernstiger feiten dan plofkraken te maken had, namelijk het voorbereiden dan wel faciliteren van liquidaties.
Dit vermoeden leidde tot een intensivering van het opsporingsonderzoek. Zo vonden er nadien nog meer inkijken plaats en werden er telefoons getapt en werd er Opnemen van Vertrouwelijke Communicatie (hierna: OVC)-apparatuur geplaatst in onder andere een Peugeot die door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werd gebruikt.
Ook is op beelden van 19 augustus 2019 te zien dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] in de garagebox aanwezig waren en dat zij handschoenen en mondkapjes droegen. Ze liepen met jerrycans heen en weer naar voertuigen waarbij het erop lijkt dat die voertuigen worden voorzien van brandstof. [61] [62]
Op de beelden van 26 augustus 2019 liep [medeverdachte 2] met vier grote jerrycans uit de garagebox. [63]
Op de beelden van 8 september 2019 zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te zien in de garagebox, met handschoenen, een doosje en een fles die eruit zag als een fles schoonmaakmiddel. [64] [65]
Op de beelden van 13 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] weer in de garagebox waren. [medeverdachte 2] nam een volle jerrycan mee naar binnen. [66] Zij hadden handschoenen aan en waren bezig met een grote jerrycan waarop stond: Super Cleaner. Even later werd de bij eerdere observaties ook al waargenomen zwarte Audi met (vals) kenteken [kenteken 6] naar buiten gereden en weer later werd de Audi terug de garagebox in gereden. [67] [68]
Op de beelden van 14 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samen in de garagebox [69] waren en kwam even later de witte Audi S4 met (vals) kenteken [kenteken 3] naar buiten, bestuurd door [medeverdachte 2] . [70]
Op de beelden van 17 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] weer samen in de garagebox waren. Door [medeverdachte 2] werd een Audi A5 de garagebox ingereden. Er werden foto’s genomen en de auto werd schoongemaakt. [71] [72]
Op de beelden van 19 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en een onbekende man in de garagebox waren. De garagebox werd gesweept. [73] [74]
Op 20 november 2019 is tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] een huurovereenkomst aangetroffen van de [adres 13] in Utrecht . Het contract stond op naam van een ‘ [naam 1] ’ als huurder en [naam 2] als verhuurder. De ingangsdatum van het contract betrof 14 juni 2019 en de duur was voor één jaar. Op het contract stond als telefoonnummer van [naam 1] het nummer [telefoonnummer 21] . Dit telefoonnummer werd gebruikt door [medeverdachte 2] . [75]
Op 26 november 2019 vonden er diverse doorzoekingen plaats. De garagebox aan de [adres 13] is op die dag doorzocht en ook de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres 5] , de berging van de woning van de zus van [medeverdachte 2] aan het [adres 14] en de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres 7] zijn doorzocht.
In de garagebox aan de [adres 13] zijn de Audi’s uit ZD 6, ZD 7 en ZD 8 en de motorscooter uit ZD 11 aangetroffen. Tevens zijn onder meer aangetroffen: twee flessen ammoniak, een fles wasbenzine, een spuitfles reiniger, een doos latex handschoenen, een plastic zak met zestien zwarte petjes, een plastic zak met vier zwarte wollen collen en een plastic zak met aanstekers. [76]
In de berging van de woning van de zus van [medeverdachte 2] ( [adres 14] ) zijn twee rugtassen met vijf jammers, autodiefstalapparatuur, navigatieapparatuur en een kentekenplaat ( [kenteken 7] ) aangetroffen. [77] [78] [79]
In de woning waar [medeverdachte 2] woonde ( [adres 5] ) is een bivakmuts aangetroffen en een document met instructies voor het programmeren van sleutels en het maken van een noodstart van een Renault. [80] [81]
In de woning van [medeverdachte 3] ( [adres 7] ) is een gedetineerdenagenda aangetroffen met daarin telefoonnummers die in het onderzoek werden toegeschreven aan onder anderen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] . [82] [83]
Op 12 mei 2020 zijn in de schuur van de woning van de grootouders van [verdachte] aan de [adres 15] valse kentekenplaten ( [kenteken 8] ) aangetroffen. Werktuigsporen op dit kenteken bleken overeen te komen met sporen op andere kentekenplaten in het onderzoek. Ook werden er zes honkbalknuppels, tien klauwhamers en twee voorhamers aangetroffen. [84]
3.3.4.
ZD 2: Geweldsmisdrijf tegen [persoon 1] (feit 2)
Op 30 oktober 2019 rond 23:30 uur wordt op de Adelaarstraat in Utrecht [persoon 1] , woonachtig aan de [adres 16] , door drie personen in elkaar geslagen. [85] De drie personen dragen donkere kleding en bivakmutsen en gebruiken slagvoorwerpen, zoals een honkbalknuppel en een moker. Ze vluchten met een Volkswagen Transporter. Een vierde verdachte zou de Volkswagen Transporter hebben bestuurd. Op de plaats delict blijft een voorhamer van ongeveer een meter lang met een zwart/geel handvat van het merk ‘Stanley’ achter. [86]
Zoals gezegd, komt de rechtbank tot de conclusie dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade.
3.3.4.1.
Redengevende feiten en omstandigheden
Gebeurtenissen 10 oktober 2019
Op 10 oktober 2019 wordt rond 22:50 uur aan de Lagenoord in Utrecht een gestolen Volkswagen Multivan met valse kentekenplaten ( [kenteken 9] ) aangetroffen en inbeslaggenomen (ZD 9). [87] In het busje worden onder andere een voorhamer, twee klauwhamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen, handschoenen en een zwarte pet aangetroffen. [88] [89]
Op 10 oktober 2019 om 23.23 uur belt [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer 9] ) met [medeverdachte 8] (* [telefoonnummer 6] ) en zegt: ‘is een tweede liefje bij komen kijken’. [medeverdachte 8] antwoordt: ‘Kanker en al die dingen liggen er nog in he…alles DNA alles jongen.’ [90] Het nummer (* [telefoonnummer 9] ) wordt zowel door [medeverdachte 3] als [medeverdachte 8] gebruikt. Het nummer (* [telefoonnummer 6] ) wordt ook aan [medeverdachte 3] toegeschreven. [91]
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] worden vandaag veroordeeld voor opzetheling van deze Volkswagen Multivan (vals kenteken [kenteken 9] ) (ZD 9). Hun DNA matcht met DNA dat is aangetroffen in het busje en op goederen erin. Ook van [verdachte] is een DNA-match gevonden in het busje.
Het DNA van [medeverdachte 8] matcht met DNA op een honkbalknuppel (SIN: AAFD4029NL#03), hamers (SIN: AAFD4034NL#02, AAFY1462NL#03, AAFY1463NL#01), bivakmutsen (SIN: AAFD4028NL#01, AAFD4032NL#01, AAND9729NL#01), handschoenen (SIN: AAND9730NL#02), deurbediening rechter schuifdeur (SIN: AANE5047NL#01) en voorzijde oppervlak stuurwiel (SIN: AANE5050NL#01).
Het DNA van [medeverdachte 3] matcht met DNA op bivakmutsen (SIN: AAFD4028NL#01, AAFD4032NL#01) en voorzijde oppervlak stuurwiel (SIN: AANE5050NL#01).
Het DNA van [verdachte] matcht met DNA op de hoofdsteun linksvoor (SIN: AANE5013NL#01). [92] [93]
In de onder [verdachte] inbeslaggenomen Apple iPhone telefoon wordt een filmpje aangetroffen dat sinds 11 oktober 2019, 22.14 uur in de telefoon is opgeslagen. In het filmpje is te zien en te horen dat een donkerkleurig bestelbusje onder begeleiding van vier politieauto’s wordt afgevoerd door een sleepwagen. Het filmpje is gemaakt bij de kruising Spinozaweg met de Vleutenseweg in Utrecht . In het filmpje wordt ingezoomd op de sleepwagen en takelwagen en is te horen dat een man, die samen met in ieder geval een ander is, spreekt over ‘die bus’ en meermalen tegen de ander zegt te kijken. [94] In deze telefoon zijn tevens telefoonnummers gevonden van [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer 2] ), [medeverdachte 2] (* [telefoonnummer 4] en * [telefoonnummer 3] ) en [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer 6] en * [telefoonnummer 8] ). [95]
Op 20 november 2019 is Opnemen van Vertrouwelijke Communicatie (hierna: OVC) apparatuur geplaatst in de Nissan Micra met kenteken [kenteken 10] die op naam staat van de moeder van [medeverdachte 11] , vriendin van [medeverdachte 3] . In de Nissan Micra hebben gesprekken plaatsgevonden tussen een vrouw en een man, die zijn opgenomen en uitgewerkt. De vrouw is herkend als [medeverdachte 11] en zij is tijdens de gesprekken ook [medeverdachte 11] genoemd. De man is herkend als [persoon 12] . Tijdens de gesprekken wordt ook de naam [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) meermalen genoemd. [96] Ook de namen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 2] worden genoemd. [medeverdachte 1] is de voornaam van verdachte [medeverdachte 1] , [medeverdachte 8] de voornaam van verdachte [medeverdachte 8] en [medeverdachte 2] is een verkleining van de voornaam van verdachte [medeverdachte 2] . Gelet op de context waarbinnen deze namen worden genoemd begrijpt de rechtbank dat in de OVCgesprekken ook over deze verdachten werd gesproken.
In een OVC-gesprek in de Nissan Micra van [medeverdachte 11] op 26 november 2019 werd gesproken over iemand die bij de Oudenoord , bij de molen, helemaal ‘naar de kanker’ was geslagen, dat [medeverdachte 3] dat eigenlijk met [medeverdachte 8] had moeten doen, dat daarbij een busje was en dat [medeverdachte 3] zijn bivakmuts met DNA erin had laten liggen, dat er spullen in het busje lagen om iemand mee knock-out te slaan zoals mokers, dat het busje inbeslaggenomen was en dat dit geëscorteerd werd door de politie, dat [medeverdachte 3] dit vanuit zijn huis heeft gefilmd en dat hij nog naar het politiebureau wilde gaan om het busje in de fik te steken. [97]
Gebeurtenissen tussen 11 oktober 2019 en 15 oktober 2019
Op 11 oktober 2019 worden telefoongespgekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] opgenomen en afgeluisterd.
In het gesprek op 11 oktober 2019 om 18:56 uur geeft [medeverdachte 2] het telefoonnummer ( [telefoonnummer 22] ) aan [medeverdachte 3] van ‘ [naam 3] ’, die naar hem onderweg is. [98] Dat telefoonnummer is op dat moment in gebruik bij [naam 4] . Blijkens zendmastgegevens van de telefoonnummers van [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer 6] ) en [naam 4] (* [telefoonnummer 22] ) zijn zij rond 19:16 uur bij elkaar in de buurt in Utrecht . Hierna heeft [medeverdachte 3] weer telefonisch contact met [medeverdachte 2] . Hij zegt dat hij nu met hem is en vraagt wat nu precies de bedoeling is en of hij wat moet doorgeven. [medeverdachte 2] gaat dat voor de zekerheid vragen en laat het hem weten. [99]
In het gesprek om 19:19 uur citeert [medeverdachte 2] een opdracht aan [medeverdachte 3] : ‘Hij moet posten en plakken die kanker C3’, ‘en als hij die hond ziet weggaan, kijken hoe en wat’ en ‘ze kankermoeder moet vandaag geket worden. No joke’. [medeverdachte 3] antwoordt dat hij het doorgeeft. [100] De telefoonnummers van [medeverdachte 3] en [naam 4] verplaatsen zich gezamenlijk via de wijk Kanaleneiland in Utrecht naar de omgeving van de Binnenstad / de Oudenoord / Adelaarstraat te Utrecht . [101]
Op 11 oktober 2019 om 20:00 uur belt [medeverdachte 3] met [medeverdachte 2] en zegt dat ‘die ene ding er niet staat’ en dat ‘meneer zelf achter op een Vespa’ langsreed. [medeverdachte 3] vraagt [medeverdachte 2] wat te doen, want waar hij is, is geen ‘place to be’ en ze rijden rondjes. [medeverdachte 2] geeft het door maar zijn berichten komen niet aan. [medeverdachte 3] wacht op bericht van [medeverdachte 2] . [102] Om 20:07 uur belt [medeverdachte 3] nogmaals met [medeverdachte 2] en zegt dat [medeverdachte 2] moet doorgeven dat ‘ Ondiep ook niets is’. [103] Ook uit de mastgegevens blijkt van een verplaatsing naar de wijk Ondiep in Utrecht . De telefoonnummers van [medeverdachte 3] en [naam 4] stralen rond 20:09 uur een zandmast aan in de omgeving van Nijenoord in Utrecht . [104]
Na het gesprek met [medeverdachte 2] belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 8] . [medeverdachte 8] zegt dat ‘die ene kap, met zwarte ding erboven’ ‘begint met 76’. [105] [106]
Op 11 oktober 2019 haalt [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] tussen 22:30 uur en 23:30 uur op van luchthaven Schiphol met de Peugeot van [medeverdachte 1] . Zij rijden vervolgens over de Valkenkamp in Maarssen. [107]
Op 12 oktober 2019 vindt om 00:52 uur een OVC-gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de Peugeot. [medeverdachte 1] zegt dat ze naar ‘Alle zijn huis’ rijden. [108]
Blijkens het baken op de Peugeot zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] om 01:12 uur op de [adres 16] . [109] [medeverdachte 1] zegt op dat moment tegen [medeverdachte 2] dat hij terug moet rijden en: ‘Die C3 daar, rij, ga eens daarnaartoe, die grijze, volgens mij is dat hem’, ‘Kenteken is 7 (zeven) 6 (zes) nog wat’. [110] [111] Ook is te horen dat er foto’s worden gemaakt. [112] Om 01:20 uur rijden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] met de Peugeot over de [adres 16] in de richting van de Adelaarstraat in Utrecht en ze stoppen op de [straat 5] . Hierna rijden ze richting de woning van [medeverdachte 1] in [plaats 2] . [113]
Uit onderzoek blijkt dat [persoon 1] een grijze Citroën C3 met kenteken [kenteken 11] in gebruik heeft en dat hij woont op [adres 16] . [114]
Uit onderzoek in een bij de doorzoeking van het huis van [medeverdachte 1] inbeslaggenomen Nokia 105 telefoon komt naar voren dat [medeverdachte 1] het telefoonnummer van [persoon 1] heeft geprobeerd te achterhalen. [115]
Gebeurtenissen tussen 23 oktober 2019 en 24 oktober 2019
Op 23 oktober 2019 voeren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] om 01:34 uur een gesprek in de Peugeot dat wordt afgeluisterd. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2] of hij ‘hem’ laatst 150,- euro had gegeven om die spullen te halen en of een hamer 30,- euro kost. [medeverdachte 2] zegt dat hij ‘hem’ twee barkie (200,- euro) heeft gegeven. [medeverdachte 1] zegt dat er een moker moest worden gehaald. [116]
Op 23 oktober 2019 zitten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] rond 21:31 uur wederom in de Peugeot. [medeverdachte 1] zegt desgevraagd tegen [medeverdachte 2] dat hij naar ‘de molen’ moet rijden. [medeverdachte 2] vraagt of hij naar rechts moet, naar de Hopakker , waarop [medeverdachte 1] bevestigend antwoordt. [117] [118] Uit de bakengegevens van de Peugeot blijkt dat het voertuig rond 21:40 uur staat geparkeerd aan de Hopakker in Utrecht ter hoogte van perceelnummer [nummer 5] . In een OVC-gesprek is te horen dat [medeverdachte 1] zegt dat ‘hij’ woont op nummer [nummer 6] en dat [medeverdachte 2] daar ergens moet parkeren. Op een gegeven moment, rond 21:47 uur, zegt [medeverdachte 1] : ‘Volgens mij is hij het broer’. [119] [120] [121] [122]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 23] (hierna: * [telefoonnummer 23] ) van [persoon 1] straalt rond 21:21 uur een zendmast aan in de omgeving van de Hopakker , de zendmast aan de Oudenoord in Utrecht . [123] Omstreeks 21:49 uur straalt zijn telefoonnummer een zendmast aan in de Zwanenvechtlaan in Utrecht . Vermoedelijk verbleef [persoon 1] in de omgeving van de Hopakker en vertrok hij tussen 21:21 uur en 21:49 uur in de richting van de omgeving van de Zwanenvechtlaan . [124]
De Peugeot rijdt rond 21:57 uur weer en lijkt, op basis van een afgeluisterd gesprek, een ander voertuig te volgen. [medeverdachte 2] zegt: ‘Drie auto’s voor ons precies’. [medeverdachte 1] zegt: ‘Afstand, je hebt te grote afstand, dichterbij’ en ‘Nu mogen er auto’s tussenkomen, (ntv) is ook weer opvallend’. De bakengegevens van de Peugeot laten zien dat het voertuig vanaf de Hopakker wordt gereden in de richting van de wijk Kanaleneiland in Utrecht . Uit de zendmastgegevens van de getapte telecommunicatie van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt dat zij beiden met de Peugeot meereizen. [125] [126]
De volgende dag, op 24 oktober 2019, vindt in de Peugeot een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] , die aan hun stemmen worden herkend. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vragen aan [medeverdachte 5] of hij niet nog een paar Transporters heeft staan. [127] [128] [129] Vervolgens wordt in de nacht van 26 oktober 2019 in Hoensbroek een Volkswagen Transporter gestolen (ZD 13).
Gebeurtenissen op 30 oktober 2019 voorafgaand aan het geweldsmisdrijf
Op 30 oktober 2019 stuurt [medeverdachte 10] om 19:07 uur (UTC+1) berichten met het Sky-ID [Sky-ID nummer] naar het Sky-ID [Sky-ID nummer] van [medeverdachte 1] : ‘Zet chauf klaar. Spullen alles. Vandaag actie’. [130]
Als [medeverdachte 1] om 19:23 uur nog niet heeft gereageerd stuurt [medeverdachte 10] een boos bericht: ‘Ben een hoerenzoon als ik nog ooit wat met jou ga doen. Dit is niet weggelegd voor jou, dus geniet van je kk rust na deze kanker goerige kk troep klus’. Ongeveer tien minuten later biedt [medeverdachte 10] zijn excuses aan en hij schrijft om 19:36 uur: ‘Zorg dat we die hond op goeie plek hebben zo. Oke jongens zijn er met een uur! Bus afgetankt hamers erin alles. Oke top broer kk hond wordt tijd’. [131]
Om 20:35 uur vindt in de Peugeot een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en een derde persoon die in de Peugeot 208 stapt. De derde persoon die instapt en deelneemt aan het gesprek wordt aan zijn stem herkend als [verdachte] . [132] [medeverdachte 1] vraagt wat de planning is en of ze hem nu gelijk gaan pakken. [medeverdachte 1] zegt dat hij in de buurt is, dat hij gaat bellen om handel bij hem te halen en dat ze hem dan gelijk gaan pakken. [medeverdachte 1] zegt dat die jongens er met een kwartiertje zijn, dat de bus klaar staat en dat hij er nu even alles in gaat stoppen. [133] [134] Even later zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat de bus niet verbrand moet worden. [verdachte] vraagt waar die naartoe moet, waarop [medeverdachte 1] zegt dat de bus gewoon safe moet staan om de volgende dag weer gebruikt te worden. [135]
Later die avond, om 21:42 uur, vraagt [verdachte] wat de planning is. [medeverdachte 1] zegt dat ze ‘naar die jongens toegaan’. [verdachte] vraagt of [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ‘die boys gaan ophalen’, waarop [medeverdachte 1] zegt: ‘Nee die boys zijn er broer. Die boys gaan mij niet meer zien. Die boys gaan jou zien. Alleen jij mag mij zien zeg maar’. [136]
Om 22:44 uur vindt in de Peugeot een voorbespreking plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] over het te voeren telefoongesprek met [persoon 1] . [medeverdachte 2] vraagt [medeverdachte 1] hem precies uit te leggen wat hij moet zeggen. [medeverdachte 1] geeft hem instructies: ‘Wat gaan we zeggen. He man, [bijnaam 11] . Kan ik nog wat bij je halen ja of nee. Zeg, yo, met [naam 5] (fon.). Met [naam 6] (fon.). Gewoon zeggen, he Leidse Rijn . Heb je nog wat of niet? Het gaat om handel hier. Gewoon zeggen ik heb nu wat nodig’. [medeverdachte 2] vraagt [medeverdachte 1] waar hij moet komen en wanneer. [medeverdachte 1] : ‘Zeg maar tegen hem waar hij wilt. Jij moet zeggen kom maar naar jou toe als je wilt. Als je kan, zeg maar ik ben op de weg, maar maakt niet uit. Snap je?’. [medeverdachte 2] : ‘Anders zeg ik gewoon Overvecht?’. [medeverdachte 1] : ‘Dan zeg je tegen hem, dan over een half uurtje ben ik. Half uurtje in [naam 7] ’. [137] Om 22:47 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] dat hij ‘ [naam 8] ’ (fon.) heet. [138]
[medeverdachte 2] (* [telefoonnummer 5] ) probeert meerdere keren contact op te nemen met [persoon 1] (* [telefoonnummer 23] ). De derde keer wordt er opgenomen. [medeverdachte 2] stelt zich voor als [naam 6] uit [plaats 4] , zegt dat hij wat nodig heeft en vraagt of dat gaat lukken. [persoon 1] zegt dat hij niet weet waar het over gaat en beëindigt het gesprek. [139]
Om 22:53 uur is in de Peugeot te horen dat [medeverdachte 1] aan de telefoon tegen [verdachte] zegt dat ze in een grijze Peugeot zitten bij Norbruis, bij de Landingsbaan. [140] [141]
Intussen ontvangt [medeverdachte 1] op zijn Sky-ID [Sky-ID nummer] berichten van het Sky-ID [Sky-ID nummer] van [medeverdachte 10] . Tussen 22:46 uur en 23:07 uur (UTC+1) stuurt [medeverdachte 10] onder andere de volgende berichten naar [medeverdachte 1] : ‘Mijn jongens kunnen niet buiten blijven [bijnaam 11] . Hoe lang broer. Want ze wachten echt lang. Peugeot. Hoe lang +- voor hond er is. Oke waar is fucking driver man. En [naam 9] goed??? Wel echt kk druk daar heh maar denk hij haalt het dan van osso???? Want hij woont er achter. Oke broer dus nu naar ze osso gaan timeren? Oke perfect jongens zijn klaar en ze moeten dichtbij proberen! Yallah [bijnaam 11] gas erop!!’. [142]
Om 23:02 uur rijdt de Peugeot nabij de Burgemeester Norbruislaan ter hoogte van de kruising met de Jan van Zutphenlaan. Op dat moment wordt [medeverdachte 2] (* [telefoonnummer 5] ) teruggebeld door [persoon 1] (* [telefoonnummer 23] ). [medeverdachte 2] zegt dat hij met tien à vijftien minuten in Overvecht zal zijn. Daarop zegt [persoon 1] dat [medeverdachte 2] naar de molen bij de [naam 9] toe moet komen. [medeverdachte 2] zegt dat dat goed is. In de directe omgeving van een shishalounge genaamd [naam 9] aan de Bemuurde Weerd Oostzijde te Utrecht staat een molen genaamd Rijn en Zon op de Adelaarstraat in Utrecht . [143] [144]
Om 23:03 uur stapt [verdachte] weer in de Peugeot en vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] . [verdachte] vraagt naar de handschoenen en [medeverdachte 2] zegt dat alles in de wagen zit. [medeverdachte 2] vraagt aan [verdachte] of hij van tevoren nog handschoenen wil, ‘want jij bent die driver’. ‘Ja tuurlijk’, zegt [verdachte] . [medeverdachte 2] zegt: ‘Hij zegt kom naar [naam 9] ’. ‘Wie?’, vraagt [verdachte] . [medeverdachte 2] antwoordt: ‘..dinge, [naam 8] ’. [verdachte] zegt dat hij met hun gelijk naar de auto rijdt. [medeverdachte 2] zegt dat hij met hem heeft afgesproken, dat hij zei dat [medeverdachte 2] daarnaartoe moest komen en dat [verdachte] dus alvast naar [naam 9] moet gaan rijden en voor de deur moet parkeren. [medeverdachte 1] bevestigt dat hij voor de deur moet parkeren. [145] [146]
[medeverdachte 2] wordt om 23:15 uur weer gebeld door [persoon 1] . [medeverdachte 2] zegt dat hij bijna in Overvecht is en van daar gelijk naar hem doorrijdt. [persoon 1] zegt dat hij bij de molen op hem zit te wachten. Rond 23:18 uur wordt de Peugeot geparkeerd in de omgeving van de Stroyenborchdreef in Utrecht en stappen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] uit. [medeverdachte 2] voert via een zendmast aan de Kosdreef, in de omgeving van de Stroyenborchdreef, nog een aantal telefoongesprekken met [persoon 1] . In het telefoongesprek om 23:24 uur zegt [medeverdachte 2] tegen [persoon 1] dat hij met twee, drie minuten bij de molen zal zijn. Ook om 23:30 uur zegt [medeverdachte 2] tegen [persoon 1] dat hij er met twee minuten zal zijn. [147]
[medeverdachte 10] ( [Sky-ID nummer] ) stuurt ook berichten naar het Sky-ID [Sky-ID nummer] , dat op 30 oktober 2019 door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] werd gebruikt. [medeverdachte 10] schrijft om 22:47 uur (UTC+1): ‘Driver stapt nu naar ze [bijnaam 11] . Kunnen ze samen timeren in de buurt van bus [bijnaam 11] ’. Tussen 23:21 uur en 23:23 uur schrijft [medeverdachte 10] : ‘Laat hem rekken [bijnaam 11] . Dus ze moeten [naam 9] komen? Oke dus voor [naam 9] niet ze osso? Hond is voor [naam 9] . Balonnen doen in een waggi. Beste een kleine tik geven aan die auto ofzo. Check wat beste is hem eruit te lokken’. Om 23:28 uur schrijft [medeverdachte 10] : ‘Onderweg. Gaan elk moment beginnen’. [148]
Geweldsmisdrijf van 30 oktober 2019
[persoon 1] wordt op 30 oktober 2019 rond 23:30 uur aan de Adelaarstraat in Utrecht door drie mannen in elkaar geslagen. De drie mannen gebruiken hierbij slagvoorwerpen – vermoedelijk een honkbalknuppel, een moker en een hamer – en dragen bivakmutsen. [149]
De politie ontvangt de melding van het geweldsincident rond 23:30 uur. Het voertuig van de verdachten, een grijze Volkswagen Transporter, zou zijn weggereden richting Overvecht. [150]
De politie komt rond 23:31 uur aan op de Adelaarstraat en treft [persoon 1] op straat aan. Hij is niet aanspreekbaar en bloedt uit zijn hoofd. Op twee meter afstand van [persoon 1] ziet de politie een hamer met lange steel, een moker, rechtop staan. Rondom de moker ligt bloed en dons van de jas van [persoon 1] . [151]
[persoon 1] verklaart dat hij op 30 oktober 2019 op de kruising van de Adelaarstraat met de Hopakker stond en dat hij op een gegeven moment in de Merelstraat een grijze Volkswagen Transporter zag staan waar twee of drie jongens uit stapten en iemand achter het stuur zat. Twee jongens hielden een moker vast in hun hand. Een andere persoon hield ook iets in zijn hand vast. De jongens renden op hem af en [persoon 1] rende weg. De jongens haalden hem in en sloegen hem met de moker die zij in hun hand hadden. [persoon 1] voelde dat hij werd geraakt op zijn hoofd, rug, schouders, armen en benen. [persoon 1] viel daarbij op de grond. Hij voelde heel erg veel pijn over zijn hele lichaam. Hij probeerde op te staan, maar voelde en zag dat hij direct weer werd neergeslagen door de moker. Hij zag bloed voor zijn ogen. Toen omstanders doorhadden wat hem overkwam, stopten de jongens met slaan en renden ze weg. Hij zag nog dat één persoon terugkwam, hem weer sloeg en wegrende. De drie jongens stapten weer in de grijze Volkswagen Transporter en de Transporter reed weg in de richting van de Kardinaal de Jongweg. Eén van de daders droeg een capuchon en een bivakmuts. De andere twee jongens hadden hun gezicht ook bedekt, vermoedelijk met een bivakmuts. Eén van de jongens liet een zwart petje vallen. [persoon 1] zag het petje op straat liggen. [152]
[persoon 1] verklaart het volgende letsel te hebben opgelopen: gebroken hand, gekneusde rib, zeventien hechtingen in zijn hoofd en twee wonden, barst in zijn schedel, gebroken/gekneusd scheenbeen. [153] Het dossier bevat foto’s van letsel van [persoon 1] . [154]
De spoedeisende hulp van het Diakonessenziekenhuis heeft met betrekking tot het letsel van [persoon 1] de volgende informatie verleend:
- grote winkelhaak verwonding hoofdwond;
- snee van het scheenbeen links;
- misselijk;
- enorm pijnlijk overal;
- flink veel striemen op de rug;
- pijn ribben links;
- hand rechts volledig pijnlijk;
- pijn scheenbeen links met open sneeverwonding;
- schedelfractuur links pariëtaal alwaar tevens hematoom;
- pols/hand rechts: intra-articulaire fractuur basis falanx;
- licht traumatisch schedelhersenletsel;
- hechten twee hoofdwonden en één wond scheenbeen. [155]
Getuige [getuige 1] verklaart het volgende over het geweldsincident. Zij zag op 30 oktober 2019 omstreeks 23:30 uur drie personen vanuit de Merelstraat over de Adelaarstraat in de richting van de Hopakker achter het slachtoffer aan rennen. Eén van deze personen rende met een honkbalknuppel in zijn handen. Het hoofd en gezicht van deze man was geheel bedekt. De man met de honkbalknuppel sloeg het slachtoffer meerdere malen hard met de honkbalknuppel, voornamelijk in de richting van zijn hoofd. De man met de moker sloeg meerdere malen met een lange slag richting de rug van het slachtoffer. Het slachtoffer werd meerdere malen geraakt. Alle drie de mannen sloegen hem meerdere keren. Vanuit de Merelstraat kwam een lichtgrijs busje met geblindeerde achter zijramen aan rijden. De bestuurder bleef in het busje zitten. De man met de moker sloeg nog één keer op de benen van het slachtoffer, waarna hij de moker losliet en achterliet op de kruising bij het slachtoffer. De drie mannen renden toen snel richting het grijze busje en stapten in het busje. Het busje reed vervolgens hard weg over de Adelaarstraat in de richting van de Nieuwe Keizersgracht. [156]
Bij de rechter-commissaris verklaart getuige [getuige 1] dat één man een moker had en daarmee richting de benen, in ieder geval de onderkant, van het slachtoffer sloeg en dat de andere twee mannen honkbalknuppels hadden. [157]
Getuige [getuige 2] verklaart als volgt. Zij zag op 30 oktober 2019 omstreeks 23:31 uur drie mannen achter een grijze Volkswagen bus vandaan rennen die op de Merelstraat ter hoogte van de molen stond. Alle drie de mannen droegen een bivakmuts. Twee van deze mannen droegen een honkbalknuppel bij zich. De derde man droeg een grote moker bij zich. Deze moker had een opvallende gele kleur en een handvat van ongeveer een meter. Eén van de mannen met een honkbalknuppel maakte een lage slaande beweging richting de man die door hen werd achtervolgd. Hij raakte de man en de man kwam ten val op de Hopakker . Alle drie de mannen sloegen hierna meerdere keren op het slachtoffer in. Het slachtoffer werd meermalen met de moker en met de honkbalknuppel geslagen. Toen omstanders begonnen te schreeuwen en te claxonneren, renden de drie mannen plotseling weg in de richting van de Volkswagen bus die inmiddels op de Adelaarstraat stond en zij stapten aan de zijkant in. Vrijwel direct hierna reed de bus weg richting de Nieuwe Keizersgracht. Bij het instappen liet één van de drie mannen de moker achter op de Adelaarstraat . [158]
Gebeurtenissen na het geweldsmisdrijf en de uitvoerders
[medeverdachte 2] probeert [persoon 1] te bellen op 30 oktober 2019 om 23:37 uur, 23:40 uur en 23:45 uur, maar krijgt hem niet aan de lijn. [medeverdachte 1] zegt om 23:53 uur in de Peugeot 208 tegen [medeverdachte 2] : ‘Hij heeft ook niet teruggebeld he?’, waarop ze beiden lachen. [159]
Na het geweldsmisdrijf wordt het telefoonnummer * [telefoonnummer 5] niet meer door [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] gebruikt. [160]
Op 31 oktober 2019 om 00:27 uur is in de Peugeot te horen dat [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] zegt dat hij ‘ [naam 3] ’ ‘nu gelijk’ naar Overvecht moet laten komen. [medeverdachte 2] belt daarop met [naam 4] (* [telefoonnummer 22] ). Vervolgens wordt om 00:38 uur in de Peugeot 208 door [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] gesproken over waar die spullen naartoe moeten en waar geen camera’s hangen. [verdachte] noemt Soesterberg . [161] [162] [163]
Op de camerabeelden van de garagebox aan de [adres 13] is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 31 oktober 2019 rond 00:53 uur aan komen lopen bij de garagebox. [medeverdachte 2] heeft in zijn linkerhand een grote tas met daarin een groot lichtkleurig voorwerp dat aan de bovenzijde uitsteekt. [medeverdachte 1] opent de deur van de garagebox en [medeverdachte 2] gaat naar binnen met de tas. Deze tas heeft een opdruk, een ovaal in de kleur zwart met daarin onder andere het woord ‘food’. [medeverdachte 2] komt vervolgens zonder tas uit de garagebox. [164]
Om 00:56 uur vindt er weer een gesprek plaats in de Peugeot. [medeverdachte 1] zegt dat ze een ‘waggie’ pakken en hem daar op gaan zetten om die eruit te rijden. Hij vraagt of een busje beter is of een auto, waarop wordt gezegd dat een busje beter is, dat het niet opvallend is. [medeverdachte 1] vraagt waar die platen zijn. Hij is op zoek naar een mooie plek waar hij die auto kan stallen tot de volgende dag en noemt Soest of Soesterberg . [165]
De telefoonnummers van [medeverdachte 2] (* [telefoonnummer 3] en * [telefoonnummer 4] ), [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer 25] ), [verdachte] [telefoonnummer 1] (hierna: * [telefoonnummer 1] ) en [naam 4] (* [telefoonnummer 22] ) stralen tussen 00:52 en 01:15 uur zendmasten aan in de omgeving van de Bangkokdreef, waar het baken onder de Peugeot zich dan bevindt. [166]
Met de telefoon van [verdachte] (* [telefoonnummer 1] ) is om 01:17 uur via de navigatie-applicatie Waze gezocht naar de Simon Stevinlaan in Soesterberg . [167]
Het telefoonnummer van [naam 4] (* [telefoonnummer 22] ) reist hierna over de Rijksweg A28 en A27 in de richting van Vianen naar Soesterberg en verblijft daar tussen 01:35 uur en 01:45 uur. Rond de tijden van deze reis wordt de auto van de vader van [naam 4] geregistreerd door een ANPR-camera bij Nieuwegein in dezelfde richting. Het telefoonnummer van [verdachte] (* [telefoonnummer 1] ) lijkt dezelfde reisbeweging te maken als het telefoonnummer van [naam 4] . [168]
Op 31 oktober 2019 om 02:24 uur vraagt [medeverdachte 1] in de Peugeot aan [verdachte] of ze met drie man waren en of eentje met een houten bat (honkbalknuppel) bezig was. [medeverdachte 1] vraagt verder: ‘Eentje was aan het knuppelen, eentje was aan het hameren en ander aan het mokeren?’ [verdachte] antwoordt bevestigend. [169] [170]
Die middag, om 14:53 uur, wordt in de Peugeot gevraagd of er niemand is die een foto kan maken van iemand in het ziekenhuis. [171] Om 16:48 uur praten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] weer in de auto over het geweldsincident waarbij [medeverdachte 2] een artikel voorleest en [medeverdachte 1] lacht. [172]
Op 31 oktober 2019 schrijft [medeverdachte 10] ( [Sky-ID nummer] ) rond 15:30 uur (UTC+1) aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ( [Sky-ID nummer] ) dat hij nieuwe platen moet hebben en dat de bus veilig is.
De volgende dag schrijft [medeverdachte 10] “ [kenteken 8] heb ik broer” . [173]
Op 1 november 2019 om 03:55 uur vindt een heimelijke inkijk plaats in de garagebox aan de [adres 13] . Tijdens deze inkijk wordt een foto gemaakt van een daar aangetroffen gele Jumbo boodschappentas. De tas heeft een zwart vlak met lichte letters met de woorden ‘food’ en ‘markt’. Het zwarte vlak heeft aan de linker bovenzijde een ronding en daarboven het woord ‘Jumbo’. Dit komt overeen met de foto die op 31 oktober 2019 om 00:53 uur is gemaakt bij de garagebox. In de tas worden onder andere een honkbalknuppel met bloedspetters, drie gebruikte bivakmutsen en twee klauwhamers van het merk ‘Stanley’ aangetroffen. [174] [175] [176]
Ook wordt een verpakking van een slaghamer van het merk ‘Stanley’ aangetroffen. De moker die op de plaats delict wordt achtergelaten, is van het merk ‘Stanley’. [177]
De drie bivakmutsen worden rondom de mondopening bemonsterd. [178] Op de drie bivakmutsen wordt een DNA-match met van [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] aangetroffen. Op het handvat van de honkbalknuppel wordt een DNA-match met [medeverdachte 8] aangetroffen. Ook wordt een DNA-bloedspoor van de honkbalknuppel bemonsterd en onderzocht. Dat levert een DNA-match op met het slachtoffer [persoon 1] . [179] [180] [181]
Op 26 november 2019 vindt een doorzoeking plaats in de garagebox aan de [adres 13] . Daarbij worden een Jumbotas en een Praxistas met inhoud aangetroffen. In de Praxistas worden handschoenen, bivakmutsen in verpakking, baseballcaps, een verbanddoos en een doosje met handschoenen aangetroffen. In de garagebox worden ook een honkbalknuppel, hamers van het merk ‘Stanley’ en diverse schoonmaakproducten aangetroffen. Zes handschoenen worden bemonsterd. [182]
Twee van de zes bemonsterde handschoenen leveren een DNA-match met [medeverdachte 7] op, twee handschoenen leveren een DNA-match met [medeverdachte 9] en [medeverdachte 8] op en de andere twee handschoenen een DNA-match met [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] . [183] [184]
Op 3 november 2019 vindt om 13:26 uur een OVC-gesprek plaats in de Peugeot 208. [medeverdachte 1] vraagt aan [verdachte] of de jongens die op die dag met hem waren gouden tanden hadden. [verdachte] zegt: ‘Twee Marokkanen en een Pool’. [185] [186]
Volgens de wijkagent in Tiel hebben [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] beiden een gouden tand. Ook weet de wijkagent dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] met elkaar omgaan en elkaar goed kennen. [187] [188] [medeverdachte 7] heeft een Marokkaanse afkomst. Het uiterlijk van [medeverdachte 6] wordt door een verbalisant omschreven als Marokkaans. [189] [medeverdachte 9] heeft een Poolse afkomst. [190] Ten tijde van het geweldsincident was [medeverdachte 9] kentekenhouder van een grijskleurige Peugeot. [191]
Op de dag van het geweldsmisdrijf bevinden de telefoons van [medeverdachte 9] (* [telefoonnummer 16] ) en [medeverdachte 6] (* [telefoonnummer 24] ) zich rond 16:22 uur in [plaats 3] . Rond 19:20 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] zendmasten aan in de omgeving van Gorinchem. Rond dat moment zijn ook telefoons van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in die omgeving. Vervolgens verplaatsen de telefoons van [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] zich richting Tiel . Rond 20:24 uur hebben de telefoons van [medeverdachte 7] (* [telefoonnummer 19] ) en [medeverdachte 9] (* [telefoonnummer 16] ) contact met elkaar. De telefoon van [medeverdachte 7] straalt aan in Tiel . Na het gesprek beweegt het telefoonnummer van [medeverdachte 9] van Tiel naar Utrecht . Ook de telefoon van [medeverdachte 7] beweegt van Tiel naar Utrecht . Het telefoonnummer van [medeverdachte 6] vertoont na aankomst in Tiel geen activiteit meer. Rondom het geweldsmisdrijf is het telefoonnummer van [medeverdachte 7] niet actief. Na het geweldsmisdrijf reist het telefoonnummer van [medeverdachte 7] langs de A2 richting Den Bosch. [192]
Het telefoonnummer van [medeverdachte 9] (* [telefoonnummer 16] ) straalt op 30 oktober 2019 rond 21:21 uur een zendmast aan in de omgeving van de Burgemeester Norbruislaan in Utrecht . Het vermoeden bestaat dat de daders van het geweldsmisdrijf op [persoon 1] op de ‘landingsbaan’ aan de Burgemeester Norbruislaan in Utrecht hebben gewacht op [verdachte] die hen naar de Adelaarstraat moest brengen. Omstreeks 23:55 uur vindt de eerste registratie na het geweldsmisdrijf plaats, wanneer een zendmast aan de [adres 15] wordt aangestraald. Deze zendmast bevindt zich in de buurt van het adres van [verdachte] . Rond dezelfde tijd, 23:58 uur, straalt het telefoonnummer van [verdachte] (* [telefoonnummer 1] ) ook een zendmast aan in de omgeving van de [adres 15] . Kort na middernacht, om 00:07 uur, komen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ook naar de [adres 15] . [193]
3.3.4.2.
Vrijspraak poging moord en zware mishandeling
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] , door met honkbalknuppels en een moker met kracht in te slaan op verschillende delen van het lichaam van [persoon 1] , waaronder de rug en het hoofd, willens en wetens de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat [persoon 1] dodelijk letsel zou oplopen. Het slaan met een moker op de rug kan ernstige breuken en interne bloedingen doen ontstaan die kunnen leiden tot de dood, aldus de officier van justitie. Ook [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hadden volgens de officier van justitie voorwaardelijk opzet de dood van [persoon 1] .
De rechtbank volgt de officier van justitie hierin niet en is van oordeel dat poging tot moord niet kan worden bewezen.
Op grond van de verklaring van [persoon 1] en de getuigenverklaringen kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] meermalen met een moker, een honkbalknuppel en een hamer slaande bewegingen hebben gemaakt in de richting van [persoon 1] en dat uit het ontstane letsel kan worden afgeleid dat [persoon 1] ook daadwerkelijk meermalen is geraakt door één of meer slagwapens. Op basis van het dossier kan echter niet worden vastgesteld dat [persoon 1] met één van deze slagwapens op zijn hoofd is geslagen. [persoon 1] heeft weliswaar letsel opgelopen, waaronder een schedelbreuk, maar het is onduidelijk hoe die schedelbreuk is ontstaan. [persoon 1] is immers ten val gekomen tijdens het geweldsincident, wat ook een verklaring kan zijn voor de door hem opgelopen schedelbreuk. Ook is onduidelijk op welke specifieke plek op het hoofd van [persoon 1] dat letsel precies zat. Daarom kan niet worden vastgesteld dat de schedelbreuk is veroorzaakt door het slaan met een slagwapen. Het letsel dat aan [persoon 1] is toegebracht, is geen potentieel dodelijk letsel. Bovendien is de keuze voor de voorwerpen die zijn gebruikt bij het geweldsmisdrijf op zich een contra-indicatie voor het voornemen om [persoon 1] van het leven te beroven. Het ligt niet voor de hand om voor deze methode en deze wapens te kiezen als het de bedoeling is iemand met voorbedachten rade te doden. Dat zou anders zijn geweest als met de moker gericht op het hoofd zou zijn geslagen, maar dat kan niet worden vastgesteld. De rechtbank gaat niet mee in de stelling van de officier van justitie, dat door het slaan met een moker op de rug ernstige breuken en interne bloedingen kunnen ontstaan en dat dit kan leiden tot de dood, nu deze stelling feitelijke grondslag mist. Opzet op de dood kan gelet op het voorgaande niet worden bewezen, ook niet in voorwaardelijke vorm. [verdachte] wordt dan ook van vrijgesproken van poging tot moord.
Ook wordt [verdachte] vrijgesproken van zware mishandeling, nu de rechtbank – net als de officier van justitie en de verdediging – van oordeel is dat het letsel van [persoon 1] niet gekwalificeerd kan worden als zwaar lichamelijk letsel.
3.3.4.3.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht wel bewezen dat [verdachte] zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Naast de uitvoerders waren [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] medeplegers van dit feit. Wat betreft hun rol bij het geweldsmisdrijf overweegt de rechtbank als volgt.
In de avond voor het geweldsmisdrijf en ook nadien hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] gesprekken gevoerd die blijkens de inhoud gingen over het geweldsmisdrijf tegen [persoon 1] . Ongeveer drie uur voor het geweldsmisdrijf werd gevraagd wat de planning was en of ze hem nu gelijk gingen pakken. [medeverdachte 1] deelde daarbij mee dat de jongens er met een kwartier zouden zijn, dat de bus klaar stond en dat hij er alles in ging stoppen. Ook zei [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat de bus niet verbrand mocht worden en dat de bus safe moest staan om de volgende dag weer gebruikt te worden. Nog geen uur later zei [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat de jongens er zijn en dat ze hem, [medeverdachte 1] , niet meer gaan zien, dat ze [verdachte] gaan zien en dat alleen [verdachte] [medeverdachte 1] mag zien. Ongeveer een half uur voor het geweldsmisdrijf zei [medeverdachte 2] tegen [verdachte] dat hij de driver is en [verdachte] bevestigde dit. Door [medeverdachte 1] werd telefonisch aan [verdachte] meegedeeld dat ‘ze’ in een grijze Peugeot zitten bij Norbruis, bij de Landingsbaan. De rechtbank gaat ervan uit dat met ‘ze’ de uitvoerders [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] worden bedoeld en dat de grijze Peugeot de auto van [medeverdachte 9] betreft.
In de op 10 oktober 2019 inbeslaggenomen Volkswagen Multivan met daarin onder andere hamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen, handschoenen en een zwarte pet – het busje dat aanvankelijk zou worden gebruikt bij het geweldsmisdrijf – is een DNA-match met [verdachte] aangetroffen op de hoofdsteun van de bestuurdersstoel. [verdachte] heeft hiervoor geen verklaring gegeven. Bij het uiteindelijke geweldsmisdrijf is een Volkswagen Transporter busje gebruikt dat blijkens getuigenverklaringen is bestuurd door een vierde persoon die op de uitvoerders heeft gewacht en waarmee zij na het geweldsmisdrijf zijn weggereden. De rechtbank gaat er op grond van de bewijsmiddelen van uit dat [verdachte] de bestuurder is geweest van dit busje met daarin de drie uitvoerders en de door hen gebruikte spullen. Uit de gesprekken die kort na het geweldsmisdrijf hebben plaatsgevonden tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt dat [verdachte] aan hen verslag deed en door hen werd gedirigeerd bij het wegbrengen van het busje. [verdachte] moest de spullen brengen naar een plaats waar geen camera’s hangen, waarbij Soesterberg werd genoemd.
[verdachte] heeft als een intermediair gefungeerd en in die hoedanigheid een substantiële rol gehad bij en een wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweldsmisdrijf, dat zonder zijn bijdrage niet kon worden uitgevoerd.
[medeverdachte 1] heeft een grote rol achter de schermen gehad als bedenker en initiator van het geweldsmisdrijf. [medeverdachte 1] heeft hierover niet alleen contact gehad met de direct betrokkenen, maar ook met degene op wiens verzoek hij de mishandeling organiseerde. De rechtbank stelt vast dat dit [medeverdachte 10] is geweest en hij de opdrachtgever van het geweldsmisdrijf lijkt te zijn. [medeverdachte 1] heeft het plan vervolgens uitgezet en was niet alleen in aanloop naar het geweldsmisdrijf betrokken bij de planning en uitvoering daarvan, maar bepaalde ook daarna wat met de gebruikte voorwerpen moest gebeuren. Op die wijze heeft [medeverdachte 1] , ook zonder fysiek bij het geweldsmisdrijf aanwezig te zijn, een substantiële rol gehad bij en een wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweldsmisdrijf.
[medeverdachte 2] stond in aanloop naar, ten tijde van en na het geweldsmisdrijf in nauw contact met [medeverdachte 1] en was ook betrokken bij de gesprekken met [verdachte] hierover. Hij heeft contact opgenomen met [persoon 1] en heeft zich voorgedaan als iemand anders om [persoon 1] naar een afgesproken plek te lokken. Hij heeft dit gesprek van tevoren met [medeverdachte 1] geoefend. [medeverdachte 2] is vanaf het begin betrokken geweest bij de planning en uitvoering van het geweldsmisdrijf en heeft daarna de gebruikte spullen met [medeverdachte 1] naar de garagebox gebracht. Ook voor [medeverdachte 2] geldt dat hij op die wijze, zonder fysiek bij het geweldsmisdrijf aanwezig te zijn, alsnog een substantiële rol heeft gehad bij en een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweldsmisdrijf.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 6] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Zij hebben daarbij allen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de uitvoering van het gezamenlijke plan om [persoon 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Wat betreft het onderdeel ‘voorbedachten rade’ oordeelt de rechtbank dat uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] het vooropgezette plan had [persoon 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank neemt op grond hiervan als vaststaand aan dat [verdachte] vóór de uitvoering van zijn daad heeft nagedacht over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap heeft gegeven. Niet is gebleken van contra-indicaties die het aannemen van voorbedachten rade in de weg staan. Dat die gevolgen konden bestaan uit zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer blijkt uit de gebruikte slagwapens waarmee [persoon 1] is aangevallen die geschikt waren voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank komt tot de conclusie dat feit 2 derde meer subsidiair kan worden bewezen.
3.3.5.
ZD 1: Criminele organisatie (feit 1)
De rechtbank stelt ten aanzien van het toe te passen beoordelingskader voorop, dat voor een veroordeling ter zake deelneming aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat sprake is geweest van een organisatie, dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Voor een criminele organisatie moet sprake zijn van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen twee of meer personen. Voor deelneming aan die criminele organisatie is van belang dat verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en dat hij een aandeel heeft in, dan wel dit verband ondersteunt met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelneming in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en hij dit oogmerk op enigerlei wijze ondersteunt. Niet vereist is dat de verdachte wetenschap heeft van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd. De verdachte hoeft ook geen opzet te hebben op concrete misdrijven. Dit is niet anders indien het oogmerk van de organisatie is gericht op het plegen van misdrijven van uiteenlopende aard.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt een beeld naar voren van een gestructureerd samenwerkingsverband van in ieder geval zeven personen dat zich gedurende geruime tijd in wisselende samenstellingen heeft beziggehouden met verschillende vormen van criminaliteit, waarbij ieder een eigen aandeel heeft gehad dat rechtstreeks verband hield met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie en niet alle leden van de organisatie betrokken waren bij ieder oogmerk.
De rechtbank is op grond van de hierboven onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4 genoemde bewijsmiddelen en de hierna volgende bewijsmiddelen en overwegingen van oordeel dat kan worden bewezen dat [verdachte] in een deel van de tenlastegelegde periode samen met in ieder geval [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 10] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van zware mishandeling met voorbedachten rade. Daarbij was niet alleen sprake van een samenwerkingsverband tussen leden van deze criminele organisatie, maar ook van een zekere rolverdeling, zoals blijkt uit de hierboven weergegeven bewijsmiddelen.
Het oogmerk van de organisatie was ook gericht op het voorbereiden van moord, het plegen van gekwalificeerde diefstal van voertuigen, opzetheling van voertuigen, het opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van valse kentekenplaten en het voeren van valse kentekens.
Op grond van het dossier komt [verdachte] als deelnemer van de organisatie pas op 10 oktober 2019 in beeld. In de toen in beslaggenomen Volkswagen Multivan is zijn DNA aangetroffen. Deze Volkswagen Multivan is dienstig geweest aan de voorbereiding van toebrengen zwaar lichamelijk letsel bij [persoon 1] . De voorbereiding van de moord dan wel de moord op [slachtoffer] is echter van vóór die datum. De rechtbank kan geen betrokkenheid bij of wetenschap daarvan voor [verdachte] vaststellen en hij zal dan ook worden vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie die als oogmerk moord dan wel voorbereiding van moord heeft. De bewezenverklaarde periode van deelname vangt aan op 10 oktober 2019.
De voertuigcriminaliteit waarmee de criminele organisatie zich bezighield, was dienstig aan het geweldsoogmerk van de organisatie. Zo werden er ten behoeve van het geweldsmisdrijf tegen [persoon 1] twee gestolen auto’s ingezet. Dat geweld een belangrijk oogmerk van de organisatie was, leidt de rechtbank verder af uit het feit dat [medeverdachte 10] (Sky-ID [Sky-ID nummer] ) daags na de mishandeling van [persoon 1] dag een bericht stuurde aan Sky-ID [Sky-ID nummer] met als inhoud: ‘Hebben we nieuwe hamers setjes alles voor nieuwe klus moet uit belgie of duits’, [194] het hierboven aangehaalde OVC-gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waarin [medeverdachte 2] een artikel voorleest dat over de mishandeling van [persoon 1] gaat en waarin [medeverdachte 1] vervolgens zegt: ‘Weet je wie we ook gaan doen [naam 10] ’ [195] en uit een bericht van [medeverdachte 1] (Sky-ID [Sky-ID nummer] ) aan Sky-ID [Sky-ID nummer] (dan vermoedelijk in gebruik bij [medeverdachte 2] ) van 13 november 2019 met als inhoud: ‘Alle botte breken, Op ze minst en schade betalen, Plus boete, 50k, deze week’. [196]
De organisatie beschikte naast de voertuigen ook over wapens en andere voorwerpen ten behoeve van dit geweld. Zoals eerder beschreven werden er in de schuur van de grootouders van [verdachte] honkbalknuppels, klauwhamers en voorhamers en een kentekenplaat met nummer [kenteken 8] aangetroffen. Dit kentekennummer wordt in het hiervoor aangehaalde PGP-gesprek tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] door [medeverdachte 10] genoemd. Daarnaast werden er in PGP-telefoons notities aangetroffen waaruit de rechtbank afleidt dat deze voorwerpen op bijna bedrijfsmatige wijze werden geïnventariseerd en aangeschaft.
Zo werd er in de veiliggestelde bestanden van de telefoon die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen en werd gekoppeld aan het Sky-ID [Sky-ID nummer] een lijst aangetroffen met de naam ‘Inventaris’ met daarin vermeld de volgende goederen:
3x jammers
1x jammer autolader
8x amo flesjes
1000x 1gr zakjes
2x gps tracker
Sweeper
3x af luister zender
Renault kastje 3x sleutel
Audi kastje a6 s6 rs6 t/m bouwjaar 2010
Audi kastje B7 = rs4 t/m 2008
Audi kastje B8 = a4 s4 rs4 a5 s5 rs5 t/m 2014
22x petjes
14x bivak
20x schroeven
Slotentrekker [197]
Deze inventaris vertoont overeenkomsten met een veiliggesteld bestand uit de telefoon waaraan Sky-ID [Sky-ID nummer] was gekoppeld, waarin onder het kopje ‘nodig’ het volgende stond vermeld:
10x hamer
5x moker
20x handschoenen
10 ammo
20x keukendoek
10x barbeque brander
5x knuppel
5x nokia telefoon nieuw [198]
Deze inventaris was dienstig aan zowel de voertuigcriminaliteit als het geweldsoogmerk van de organisatie en diende daarnaast om sporen te verwijderen en/of de opsporing te bemoeilijken.
Na de aanhouding van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 krijgt [medeverdachte 2] (Sky-ID [Sky-ID nummer] ) via Sky-chats instructies van [medeverdachte 10] (Sky-ID [Sky-ID nummer] ). [medeverdachte 2] krijgt de opdracht informatie over een ‘stash’, ‘contact gereedschap>’ en ‘contact sweaper + sleutel>’ te geven, geen telefoons mee te nemen, nooit in auto’s (‘waggi’) te praten (‘ook niet met undercovertaal of iets’), het slot van de ‘box’ te vervangen, nieuwe telefoons te kopen, auto’s te verplaatsen en platen te vervangen en auto’s van binnen en buiten schoon te maken (‘echt super belangerijk desnoods extra ammo kopen’, ‘schoonmaken moet u wel ff zelf doen voor die fouten maakt onze broeder echt die ammo goed spuiten en vegen snap je alles stoelen grond stuur alles alles alles’). Op de vraag naar het ‘contact gereedschap >’ antwoordt [medeverdachte 2] : ‘contact gereedschap> [verdachte] [telefoonnummer 1] ’ [199]
Op beelden van de garagebox van 22 november 2019 is te zien dat [medeverdachte 2] het slot van de garagebox vervangt. [200]
De rechtbank constateert dat [verdachte] de voornaam is van [verdachte] en stelde al vast dat telefoonnummer [telefoonnummer 1] aan hem toebehoort. Zoals hiervoor overwogen, zijn op 12 mei 2020 in de schuur van de woning van de grootouders van [verdachte] aan de [adres 15] valse kentekenplaten ( [kenteken 8] ) aangetroffen, waarbij werktuigsporen op dit kenteken bleken overeen te komen met sporen op andere kentekenplaten in het onderzoek. Ook werden er zes honkbalknuppels, tien klauwhamers en twee voorhamers aangetroffen. [201]
[verdachte] heeft ten aanzien van het onder 2 derde meer subsidiair bewezenverklaarde feit een aandeel gehad bij een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade, welk geweldsmisdrijf rechtstreeks verband hield met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Het aandeel van [verdachte] blijkt uit de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen ten aanzien van dit bewezenverklaarde feit. Daarbij is met name van belang dat [verdachte] op meerdere momenten contacten heeft gehad met leden van de criminele organisatie en met de leider [medeverdachte 1] over het geweldsmisdrijf waar hij zowel op 10 oktober 2019 als op 30 oktober 2019 bij betrokken is geweest en daarbij werd gesproken over de in dat kader uit te voeren taken. Uit de hiervoor weergegeven chats en bevindingen blijkt voorts dat hij de schuur van zijn grootouders liet gebruiken als opslagplaats voor de criminele organisatie.
Aan voornoemd criterium van deelneming aan een criminele organisatie is naar het oordeel van de rechtbank voldaan.
De rechtbank concludeert dat feit 1 kan worden bewezen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3vervatte bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte]
1.
in de periode van 10 oktober 2019 tot en met 30 november 2019 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meerdere anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- gekwalificeerde diefstal (van voertuigen) als bedoeld in artikel 311/310 Wetboek van Strafrecht en
- opzetheling (van voertuigen) als bedoeld in artikel 416/417 Wetboek van Strafrecht en
- zware mishandeling met voorbedachten rade als bedoeld in artikel 303/302 Wetboek van Strafrecht en
- opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van een vals geschrift (valse kentekenplaten) als bedoeld in artikel 225 lid 1 en lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of het voeren van valse kentekens als bedoeld in artikel 41 eerste lid, onder c en/of d van de Wegenverkeerswet 1994;
2 meer subsidiair.
op 30 oktober 2019 te Utrecht , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, aan een persoon genaamd [persoon 1] , opzettelijk en met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door deze opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg meermalen, althans eenmaal met een of meerdere hamer(s) en moker(s) en een of meerdere honkbalknuppel(s), in elk geval met een of meerdere zware voorwerp(en), met kracht op het lichaam te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. [verdachte] is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat [verdachte] zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf jaar met aftrek van voorarrest.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de omstandigheid dat [verdachte] door de gemeente is geholpen bij het vinden van werk en een woning en dat hij dit zal verliezen als hij wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Verder moet rekening worden gehouden met het tijdsverloop en het feit dat hij zich sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis niet schuldig heeft gemaakt aan het plegen van strafbare feiten. De verdediging heeft daarom verzocht om aan [verdachte] een straf op te leggen waarvan het onvoorwaardelijke deel niet hoger is dan de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast moet een geheel voorwaardelijke straf worden opgelegd.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling, gepleegd met voorbedachten rade. Nadat het slachtoffer nietsvermoedend naar de plaats delict was gelokt, is hij door drie mannen ingesloten en met slagvoorwerpen aangevallen. Hierbij droegen zij handschoenen en bivakmutsen. Het slachtoffer is geslagen met een hamer, een knuppel en een moker. Het geweld vond plaats op de openbare weg en daardoor zijn meerdere omstanders getuige geweest van het hevige geweld. Dit heeft bij deze omstanders vermoedelijk gevoelens van angst en onveiligheid aangewakkerd. Dat het letsel van het slachtoffer niet ernstiger is, is aan het ingrijpen van deze omstanders te danken.
Ook de planning en uitvoering van dit misdrijf worden door de rechtbank als professioneel aangemerkt. Er hebben observaties plaatsgevonden, er is geoefend hoe het slachtoffer naar de plaats delict kon worden gelokt en er zijn slagvoorwerpen aangeschaft. [verdachte] lijkt zich hierbij hebben laten lenen voor het conflict, voor de eigenrichting van een ander. Uit de OVC-gesprekken nadien blijkt dat er lacherig wordt gedaan over wat zich heeft afgespeeld. [verdachte] hult zich in stilzwijgen en heeft er geen blijk van gegeven enig inzicht te hebben in de verwerpelijkheid van zijn gedrag. De rechtbank vindt dat buitengewoon zorgelijk en ernstig.
De poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade heeft plaatsgevonden binnen het kader van een criminele organisatie, waarvan [verdachte] deel uitmaakte. Deze criminele organisatie had tot oogmerk het plegen van misdrijven, te weten (gekwalificeerde) diefstal en opzetheling van voertuigen, zware mishandeling met voorbedachten rade en het opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van valse kentekenplaten. Voertuigen werden gestolen en veelal gestald in de garagebox van [medeverdachte 1] aan de [adres 13] . De voertuigen werden ‘gesweept’, schoongemaakt, van valse kentekenplaten voorzien en voor ernstige misdrijven gebruikt. [medeverdachte 1] gaf leiding aan de organisatie. Het betrof geen vast samenwerkingsverband, maar een aantal personen die in wisselende samenstelling hebben geopereerd. Dit betroffen, naast [verdachte] en [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . De deelnemers aan deze criminele organisatie hadden ieder hun eigen rol in de taakverdeling. [verdachte] fungeerde als chauffeur en als opslagplaats voor wapens en valse kentekens. Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat – vanwege het ontwrichtende karakter - de openbare orde raakt.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van [verdachte] van 5 september 2023. Hieruit blijkt dat hij in de vijf jaar voorafgaand aan onderhavige feiten niet is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke misdrijven. [verdachte] is in 2022 veroordeeld voor diefstal van brandstof tot een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van tachtig uur. In 2020 is hij veroordeeld voor het medeplegen van brandstichting tot een gevangenisstraf van 77 dagen. Vanwege deze veroordelingen is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank ook gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS) die de rechtbanken hebben vastgesteld. Voor het opzettelijk toebrengen van middelzwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen, niet zijnde een vuurwapen, noemen de oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden als uitgangspunt. Gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, zoals hierboven is uiteengezet, is de rechtbank is echter van oordeel dat feit 2 meer subsidiair zich niet laat vangen in voornoemd oriëntatiepunt. [verdachte] handelde vanuit een vooropgezet plan, wat in ernstige mate strafverhogend werkt. De rechtbank acht het een passend uitgangspunt om iemand die wordt veroordeeld voor het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachte rade als deze met een rol als die van [verdachte] , zoals hierboven omschreven, een gevangenisstraf van dertig maanden op te leggen. Er zijn geen oriëntatiepunten voor deelneming aan een criminele organisatie. Ten aanzien van de deelname aan de criminele organisatie acht de rechtbank een gevangenisstraf van tien maanden passend.
Alles afwegende zal de rechtbank aan [verdachte] een gevangenisstraf opleggen van 40 (veertig) maanden met aftrek van voorarrest.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Het startmoment voor de redelijke termijn is het moment waarop de verdachte in redelijkheid kan verwachten dat hij door het Openbaar Ministerie voor een bepaald strafbaar feit zal worden vervolgd. De redelijke termijn begint te lopen op het moment dat [verdachte] op 3 juni 2020 verzekering is gesteld. Het einde van de periode is 15 maart 2024, de dag waarop de rechtbank uitspraak doet. Een verdachte heeft het recht dat zijn berechting spoedig verloopt, maar de standaard-‘redelijke termijn’ van twee jaar heeft geen betrekking op dit soort grote onderzoeken. De redelijkheid van de duur van een zaak is onder meer afhankelijk van a) de ingewikkeldheid van de zaak, b) de invloed van de verdachte en/of zijn advocaat op het procesverloop en c) de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt dat in deze zaak sprake is van een omvangrijk en complex onderzoek met veel verdachten. Op verzoek van het Openbaar Ministerie is de zaak in mei 2021 niet inhoudelijk behandeld, zodat de PGP-telefoons ontsleuteld konden worden. Hiervoor waren langdurige onderzoekstechnieken nodig, wat tot vertraging heeft geleid. Alles afwegend vindt de rechtbank een termijn van drie jaar een redelijke termijn waarbinnen het vonnis gewezen had kunnen worden. Dit betekent dat de redelijke termijn met ruim acht maanden is overschreden. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om over te gaan tot strafvermindering. Het bevel tot voorlopige hechtenis van [verdachte] is op 12 november 2020 geschorst, omdat werd voorzien dat de inhoudelijke behandeling nog lang op zich liet wachten. De rechtbank heeft de overschrijding van de redelijke termijn daarom al verdisconteerd in de schorsing. Zij volstaat dan ook met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 47, 57, 63, 140 en 303 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 primair, subsidiair, meer subsidiair en tweede meer subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat [verdachte] het onder 1 en 2 derde meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
Ten aanzien van feit 2, derde meer subsidiair:
medeplegen van poging tot zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt [verdachte] tot een
gevangenisstraf van 40 (veertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door [verdachte] voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan [verdachte] voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en M. Wiewel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.F. Coskun en mr. S. van Gerven, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 maart 2024.
[…]

Voetnoten

1.Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachten telkens bij hun achternaam genoemd.
2.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.PV bevindingen (AH 230), nummer 951, dossier Buizerd, p. 002349-002350 (dig. p. 2387-2389)
4.PV bevindingen, code 13360109, dossier Pulheim, p. 5 4888 t/m 5 4900 (dig. p. 6570 t/m 6582).
5.PV bevindingen, code 18155553, dossier Pulheim, p. 120397 (schema) (dig. p. 8841).
6.PV bevindingen, code 14818349, dossier Pulheim, p. 5 3870 t/m 5 3873 (dig. p. 5551 t/m 5554)
7.PV bevindingen, code 18155553 dossier Pulheim, p. 120395 (bovenste schema) (dig. p. 8839).
8.PV aanvulling van doorzoeking ter inbeslagneming, code 12088656, dossier Pulheim, p. 9 0015 (punt 1.5.) (dig. p. 8404).
9.PV bevindingen, nummer 2019197266, dossier Pulheim, p. 7 0005 (dig. p. 7702).
10.PV bevindingen, code 16659071, dossier Pulheim, p. 120014 (bovenaan) (dig. p. 8458).
11.PV bevindingen, code 14901519, dossier Pulheim, p. 5 3864 t/m 5 3866 (midden) (dig. p. 5545 t/m 5547).
12.PV bevindingen, nummer 1358, dossier Pulheim, p. 5 4731 (dig. p. 6413).
13.PV bevindingen, code 14967155, dossier Pulheim, p. 5 3858 t/m 5 3860 (dig. p. 5539 t/m 5541).
14.PV bevindingen, code 16566671, dossier Pulheim, p. 120089 (schema) (dig. p. 8533).
15.PV bevindingen, nummer 1954, dossier Pulheim, p. 5 5115 (dig. p. 6797) en een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2019197266-344, p. 5 5116 (dig. p. 6798).
16.PV bevindingen, code 13875270, dossier Pulheim, p. 5 1371 (onder 2.2.) (dig. p. 3049).
17.PV bevindingen, code 16703382, dossier Pulheim, p. 120199 (onderaan) (dig. p. 8643).
18.PV bevindingen, code 15214652, dossier Pulheim, p. 5 4459 t/m 5 4463 (dig. p. 6141 t/m 6145).
19.PV bevindingen, code 14229685, dossier Pulheim, p. 5 4712 en 5 4713 (dig. p. 6394 en 6395).
20.PV bevindingen, code 13031414, dossier Pulheim, p. 5 1108 (dig. p. 2786).
21.PV bevindingen, code 15140319, dossier Pulheim, p. 5 3874 t/m 5 3877) (dig. p. 5556 en 5559).
22.PV bevindingen, code , dossier Pulheim, p. 120395 (middelste schema) (dig. p. 8839).
23.PV bevindingen, code 16776505, dossier Pulheim, p. 120207 en 120208 (dig. p. 8651 en 8652).
24.PV bevindingen, (AH 208), nummer 861, dossier Buizerd, p. 002231 en 002232 (dig. p. 2268 en 2269).
25.PV bevindingen, code 14945357, dossier Pulheim, p. 5 3921 t/m 5 3924 (dig. p. 5603 t/m 5606).
26.PV bevindingen, code 15249547, dossier Pulheim, p. 5 3941 t/m 5 3943 (midden) (dig. p. 5623 t/m 5625).
27.PV bevindingen, code 15327152, dossier Pulheim, p. 5 3925 t/m 5 3927 (dig. p. 5607 t/m 5609).
28.PV onderzoek inbeslag genomen GSM Iphone XS Max ZZ08.01, dossier Buizerd p. 5 3843 (dig. p. 5524).
29.PV bevindingen (AH241), nummer 1004, dossier Buizerd p. 002396 (dig. p. 2435)
30.PV bevindingen, nummer 1928, dossier Buizerd p. 7317-7320 (dig. p. 7334-7337)
31.PV bevindingen (AH 104), nummer 395, dossier Buizerd, p. 001613 (dig. p. 1649).
32.PV bevindingen (AH 295, nummer 1094, dossier Buizerd, p. 002709 (vierde alinea) (dig. p. 2747).
33.PV bevindingen (AH 237), code 20200116.1505, dossier Buizerd, p. 002376 en 002377 (dig. p. 2414 en 2415).
34.PVB, code 15327294, dossier Pulheim, p. 5 3918 t/m 5 3920 (dig. p. 5600 t/m 5602).
35.PVB, code 16640961, dossier Pulheim, p. 120022 (onderaan) (dig. p. 8466) en PVB, code 16578950, dossier Pulheim, p. 120064 (schema) (dig. p. 8508).
36.PV bevindingen, code 14948567, dossier Pulheim, p. 5 3906 t/m 5 3908 (midden) (dig. p. 5588 t/m 5590)
37.PV bevindingen, code 14999249, dossier Pulheim, p. 5 4464 t/m 5 4467 (dig. p. 6146 t/m 6149)
38.PV bevindingen (AH 347), nummer 1285, dossier Buizerd, p. 003020 t/m 003022 (dig. p. 3058 t/m 3060).
39.PV bevindingen, code 202002251230, dossier Pulheim, p. 5 5130 en 5 5131 (dig. p. 6812 en 6813).
40.PV bevindingen (AH 380), nummer 1280, dossier Buizerd, p. 003253 t/m 003261 (dig. p. 3285 t/m 3293).
41.PV bevindingen, code 202002251230, dossier Pulheim, p. 5 5130 en 5 5131 (dig. p. 6812 en 6813).
42.PV bevindingen, code 15445574, dossier Pulheim, p. 5 5109 (onderaan) (dig. p. 6791).
43.PV bevindingen, code 16671582, dossier Pulheim, p. 1200145 (schema) (dig. p. 8589).
44.PV bevindingen (AH 392), nummer 1343, dossier Buizerd, p. 003329 (dig. p. 3358).
45.PV bevindingen (AH 392), nummer 1343, dossier Buizerd, p. 003329 (onderaan) t/m 003330 (tweede alinea) (dig. p. 3358 t/m 3359).
46.PV bevindingen (AH 487), nummer 1787, dossier Buizerd, p. 003962 (midden) t/m 003964 (dig. p. 3987 t/m 3989).
47.PV bevindingen (AH 144), nummer 535, dossier Buizerd, p. 001798 (dig. p. 1834).
48.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001232 t/m 001233 (dig. p. 1265 t/m 1266).
49.PV bevindingen (AH 005), nummer 18, dossier Buizerd, p. 001238 t/m 001240 (dig. p. 1271 t/m 1273).
50.PV betreden besloten plaats 8 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190808.01, dossier Buizerd, p. 004892 t/m 004893 (dig. p. 4910 t/m 4911).
51.PV betreden besloten plaats 8 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190808.01, dossier Buizerd, p. 004892 (dig. p. 4910).
52.PV bevindingen (AH 148), nummer 25, dossier Buizerd, p. 001803 (dig. p. 1839).
53.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001237 (dig. p. 1270).
54.PV bevindingen (AH 025), nummer 284, dossier Buizerd, p. 001296 (dig. p. 1329).
55.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003360 (dig. p. 3382-3389).
56.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249, 001250 (dig. p. 1282 en 1283)
57.PV (Inzet technisch hulpmiddel), nummer Buizerd T1 20190814 [adres 13] , dossier Buizerd, p. 004961 t/m 004962 (dig. p. 4979 t/m 4980).
58.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003382 (dig. p. 3411).
59.PV bevindingen (AH 030), nummer 1908191404.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001313 (dig. p. 1346).
60.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003362 t/m 003363 (dig. p. 3391 t/m 3392).
61.PV bevindingen (AH 031), nummer 1908201145.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001320
62.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003364 (dig. p. 3393).
63.PV bevindingen (AH 033), nummer 1908271344.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001342 (dig. p. 1375).
64.PV bevindingen (AH 035), nummer 190909.1532.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001352 (dig. p. 1385).
65.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003367 (dig. p. 3396).
66.PV bevindingen (AH 076), nummer 20191008.1310 BEV, dossier Buizerd, p. 001551 (dig. p. 1586).
67.PV bevindingen (AH 039), nummer 190916.1400.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001370, 001371, 001374, 001376, 001379 (dig. p. 1403, 1404, 1407, 1409, 1412).
68.PV bevindingen (AH 197), nummer 59, dossier Buizerd, p. 002193 (dig. p. 2230).
69.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001382 t/m 001385
70.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001386 t/m 001387
71.PV bevindingen (AH 042), nummer 190919.0950.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001390, 001394
72.PV bevindingen (AH 076), nummer 287, dossier Buizerd, p. 001552 (dig. p. 1587) (onderaan).
73.PV bevindingen (AH 043), nummer 173, dossier Buizerd, p. 001401 onderaan t/m 001411 (dig. p. 1434 onderaan t/m 1444).
74.PV bevindingen (AH 076), nummer 287, dossier Buizerd, p. 001553 (dig. p. 1588) (bovenaan).
75.PV bevindingen (AH 229), nummer 1016, dossier Buizerd, p. 002347 t/m 002348 (dig. p. 2385 t/m 2386).
76.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316, 002317 (dig. p. 2352, 2354, 2355).
77.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 173), nummer 640, dossier Buizerd, p. 002007 t/m 002008
78.PV bevindingen (AH 171), nummer 786, dossier Buizerd, p. 001995 t/m 001996 (dig. p. 2031 t/m 2032).
79.Rapport van bevindingen technisch onderzoek (AH 299), nummer 7945864, dossier Buizerd, p. 002718 t/m 002721 (dig. p. 2756 t/m 2759).
80.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 212), nummer 664, dossier Buizerd, p. 002276 (dig. p. 2313).
81.PV bevindingen (AH 252), nummer 1070, dossier Buizerd, p. 002459 (dig. p. 2497).
82.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 182), nummer 641, dossier Buizerd, p. 002055 t/m 002056 bovenaan (dig. p. 2092 t/m 2093 bovenaan).
83.PV bevindingen (AH 224), nummer 973, dossier Buizerd, p. 002311 t/m 002313 (dig. p. 2349 t/m 2351).
84.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003293 t/m 003296 bovenaan (dig. p. 3322 t/m 3325 bovenaan).
85.PV bevindingen (AH 427), nummer 1257, dossier Buizerd, p. 003634 (dig. p. 3659) bovenaan.
86.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003297 onderaan t/m 003298 bovenaan (dig. p. 3326 onderaan t/m 3327 bovenaan).
87.PV bevindingen (AH 101), nummer PL0900-2019304119-8, dossier Buizerd, p. 001603 (dig. p. 1639).
88.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002068 onderaan, 002069 bovenaan (dig. p. 2105 onderaan, 2106 bovenaan).
89.PV forensisch onderzoek vervoermiddel (Volkswagen [kenteken 12] ), nummer PL0900-2019304119-4, dossier Buizerd, p. 004352 t/m 004356, 004361 t/m 004367 (dig. p. 4371 t/m 4375, 4380 t/m 4386).
90.PV bevindingen (AH120), nummer 299, dossier Buizerd p. 01732 (dig. p. 1768)
91.PV bevindingen (AH241), nummer 1004, dossier Buizerd p. 002396 (dig. p. 2435) en zie onder 4.3.2. Identificatie (PGP-) nummers en Sky-ID’s
92.Rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 16 december 2019, p. 004407 t/m 004413 (dig. p. 4427 t/m 4433).
93.Rapport Vergelijkend DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 23 april 2020, p. 004430 t/m 004434 (dig. p. 4450 t/m 4454).
94.PV bevindingen (AH 476), nummer 1793, dossier Buizerd, p. 003901 (dig. p. 3925) onderaan.
95.PV bevindingen (AH 476), nummer 1793, dossier Buizerd, p. 003990 t/m 003901 bovenaan (dig. p. 3924 t/m 3925 bovenaan).
96.PV bevindingen (AH 189), nummer 799, dossier Buizerd, p. 002101 t/m 002102 (dig. p. 2138 t/m 2139).
97.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002110 (dig. p. 2147).
98.Tapgesprek TA026, sessie 601, 11-10-2019 18:56:43, dossier Buizerd, p. 002994 (dig. p. 3032).
99.Tapgesprek TA026, sessie 604, 11-10-2019 19:16:10, dossier Buizerd, p. 002995 (dig. p. 3033).
100.Tapgesprek TA005, sessie 21628, 11-10-2019 19:19:31, dossier Buizerd, p. 002996 (dig. p. 3034).
101.PV bevindingen afleggen persoon en auto door [medeverdachte 3] en [naam 4] (AH 341), nummer 1197, dossier Buizerd, p. 002988 (dig. p. 3026).
102.Tapgesprek TA026, sessie 612, 11-10-2019 20:00:29, dossier Buizerd, p. 002997 (dig. p. 3035).
103.Tapgesprek TA 010, sessie 2070, 11-10-2019 20:07:50, dossier Buizerd, p. 002999 (dig. p. 3037).
104.PV bevindingen afleggen persoon en auto door [medeverdachte 3] en [naam 4] (AH 341), nummer 1197, dossier Buizerd, p. 002989 (dig. p. 3027).
105.Tapgesprek TA010, sessie 2071, 11-10-2019 20:08:38, dossier Buizerd, p. 003000 (dig. p. 3038).
106.PV bevindingen afleggen persoon en auto door [medeverdachte 3] en [naam 4] (AH 341), nummer 1197, dossier Buizerd, p. 002990 (dig. p. 3028).
107.PV observatie vrijdag 11 en zaterdag 12 oktober 2019 (AH 250), nummer 13Buizerd19 Observatie 20191011.01, dossier Buizerd, p. 005113 t/m 005114 (dig. p. 5131 t/m 5132).
108.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003778 (dig. p. 3802).
109.PV bevindingen (AH 216), nummer 860, dossier Buizerd, p. 002292 (dig. p. 2330).
110.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003781 (dig. p. 3805).
111.PV bevindingen (AH 475), nummer 1779, dossier Buizerd, p. 003899 (dig. p. 3923).
112.PV bevindingen (AH 105), nummer 360, dossier Buizerd, p. 001616 (dig. p. 1652).
113.PV observatie vrijdag 11 en zaterdag 12 oktober 2019 (AH 250), nummer 13Buizerd19 Observatie 20191011.01, dossier Buizerd, p. 005115 (dig. p. 5133).
114.PV bevindingen (AH 105), nummer 360, dossier Buizerd, p. 001616 (dig. p. 1652).
115.PV bevindingen (AH 442), nummer 1560, dossier Buizerd, p. 003705 (dig. p. 3730).
116.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 233439, 23-10-2019 1:34:39, dossier Buizerd, p. 003813 (dig. p. 3837).
117.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002335, 002337 (dig. p. 2373, 2375).
118.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193139, 23-10-2019 21:31:39, dossier Buizerd, p. 002341 (dig. p. 2379).
119.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002338 (dig. p. 2376).
120.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193739, 23-10-2019 21:37:39, dossier Buizerd, p. 002342 (dig. p. 2380).
121.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 194137, 23-10-2019 21:41:37, dossier Buizerd, p. 002343 (dig. p. 2381).
122.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 194714, 23-10-2019 21:47:14, dossier Buizerd, p. 002344 (dig. p. 2382).
123.PV bevindingen (AH 122), nummer 486, dossier Buizerd, p. 001744 (dig. p. 1780).
124.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002338 onderaan, 002339 bovenaan (dig. p. 2376 onderaan, 2377 bovenaan).
125.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002339 t/m 002340 (dig. p. 2377 t/m 2378).
126.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 195706, 23-10-2019 21:57:06, dossier Buizerd, p. 002346 (dig. p. 2384).
127.PV bevindingen (AH 352), nummer 1303, dossier Buizerd, p. 003067 (dig. p. 3105).
128.PV bevindingen (AH 348), nummer 1295, dossier Buizerd, p. 003025 (dig. p. 3063) onderaan.
129.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 192725, 24-10-2019 21:27:00, dossier Buizerd, p. 003039 (dig. p. 3077).
130.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7454 t/m 7456, 7458 (dig. p. 7471 t/m 7473, 7475).
131.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7458 (dig. p. 7475).
132.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
133.PV bevindingen (AH 349), nummer 1299, dossier Buizerd, p. 003045 (dig. p. 3083).
134.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193502A, 30-10-2019 20:35:02, dossier Buizerd, p. 003051 (dig. p. 3089).
135.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193502A, 30-10-2019 20:35:02, dossier Buizerd, p. 003052 (dig. p. 3090) bovenaan.
136.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003559 (dig. p. 3585).
137.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003559 onderaan t/m 003560 (dig. p. 3585 onderaan t/m 3586).
138.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 214730, 30-10-2019 22:47:30, dossier Buizerd, p. 003309 (dig. p. 3338).
139.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003560 onderaan t/m 003562 (dig. p. 3586 onderaan t/m 3588).
140.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 215330A, 30-10-2019 22:53:30, dossier Buizerd, p. 003311 (dig. p. 3340).
141.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
142.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7459 t/m 7460 (dig. p. 7476 t/m 7477).
143.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003564 (dig. p. 3590).
144.Tapgesprek TA034, sessie 9423, 30-10-2019 23:02:09, dossier Buizerd, p. 001756 (dig. p. 1792).
145.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003564 onderaan t/m 003565 (dig. p. 3590 onderaan t/m 3591).
146.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 220335A, 30-10-2019 23:03:35, dossier Buizerd, p. 003313 t/m 003314 (dig. p. 3342 t/m 3343).
147.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003566 t/m 003567 bovenaan (dig. p. 3592 t/m 3593 bovenaan).
148.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7464 t/m 7465 (dig. p. 7481 t/m 7482).
149.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003567 (dig. p. 3593).
150.PV bevindingen (AH 397), nummer PL0900-2019325702-4, dossier Buizerd, p. 003388 (dig. p. 3417).
151.PV bevindingen (AH256), nummer PL0900-2019325702-14, dossier Buizerd, p. 002490 t/m 002491 (dig. p. 2529 t/m 2530).
152.PV verhoor aangever [persoon 1] (AH 257), nummer 2019325702, dossier Buizerd, p. 002492 t/m 002493 (dig. p. 2531 t/m 2532).
153.PV bevindingen (AH 401), nummer 18, dossier Buizerd, p. 003415 (dig. p. 3445).
154.Foto’s letsel [persoon 1] , p. 003404 t/m 003412 (dig. p. 3433 t/m 3441).
155.PV bevindingen (AH 402), nummer 1696, dossier Buizerd, p. 003416 t/m 003417 (dig. p. 3446 t/m 3447).
156.PV verhoor getuige [getuige 1] (AH 452), nummer PL0900-2019325702-2, dossier Buizerd, p. 003729 t/m 003730 (dig. p. 3753 t/m 3754).
157.PV verhoor getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris d.d. 16 april 2021.
158.PV verhoor getuige [getuige 2] (AH 453), nummer PL0900-2019325702-3, dossier Buizerd, p. 003732 t/m 003733 (dig. p. 3756 t/m 3757).
159.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003555 (dig. p. 3581).
160.PV bevindingen (AH 358), nummer 1316, dossier Buizerd, p. 003101 (dig. p. 3138).
161.PV bevindingen (AH 394), nummer 1356, dossier Buizerd, p. 003347 (dig. p. 3376).
162.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 232740, 31-10-2019 0:27:40, dossier Buizerd, p. 003811 (dig. p. 3835).
163.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 233815, 31-10-2019 0:38:15, dossier Buizerd, p. 003814 (dig. p. 3838).
164.PV bevindingen (AH 128), nummer 484, dossier Buizerd, p. 001773 t/m 001775 (dig. p. 1809 t/m 1811).
165.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 235607A, 31-10-2019 0:56:07, dossier Buizerd, p. 003816 (dig. p. 3839).
166.PV bevindingen (AH 394), nummer 1356, dossier Buizerd, p. 003347 (dig. p. 3376) onderaan.
167.PV bevindingen (AH 476), nummer 1793, dossier Buizerd, p. 003902 (dig. p. 3926) onderaan.
168.PV bevindingen (AH 394), nummer 1356, dossier Buizerd, p. 003348 t/m 003349 (dig. p. 3377 t/m 3378).
169.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 012400, 31-10-2019 2:24:00, dossier Buizerd, p. 003316 (dig. p. 3345).
170.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
171.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003779 (dig. p. 3803) onderaan.
172.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003780 (dig. p. 3804).
173.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7467 (dig. p. 7484).
174.PV bevindingen (AH 511), nummer 1875, dossier Buizerd, p. 004085 (dig. p. 4107) bovenaan.
175.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003298 (dig. p. 3327).
176.PV bevindingen (AH 490), nummer 1762, dossier Buizerd, p. 003980 (dig. p. 4005).
177.PV bevindingen (AH 469), nummer 1350, dossier Buizerd, p. 004043 t/m 004045 (dig. p. 4066 t/m 4068).
178.PV betreden besloten plaats, nummer PL0900-2019307395, dossier Buizerd, p. 006988 (dig. p. 7007).
179.PV bevindingen (AH 390), nummer 1089, dossier Buizerd, p. 003321 onderaan t/m 003322 bovenaan (dig. p. 3350 onderaan t/m 3351 bovenaan).
180.Rapport DNA-onderzoek d.d. 31 december 2019, p. 004341 t/m 004342 (dig. p. 4360 t/m 4361).
181.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 18 november 2020, p. 006987 (dig. p. 7006).
182.PV bevindingen (AH 490), nummer 1762, dossier Buizerd, p. 003982 t/m 003984 (dig. p. 4007 t/m 4009).
183.PV bevindingen (AH 490), nummer 1762, dossier Buizerd, p. 003985 (dig. p. 4010).
184.Rapport DNA-onderzoek d.d. 6 augustus 2020, dossier Buizerd, p. 004804 (dig. p. 4821).
185.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 122633, 03-11-2019 13:26:33, dossier Buizerd, p. 000515 (dig. p. 545).
186.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
187.PV bevindingen (AH 390), nummer 1089, p. 003323 (dig. p. 3352).
188.PV bevindingen, nummer PL0600-2020164979-l, dossier Buizerd, p. 006925 (dig. p. 6944).
189.PV bevindingen (AH 390), nummer 1089, dossier Buizerd, p. 003322 (dig. p. 3351).
190.PV bevindingen (AH 349), nummer 1299, dossier Buizerd, p. 003047 (dig. p. 3085).
191.PV bevindingen (AH 396), nummer 1353, dossier Buizerd, p. 003385 (dig. p. 3414).
192.PV bevindingen (AH 487), nummer 1787, dossier Buizerd, p. 003963 (dig. p. 3988)
193.PV bevindingen (AH 392), nummer 1343, dossier Buizerd, p. 003329 (dig. p. 3358).
194.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7467 (dig. p. 7484).
195.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003781 (dig. p. 3805).
196.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 16594078, p. 120062 (dig. p. 8506).
197.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 20220725.1130.AMB, p. 120168 (dig. p. 8612).
198.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 20220725.1130.AMB, p. 120176 (dig. p. 8620).
199.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 16566671, p. 120089 tot en met 120105 (dig. p. 8533 tot en met p. 8549),
200.PV bevindingen, dossier Buizerd, code 20200320.1451.PVB, AH 361, p 003120 (dig. p. 3157)
201.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003293 t/m 003296 bovenaan (dig. p. 3322 t/m 3325 bovenaan).