“Op grond van de navolgende feiten en omstandigheden heeft de tuchtcommissie de overtuiging dat de heer [gedaagde] de navolgende overtredingen heeft begaan.
a. Schending van de verplichting als bedoeld in art. 6 lid 5 van de Statuten van de [eiseres] , te weten dat het lid verplicht is de hem ter beschikking gestelde volkstuin, bouwsels en beplantingen te onderhouden en in goede staat te houden.
De tuchtcommissie heeft samen met een lid van de bouwcommissie van het tuinpark op 13 januari 2023 de tuin en het tuinhuis geïnspecteerd en daarbij geconcludeerd dat sprake is van een dermate onveilige en onhygiënische situatie dat het tuinhuis bij verkoop niet overdraagbaar is en gesloopt zal moeten worden. De waarnemingen van de tuchtcommissie stemmen overeen met de bevindingen van de bouwcommissie van het tuinpark zoals vastgelegd in het verslag d.d. 6 september 2022.
b. Schending van de artikel 6.2 lid b en d van het Tuinreglement, te weten dat een lid verplicht is om de eigen tuin, bouwsels, beplanting, alsmede de aan de tuin grenzende paden, hagen, sloten, slootkanten en beschoeiingen goed te onderhouden en/of te vernieuwen, rekening houdende met de daarvoor geldende voorschriften van de [eiseres] en van de afdeling. Ook is het lid verplicht om zich te houden aan de richtlijnen van de tuincommissie, de bouw- en taxatiecommissie en/of de bondscommissies.
Nadat de heer [gedaagde] in september 2018 had toegezegd om een nieuw dak op zijn tuinhuis te plaatsen, heeft de bouwcommissie van het tuinpark in de zomer van 2022 geconstateerd dat [gedaagde] slechts provisorische werkzaamheden aan zijn tuinhuis heeft uitgevoerd. De bouwcommissie heeft haar bevindingen vastgelegd in het al eerder genoemde verslag d.d. 6 september 2022. In dit verslag wordt aangegeven dat [gedaagde] het dak van zijn tuinhuis voorzien heeft van een nieuwe toplaag zonder dat de onderliggende structurele problemen van het dak zijn aangepakt of opgelost. De tuchtcommissie heeft zelf op 13 januari 2023 waargenomen dat het tuinhuis onveilig is. Dit is ook tijdens de zitting op 13 januari 2023 bevestigd door de bouwcommissie van het tuinpark. Door de tuchtcommissie wordt vastgesteld dat [gedaagde] bij de uitvoering van de werkzaamheden aan het dak niet de richtlijnen opgevolgd heeft van de bouwcommissie van het tuinpark.
c. Schending van artikel 11.1 van het Bouwreglement bepaalt dat een bouwsel in voldoende staat van onderhoud moet zijn en mag geen gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid. Tevens bepaalt artikel 11.2 van het Bouwreglement dat een bouwsel door de tuinder binnen een door het afdelingsbestuur te stellen termijn in orde moet worden gemaakt als dat naar oordeel van de meerderheid van het afdelingsbestuur niet aan de in deze voorschriften gestelde eisen voldoet.
Op basis van eigen waarnemingen oordeelt de tuchtcommissie dat het tuinhuis in onvoldoende staat van onderhoud verkeert. Alle ramen en achterdeur zijn gebarricadeerd waardoor er geen vluchtmogelijkheden zijn. Ook zijn er lekkages zichtbaar. Van belang is ook dat de bouwcommissie van het tuinpark geoordeeld heeft dat de tuin in de huidige staat een gevaar oplevert voor veiligheid of gezondheid.
Tenslotte staat ook vast dat het tuinhuis bij verkoop gesloopt zal moeten worden.”