ECLI:NL:RBAMS:2024:1361

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
10646101 \ EA VERZ 23-775
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verklaring voor recht inzake niet vastgestelde notulen van de VvE

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 maart 2024 een beschikking gegeven in een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren (VvE) en de verzoekers, die ook leden van de VvE zijn. De verzoekers hebben een verzoek ingediend op basis van artikel 5:130 BW, waarin zij stellen dat de notulen van de vergadering van de VvE op 4 juli 2023 niet rechtsgeldig zijn vastgesteld. De verzoekers beweren dat de vergadering niet is geopend, de agenda niet is vastgesteld en dat de ingediende bespreekpunten niet inhoudelijk zijn behandeld. Bovendien zijn de besluitvoorstellen niet in stemming gebracht, waardoor er volgens hen geen besluiten zijn genomen.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 augustus 2023 is ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de VvE. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 december 2023, maar werd aangehouden vanwege afwezigheid van de VvE. De behandeling werd voortgezet op 26 februari 2024, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de notulen van de vergadering van 4 juli 2023 niet aangeven dat er besluiten zijn genomen, en dat de vergadering niet rechtsgeldig was.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de primair verzochte verklaring voor recht toewijsbaar is. De VvE is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 738,00. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de VvE de kosten moet betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door kantonrechter mr. L. van Berkum.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 10646101 \ EA VERZ 23-775
Beschikking van 15 maart 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
1.
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS [verzoeker 1],
2.
[verzoeker 2],
3.
[verzoeker 3],
te [woonplaats] ,
verzoekers,
hierna samen te noemen: [verzoekers] ,
gemachtigde: mr. A.J. Ploeg,
tegen
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS [verweerders],
te [vestigingsplaats] ,
verweerster,
hierna te noemen: de VvE,
gemachtigde: mr. M. Poland.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 2 augustus 2023, met producties,
- het verweerschrift van de VvE met producties,
- een aanvullende productie van de VvE.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 december 2023, gelijktijdig met de mondelinge behandeling in de procedure met zaaknummer 10559877 \ CV EXPL 23-8727. [verzoeker 2] en [verzoeker 3] zijn verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Namens de verwerende partij is niemand verschenen, omdat [naam] (hierna: [naam] ) en de gemachtigde van de VvE allebei, separaat van elkaar, een ongeluk hebben gehad. De VvE heeft daarom verzocht om aanhouding. Dit verzoek is in overleg met [verzoekers] ter zitting gehonoreerd. De zaak is niet inhoudelijk behandeld.
1.3.
De mondelinge behandeling is daarna voortgezet op 26 februari 202. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de VvE een nadere productie ingebracht. [verzoeker 2] en [verzoeker 3] zijn verschenen, vergezeld door de gemachtigde. De VvE is vertegenwoordigd door [naam] , vergezeld door de gemachtigde.
1.4.
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht, de gemachtigden aan de hand van spreekaantekeningen, en vragen van de kantonrechter beantwoord.
1.5.
Partijen hebben gesteld dat alle stellingen en stukken die in de procedure met zaaknummer 10559877 \ CV EXPL 23-8727 zijn ingebracht in deze procedure als herhaald en ingelast moeten worden beschouwd.
1.6.
Daarna is een datum voor beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn eigenaar van de appartementsrechten van het vijf woonlagen tellende pand aan de [locatie] en zijn daarom lid van de VvE.
2.2.
[naam] is sinds 2014 eigenaar en bewoner van het appartementsrecht A.1 op de begane grond. Hij is met ingang van 17 november 2014 bij de Kamer van Koophandel geregistreerd als bestuurder van de VvE. [naam] heeft één van de twee stemrechten en draagt voor 1/4e bij in de kosten van de VvE.
2.3.
[verzoeker 2] is sinds 1 december 2017 (middellijk) eigenaar van de bovenste vier woonlagen. [verzoeker 3] , de dochter van [verzoeker 2] , heeft op 12 juni 2018 de bovenste twee woonlagen van haar vader gekocht. Na een grondige verbouwing woont zij sinds 22 mei 2019 op de derde en vierde verdieping. De eerste en tweede verdieping zijn verhuurd.
2.4.
[verzoekers] heeft net als [naam] één ondeelbare stem in de VvE en draagt voor 3/4e bij in de kosten van de VvE.
2.5.
In een e-mailbericht van 15 juni 2023 heeft [naam] [verzoekers] opgeroepen voor een vergadering van de VvE op 4 juli 2023 in café l’Affiche onder vermelding van drie agendapunten, namelijk het goedkeuren van de bankafschriften als zijnde het financieel jaarverslag, het vernieuwen van de afvoerpijpen vanaf 4 hoog op kosten van de VvE en het goedkeuren van de betaling voor de reparatie van het dak op [adres] . Daarbij is [verzoekers] uitgenodigd om binnen 72 uur meer agendapunten in te dienen.
2.6.
In een e-mailbericht van 30 juni 2023 heeft [verzoekers] voorgesteld ook andere agendapunten te bespreken. [naam] heeft in reactie daarop in een e-mailbericht van 30 juni 2023 meegedeeld dat de agendapunten niet tijdig zijn ingediend en bovendien al eerder zijn behandeld.
2.7.
De vergadering van de VvE heeft plaatsgevonden op 4 juli 2023 in aanwezigheid van [naam] en [verzoeker 2] . In de notulen is het volgende vermeld:
“De voorzitter opent de vergadering en vertelt dat hij het kort wil houden en zich beperken tot de 3 ingebrachte
agendapunten en stemming over de moties.
De heer [verzoeker 2] wil diepgaand discussiëren over verstoorde verhoudingen, erkent dat hij zich niet altijd van zijn
beste kant heeft laten zien en verwijt de heer [naam] hetzelfde.
De heer [naam] geeft toe dat in zijn langdurige boosheid wel eens schuldig heeft gemaakt aan belletje trekken
maar blijft erbij dat het de heer [verzoeker 2] is geweest die sinds de aanschaf van zijn appartementsrechten een terreur heeft uitgeoefend hetgeen in geluidsoverlast, vertragingen in reparaties en een enorme financiële schade bij de heer [naam] hebben geresulteerd.
De heer [verzoeker 2] beweert dat hij de moties die vanmorgen zijn verstuurd niet heeft ontvangen en zegt dat hij
wellicht toch eens een ander e-mail adres moet nemen. De mail is keurig aangekomen bij [naam] en de VVE
(hoogst waarschijnlijk ook bij mej. [verzoeker 3] en de advocaten bij “De Vos”)
De heer [verzoeker 2] trekt de geldigheid van de stemmingen op 26 april in twijfel en stelt dat [naam] zulks wel stelt
maar dat de toetsing hiervan alleen maar tot extra kosten kan lijden. (…)
De heer [verzoeker 2] stelt dat de moties te laat zijn ingediend en na lezing weigert hij te stemmen omdat hij niet weet
waarover het gaat. De voorzitter sluit de vergadering. Het bestuur heeft alle moties ingediend en vandaar alle 3
ondersteund. De voorzitter stelt dat moties aangaande de agendapunten zelfs nog op de vergadering kunnen
worden ingediend en heeft daarom de heer [verzoeker 2] alle moties laten lezen. Als gevolg van zijn stembandkanker
bijna 10 jaar geleden en het omgevingsgeluid van het café was de voorzitter niet in staat de drie lange moties voor te lezen. Met één stem voor en één onthouding zijn alle drie onderstaande moties dus aangenomen.”

3.Het geschil

3.1.
[verzoekers] verzoekt voor recht te verklaren dat de niet vastgestelde notulen althans het niet vastgestelde gespreksverslag van 4 juli 2023:
3.1.1.
primair geen besluit(en) belichamen dan wel belichaamt van een orgaan van de VvE,
3.1.2.
subsidiair dat de in de niet vastgestelde notulen althans in het niet vastgestelde gespreksverslag van 4 juli 2023 opgenomen besluiten 1 tot en met 3 nietig zijn,
3.1.3.
meer subsidair de in de niet vastgestelde notulen althans het niet vastgestelde gespreksverslag opgenomen besluiten 1 tot en met 3 te vernietigen.
3.2.
[verzoekers] stelt dat de vergadering niet is geopend, dat de agenda niet is vastgesteld en de ingediende bespreekpunten niet inhoudelijk zijn behandeld. Evenmin zijn de agendapunten in stemming gebracht en is de vergadering gesloten. Nu op 4 juli 2023 geen vergadering van de VvE heeft plaatsgevonden, kunnen daarvan evenmin notulen zijn opgemaakt.
3.3.
De VvE voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Uit artikel 37 lid 1 van het modelreglement volgt dat de vergadering moet stemmen, alvorens er sprake kan zijn van een rechtsgeldig genomen besluit.
4.2.
Uit de inhoud van de notulen van de vergadering van 4 juli 2023 blijkt niet dat de besluitvoorstellen zijn besproken en in stemming zijn gebracht. De inhoud van de notulen onderstrepen de stelling van [verzoekers] dat de vergadering van de VvE is gesloten voordat de besluitvoorstellen in stemming zijn gebracht. Dat betekent dat de vergadering van de VvE op 4 juli 2023 geen besluiten heeft genomen.
4.3.
De primair verzochte verklaring voor recht is daarom toewijsbaar.
4.4.
De VvE zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten). De proceskosten van [verzoekers] worden begroot op:
griffierecht € 128,00
salaris € 542,00
nakosten € 68,00
-----------------
totaal € 738,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de niet vastgestelde notulen althans het niet vastgestelde gespreksverslag van 4 juli 2023 geen besluit(en) belichamen dan wel belichaamt van (een orgaan van) de VvE,
5.2.
veroordeelt de VvE in de proceskosten van € 738,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als de VvE niet tijdig aan de veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend, dan moet de VvE ook de wettelijke/Btag kosten van betekening betalen,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024.
33806