ECLI:NL:RBAMS:2024:1301

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
13-684065-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar in verband met schizofrenie en behandelverloop

Op 20 februari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13-684065-19, waarin de officier van justitie verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1987, die momenteel verpleegd wordt in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd bij vonnis van 6 februari 2020 en werd voor het laatst verlengd op 17 februari 2022. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, de adviezen van deskundigen en de behandeling van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde heeft een geschiedenis van schizofrenie en vertoont cognitief verval, maar heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt in zijn behandeling. Hij heeft sinds zijn opname in 2020 verschillende verlofvormen doorlopen en heeft zich goed ingezet voor zijn behandeling. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de stabiliteit in zijn functioneren en de noodzaak voor zorgvuldigheid in het resocialisatietraject. De rechtbank heeft, na afweging van de adviezen en de veiligheid van anderen, besloten de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De rechtbank benadrukt het belang van een zorgvuldig traject en de betrokkenheid van de familie van de terbeschikkinggestelde in het resocialisatieproces.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-684065-19
Beslissing op vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 27 december 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
thans verpleegd in Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC) [locatie te plaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 6 februari 2020 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 17 februari 2022 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 6 december 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op respectievelijk 8 november 2023 en 10 november 2023 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van de psycholoog drs. I.M. van Woudenberg en de psychiater drs. N.A.J. van Laar, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank heeft op 20 februari 2024 de officier van justitie mr. C.R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. F.C. Knoef, advocaat te Den Haag, (waarnemend voor mr. S. Marjanovic), alsmede de deskundige drs. [persoon] , als hoofd behandeling verbonden aan FPC [locatie te plaats] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van FPC [locatie te plaats] van 6 december 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 36-jarige man bij wie sprake is van schizofrenie. Daarnaast is sprake van cognitief verval door zijn psychotische problematiek. Dit maakt dat hij momenteel functioneert op laag begaafd niveau.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene wordt op 25 juni 2020 opgenomen in FPC [locatie te plaats] , op een afdeling voor (psychotisch) kwetsbare patiënten. Sinds 9 november 2021 is betrokkene gemachtigd voor begeleid verlof. Dit verloopt goed. Gezien de positieve ontwikkelingen wordt in de zomer van 2022 onbegeleid verlof aangevraagd. Dit wordt in september 2022 gemachtigd. Ook deze verloven verlopen naar wens. Betrokkene werkt buiten de kliniek drie volle dagen in de spoelkeuken bij het Leger des Heils te [plaats]. Hij zet zich goed in en zijn werkgever is tevreden. In de kliniek zet hij zich nog steeds in voor zijn behandeling en laat hij zien leergierig te zijn ten aanzien van zijn psychose en de gedragingen die hiermee samenhangen.
Aangezien er sprake is van stabiel functioneren, ziekte-inzicht, motivatie voor het gebruik van medicatie (in depotvorm) en het zich betrouwbaar en begeleidbaar opstellen, wordt besloten transmuraal verlof aan te vragen voor overplaatsing naar de resocialisatieafdeling van de kliniek ( [naam kliniek] ). Dit wordt toegekend waardoor hij vanaf 31 augustus 2023 verblijft op de [naam kliniek] . Ook deze overstap verloopt zonder problemen. Hij lijkt vrij snel gewend te zijn en weet zijn structuur goed te behouden. Op de afdeling is hij rustig, vriendelijk en wat terughoudend aanwezig. Hij heeft goed contact met het team en oppervlakkig contact met zijn medepatiënten.
Incidenten doen zich niet voor.
In een situatie in-zorg wordt bij het huidige verlofkader (onbegeleid verlof) en bij een uitbreiding van het verlofkader (transmuraal verlof) het risico op terugval in gewelddadig gedrag ingeschat als laag, mits betrokkene goed blijft ingesteld op medicatie.
In een situatie waarin de tbs-maatregel wordt beëindigd wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als laag (op de korte termijn), oplopend tot matig (op de lange termijn). Verwacht wordt dat betrokkene medicatietrouw blijft wat de kans op psychotische decompensatie verlaagt. Aangezien betrokkene ten tijde van het indexdelict zijn medicatie staakte kan niet worden uitgesloten dat het betrokkene niet lukt om medicatietrouw te blijven bij langdurige spanning en stress. Op dat moment zullen de psychotische symptomen op de voorgrond komen te staan en is de kans groot dat, vanuit achterdocht en wantrouwen, antisociale cognities een rol kunnen gaan spelen. Zodoende is de verwachting dat op de lange termijn het risico op gewelddadig gedrag toeneemt bij spanning en psychotische decompensatie. Beschermend is dat betrokkene zijn zus betrokken is bij zijn traject. Indien zij een positieve invloed op hem uit kan oefenen kan dit ook spanningsverlagend werken.
Koers en advies
De komende periode zal gekoerst worden op overplaatsing naar een begeleidwonenvoorziening in Amsterdam. Betrokkene wil graag resocialiseren in Amsterdam en niet in [plaats]. Het is belangrijk dat de eerstvolgende stappen van het resocialisatietraject binnen het kader van de dwangverpleging plaatsvinden. Juist ook omdat in het verleden gebleken is dat betrokkene bij het afnemen van zorg en toezicht, stopte met medicatie waarna hij onherroepelijk afgleed in een psychose met agressief gedrag tot gevolg. Hoewel het traject zonder meer goed
verloopt, is zorgvuldigheid van belang om een herhaling van zetten uit het verleden te voorkomen. Gezien de stappen die nog gezet moeten worden, zal er nog meer dan een jaar nodig zijn om het traject te voltooien. Bij voorkeur zal aan het einde van het traject ook nog een tijdje proefverlof worden ingezet om in de praktijk te toetsen in hoeverre betrokkene zich aan alle afspraken houdt bij afnemend toezicht door de kliniek.
De kliniek adviseert de tbs-maatregel met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
In overleg met betrokkene is inmiddels besloten in te zetten op een resocialisatietraject in [plaats]. Reden hiervoor is dat de zus van betrokkene die slachtoffer is geweest van het indexdelict, niet wil dat hij in Amsterdam komt wonen.
De verwachting is dat in juni 2024 de machtiging voor verblijf in een trainingswoning (zijnde een verandering in het transmuraal verlof) binnen is. Betrokkene zal dan vanaf de resocialisatieafdeling worden overgeplaatst. Het gemiddeld verblijf in een trainingswoning is 6 tot 9 maanden. Vandaaruit kan betrokkene richting een zogenaamde omklapwoning waar hij – ook na beëindiging van de maatregel - kan blijven wonen. In die fase zal sprake zijn van proefverlof. Zodra betrokkene niet meer in de kliniek woonachtig is wordt hij ondergebracht bij een ForFact team. De reclassering wordt al ingeschakeld als betrokkene in de trainingswoning gaat wonen. Tegen de tijd dat hij naar een omklapwoning gaat, komt een voorwaardelijke beëindiging in zicht. Het is niet realistisch om te verwachten dat dit traject binnen één jaar gaat lukken. Het is niet wenselijk betrokkene teveel druk op te leggen. Daarom wordt geadviseerd de maatregel te verlengen met twee jaar. Als alles goed blijft gaan, is het voornemen van de kliniek om vóór de volgende verlengingszitting over twee jaar een maatregelrapport aan te vragen.
De extern deskundigen onderschrijven de diagnose schizofrenie en zijn met de kliniek van mening dat als betrokkene zijn medicatie blijft innemen, abstinent blijft van middelen en het stress-niveau laag blijft, het risico op herhaling laag is. Zij adviseren tot verlenging van de maatregel terbschikkingstelling met dwangverpleging, waarbij zij het aan de beoordeling van de rechtbank overlaten of dit met één jaar of twee jaar dient plaats te vinden. Gezien het zeer voorspoedige verloop van de behandeling en vanwege de gemotiveerde inzet van betrokkene zou een verlenging met één jaar in de rede kunnen liggen. Aan de andere kant is niet te voorspellen hoe het vervolg van het traject zal verlopen en is dat mede afhankelijk van externe factoren, zoals wachttijden voor begeleid wonen.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij een verlenging van de termijn van de maatregel tot terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
De raadsman heeft verzocht de maatregel met één jaar te verlengen. Dit zou betrokkene de mogelijkheid bieden om, als hij er klaar voor is, de stap
richting voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te maken.
De rechtbank stelt vast dat aan de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 6 februari 2020 is opgelegd terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege ter zake van poging tot zware mishandeling. Dit is een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank is – gelet op de adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt hiertoe dat de terbeschikkinggestelde zich ook in de afgelopen periode heel goed heeft ingezet voor zijn behandeling en grote vorderingen heeft gemaakt. Dit is mede gelukt omdat hem de rust en de ruimte is geboden om zijn traject met kleine stappen te doorlopen. De kliniek heeft inmiddels een weloverwogen stappenplan opgesteld voor de terbeschikkinggestelde op weg naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank verwacht niet dat het nog te doorlopen traject binnen een jaar al zal zijn afgerond. Daarom verlengt de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. A.A. Spoel en C.M. Noomen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 februari 2024.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.