ECLI:NL:RBAMS:2024:1321

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 maart 2024
Publicatiedatum
8 maart 2024
Zaaknummer
13/232065-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en benadeelde partij in strafzaak na overlijden verdachte

Op 8 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 3 september 2022 betrokken was bij een geweldsincident in Amsterdam. De verdachte, geboren in 1997, is voor de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting en voor de einduitspraak overleden. Hierdoor heeft de rechtbank de officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, conform artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Dit besluit is genomen na kennisname van een verslag van de gemeentelijke lijkschouwer, dr. A. Beijering, waarin het overlijden van de verdachte op 25 februari 2024 werd bevestigd.

Daarnaast werd de benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, eveneens niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omstandigheden van de zaak, met name het overlijden van de verdachte, de ontvankelijkheid van zowel het openbaar ministerie als de benadeelde partij beïnvloeden. De rechtbank heeft ook een iPhone in beslag genomen, waarvan de bewaring ten behoeve van de rechthebbende is gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/232065-22
Datum uitspraak: 8 maart 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 8 en 15 december 2023.
De zaken tegen verdachte (hierna ook: [verdachte] ) zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, op de zitting behandeld met de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 1] (13/231492-22 en 13/330553-22, hierna: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (13/228301-22, hierna: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 3] (13/231083-22, hierna: [medeverdachte 3] ), [medeverdachte 4] (13/238356-22, hierna: [medeverdachte 4] ), [medeverdachte 5] (13/232704-22 en 13/330539-22, hierna: [medeverdachte 5] ), [medeverdachte 6] (13/236931-22, hierna: [medeverdachte 6] ), [medeverdachte 7] (13/236782-22 en 13/214362-23, hierna: [medeverdachte 7] ) en [medeverdachte 8] (13/236701-22, hierna: [medeverdachte 8] ).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen van de officieren van justitie, mrs. A.M. Lobregt en J.H. van der Meij (hierna: de officier van justitie) en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. G.A.J. Purperhart, naar voren hebben gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van dat wat namens de benadeelde partij [benadeelde partij] (hierna: [benadeelde partij] ) naar voren is gebracht door zijn advocaat mr. S.C. van Bunnik.
Het onderzoek is gesloten op 8 maart 2024, waarna direct uitspraak is gedaan in de zaken van verdachte en de medeverdachten.

2.Inleiding en tenlastelegging

Op 3 september 2022 krijgen verbalisanten omstreeks 23.45 uur de opdracht te gaan naar het Nieuwlandhof in Amsterdam. Volgens de melder zou door een groep personen geweld zijn gebruikt tegen één man, waarna het slachtoffer bij het portiek van een nabijgelegen woning heeft aangebeld. Ter plaatse gekomen verbalisanten treffen [benadeelde partij] daar gewond aan. Dit is de start geweest van onderzoek Catanzaro. De verklaringen van [benadeelde partij] en nader onderzoek hebben ertoe geleid dat [verdachte] als verdachte is aangemerkt van de feiten die in de tenlastelegging zijn opgenomen.
Kort weergegeven is aan verdachte ten laste gelegd dat hij zich op 3 september 2022 in Amsterdam en/of Duivendrecht en/of Den Haag en/of Purmerend, althans in Nederland, samen met anderen, ten aanzien van [benadeelde partij] heeft schuldig gemaakt aan:
feit 1:
gijzeling (primair) dan wel wederrechtelijke vrijheidsberoving (subsidiair);
feit 2:
afpersing (primair) dan wel dwang (subsidiair);
feit 3:
diefstal door middel van een valse sleutel.
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in
bijlage Ivan dit vonnis. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Officier van justitie mr. N.R. Bakkenes heeft in een brief van 27 februari 2024 kenbaar gemaakt dat verdachte blijkens een verslag van de gemeentelijke lijkschouwer dr(s). A. Beijering op 25 februari 2024 is overleden. De officier van justitie wordt, gelet op artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), daarom niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verdachte.

4.Beslag

Onder verdachte is een iPhone in beslag genomen.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting toegelicht dat, van de goederen die vermeld staan op de beslaglijst, alleen nog strafrechtelijk beslag rust op de telefoon. Dit betreft de iPhone met goednummer 737759.
De rechtbank gelast de bewaring van de telefoon ten behoeve van de rechthebbende. Ten aanzien van het andere op de beslaglijst vermelde voorwerp neemt de rechtbank geen beslissing omdat het strafrechtelijk beslag daarvan al is afgehandeld volgens de officier van justitie.

5.Vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij

De benadeelde partij [benadeelde partij] wordt, gelet op het overwogene onder 3, in zijn vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard.

6.Beslissingen

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissingen.
Verklaart de
officier van justitie niet-ontvankelijkin de vervolging van verdachte.
Gelast de
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan:
1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-AD2R022097_737759, Apple).
Verklaart de
benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijkin zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Smit, voorzitter,
mrs. G.M. van Dijk en E. Slager, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.P.M. Smeets, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 maart 2024.