ECLI:NL:RBAMS:2024:1302

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
13-665389-15
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar voor terbeschikkinggestelde met complexe problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 februari 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 32-jarige man, die sinds 17 september 2019 ter beschikking is gesteld na een veroordeling voor verkrachting. De officier van justitie heeft op 17 januari 2024 verzocht om verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde vertoont een complexe problematiek, waaronder een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. Ondanks eerdere terugvallen in zijn behandeling, is er hoop op verbetering, mits hij zich inzet voor zijn behandeling. De deskundigen hebben unaniem geadviseerd om de tbs-maatregel te verlengen, gezien het hoge recidiverisico zonder deze maatregel. De rechtbank heeft, na afweging van de adviezen en de veiligheid van anderen, besloten de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De rechtbank benadrukt het belang van openheid van de terbeschikkinggestelde voor het slagen van de behandeling.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-665389-15 / 23-002787-16
Beslissing op vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 17 januari 2024 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
thans verpleegd in [FPC Kliniek] ,
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 17 september 2019 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 17 februari 2022 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 19 december 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op respectievelijk 21 november 2023 en 27 november 2023 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van de psycholoog drs. I. Kusters en de psychiater drs. C.J. van Gestel, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank heeft op 20 februari 2024 de officier van justitie mr. C.R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. F.C. Knoef, advocaat te Den Haag, (waarnemend voor mr. S. Marjanovic), alsmede de deskundige drs. [deskundige] , verbonden aan [FPC Kliniek] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [FPC Kliniek] van 19 december 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 32-jarige, (boven)gemiddeld intelligente man bij wie sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en paranoïde kenmerken. Daarnaast is sprake van verslavingsproblematiek (met name alcohol, cocaïne en cannabis) en seksuele problematiek. In de kern is betrokkene - vanuit vroege tekorten in de basisbehoeften – een onthechte man met een kwetsbaar zelfgevoel die weinig zicht heeft op zijn innerlijke belevingswereld en negatieve emoties moeilijk kan verdragen.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene wordt op 9 maart 2020 in FPC [kliniek] opgenomen. Aanvankelijk gaat de behandeling redelijk en is de kliniek van plan om begeleid verlof aan te vragen, maar begin 2022 stagneert het traject. Betrokkene valt terug in middelengebruik, is in het bezit van een USB stick met pornografisch materiaal, volgt zijn programma niet meer en is veelal in strijd op de afdeling. Hij kan niet reflecteren op zijn eigen gedrag en luistert niet naar aanwijzingen van staf en therapeuten. Er is sprake van een impasse in de behandeling. Betrokkene wordt meermaals ingebracht in de trajectcommissie, maar het lukt niet de impasse te doorbreken. Op 6 juli 2023 wordt hij overgeplaatst naar FPC [FPC Kliniek] . Hij wordt opgenomen op de opname- en diagnostiekafdeling [afdeling 1] . Betrokkene komt met een coöperatieve houding binnen en is bereid overal aan mee te werken. Wel kan hij zeer dwingend in contact zijn, waardoor er regelmatig discussies plaatsvinden tussen betrokkene en staf. Betrokkene scoort driemaal positief op cannabis. Hij geeft toe gebruikt te hebben.Op 4 oktober 2023 wordt betrokkene overgeplaatst naar de sociaal therapeutische afdeling [afdeling 2] . Betrokkene is vriendelijk in het contact met staf en doet wat er van hem wordt gevraagd. Het dwingende beeld dat op [afdeling 1] werd gezien, wordt op [afdeling 2] (nog) niet gezien.
Bij voortzetting van het huidige niveau van zorg en toezicht binnen intramuraal verblijf is het risico op seksuele recidive hoog. Met betrekking tot gewelddadige recidive is het risico matig. Bij volledig verval van zorg en toezicht is het risico op terugval in seksuele en gewelddadige recidive hoog.
Koers en advies
Betrokkene staat aan het begin van zijn traject in [FPC Kliniek] . Het uitstroomdoel is nog niet vastgesteld, maar zal mogelijk vormgegeven worden met een doorstroom via de resocialisatieafdeling [afdeling 3]. Het uitstroomdoel, evenals de duur van de behandeling in de kliniek, is afhankelijk van hoe betrokkene zich opstelt en of hij zich inzet voor de behandeling.
De kliniek adviseert de huidige maatregel met twee jaar te verlengen. De kernproblematiek die ten grondslag ligt aan het indexdelict is nog actueel. Het behandel- en resocialisatietraject neemt nog meer dan twee jaar in beslag. In de komende periode wordt de diagnostiek verhelderd en wordt, deels op basis van de analyse van het vastlopen van de behandeling bij [kliniek] , gekeken hoe zijn behandeling het beste vormgegeven kan worden.
Uit de rapportages van de externe deskundigen van respectievelijk 21 en 27 november 2023 volgt dat beiden adviseren de maatregel met twee jaar te verlengen en het bevel tot verpleging te continueren. De beide deskundigen achten het recidiverisico zonder het kader van de tbs zeer hoog. Ten aanzien van de diagnostiek wordt onderzoek naar een autismespectrumstoornis aangewezen geacht. Met name de narcistische persoonlijkheidstrekken zouden mogelijk (deels) daardoor verklaard kunnen worden. De psychiater, drs. C.J. van Gestel, sluit voorts een seksuele stoornis als ‘hyperseksualiteit’ niet uit, maar dit is gezien het gedrag van betrokkene in de laatste jaren ook niet onmiddellijk relevant.
In twee jaar zouden concrete stappen op het pad van resocialisatie gezet kunnen worden.
De deskundige [deskundige] heeft het advies van de kliniek op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De diagnostiek is inmiddels afgerond. Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Er is geen sprake van een autismespectrumstoornis. Recent heeft een behandelplanbespreking plaatsgevonden. Betrokkene is aangemeld voor verschillende therapieën. Het doel is het komende jaar verdieping aan te brengen in de behandeling van betrokkene. Daarna kan de mogelijkheid van verlof worden onderzocht. Het is zeer belangrijk dat betrokkene abstinent blijft van middelen.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij een verlenging van de termijn van de maatregel tot terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
De raadsman en betrokkene verzetten zich niet tegen een verlenging van de termijn van de maatregel tot terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
De rechtbank stelt vast dat aan de terbeschikkinggestelde bij arrest van 17 september 2019 is opgelegd terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege ter zake van onder meer verkrachting. Dit is een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank is – gelet opde adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt daartoe dat betrokkene aan het begin van zijn behandeling in [FPC Kliniek] staat en dat die behandeling nog zeker twee jaar in beslag neemt. Uit het behandelplan blijkt dat de kliniek voortvarend te werk gaat. De rechtbank merkt op dat betrokkene op de goede weg is, maar benadrukt dat, voor het slagen van de behandeling, het van het grootste belang is dat betrokkene openheid van zaken geeft en blijft geven.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. A.A. Spoel en C.M. Noomen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 februari 2024.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.