ECLI:NL:RBAMS:2024:1299

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
13-684102-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met één jaar voor ongewenst vreemdeling met psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 februari 2024 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een 40-jarige man, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De man is als ongewenst vreemdeling verklaard en verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). De officier van justitie heeft verzocht om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten om deze met één jaar te verlengen, om de voortgang van de repatriëring en medicatie-inname te kunnen beoordelen.

De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven mee te willen werken aan zijn repatriëring naar zijn geboorteland, maar er zijn nog geen concrete plannen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds zijn opname in het FPC is verbeterd in zijn gedrag, maar dat er nog steeds psychotische symptomen aanwezig zijn. De behandeling richt zich op het stabiliseren van zijn toestand en het voorkomen van agressie.

De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om de maatregel te beëindigen afgewezen, omdat het recidiverisico buiten het huidige kader hoog is. Ook het verzoek tot aanhouding van de behandeling is afgewezen, omdat dit niet de helderheid zou verschaffen die nodig is. De rechtbank heeft benadrukt dat er bij de volgende verlengingszitting meer concrete informatie moet zijn over de mogelijkheden voor de terbeschikkinggestelde in zijn geboorteland en over het medicatiebeleid.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-684102-17
Beslissing op vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 27 december 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1983,
thans verpleegd in Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC) [FPC] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 30 januari 2018 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 5 april 2022 voor de tijd van twee jaar werd verlengd, welke beslissing bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 augustus 2022 met verbetering van gronden werd bevestigd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 30 november 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 20 februari 2024 de officier van justitie mr. C.R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde (via een videoverbinding) en diens raadsman mr. R.A. Schenk, advocaat te Hardewijk, alsmede de deskundige [deskundige] , verbonden aan [FPC] (via een videoverbinding), op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [FPC] van 30 november 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 40-jarige man bij wie sprake is van een schizoaffectieve stoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Betrokkene is tot ongewenst vreemdeling verklaard.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene verblijft sinds 30 juli 2020 in [FPC] . Nadat de Extreem Vlucht- en Beheersgevaarlijk status verviel wegens stabiel functioneren werd hij op 30 september 2022 overgeplaatst naar de introomafdeling [afdeling]. Betrokkene kon op 20 oktober 2022 worden overgeplaatst naar de reguliere doorstroomafdeling [afdeling] . Dit is een afdeling waar psychotisch kwetsbare patiënten verblijven die de ongewenst vreemdelingenstatus hebben.
Sinds betrokkene op [afdeling] is geplaatst, is hij erg veranderd qua gedrag. Hij is veel rustiger geworden en functioneert stabiel. Hij gaat anders met zijn frustraties om. Waar hij vroeger agressief werd, loopt hij nu van situaties weg. Betrokkene heeft al een jaar lang geen fysieke agressie laten zien. Betrokkene kan beter reflecteren op zijn gedrag. Door de vooruitgang in zijn functioneren heeft betrokkene inmiddels meer vrijheden, zo mag hij ’s avonds wandelen op het terrein van de kliniek. Dit heeft geen problemen opgeleverd.
Psychotische symptomen worden tot op heden waargenomen, onder andere hard schreeuwen, in zichzelf lachen en schrikken. Deze symptomen worden meer waargenomen wanneer zijn depot ten einde loopt. Het depot dat betrokkene krijgt bestaat uit olanzapine (wekelijks) en paliperidon (eens per 12 weken) en werd in het voorjaar van 2023 tijdelijk gegeven onder toezicht van beveiligers van de kliniek. Het depot is namelijk pijnlijk voor betrokkene en hij reageerde hier (vooral verbaal) heftig op. De afgelopen maanden roept het depot minder spanning en onrust op. Betrokkene ziet in dat omzetting naar orale medicatie kansen op repatriëring vergroot. Hij wil echter dat beide depots tegelijk worden omgezet naar orale toedieningsvorm, maar dit is niet mogelijk. Er wordt op dit punt ook geen vooruitgang geboekt in gesprekken met de behandelend psychiater.
De behandeling van betrokkene richt zich met name op het terugdringen van psychotische symptomen, het bewaren van stabiliteit en het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag, agressie en incidenten. De medicamenteuze dwangbehandeling is hierin momenteel het belangrijkste component. Het is nog niet mogelijk gebleken om over te gaan tot de inzet van andere geïndiceerde behandelonderdelen.
Vanwege de slaapproblematiek is er een aanmelding gedaan bij het slaapcentrum van GGZ- [locatie] om (bijvoorbeeld via een smartwatch) het slaappatroon van betrokkene te monitoren. De kliniek wacht op een reactie waarna dit traject hopelijk snel gestart kan worden.
Betrokkene is ongewenst verklaard hetgeen betekent dat betrokkene gerepatrieerd moet worden naar [geboorteland] . In het afgelopen jaar geeft betrokkene aan mee te willen werken aan zijn repatriëring omdat hij inziet dat dit zijn enige manier is om uit de tbs te geraken. De in Nederland woonachtige familie van betrokkene ziet repatriëring echter niet zitten.
Er woont een broer van betrokkene in Noord- [geboorteland] . De band tussen alle broers onderling is slecht in beeld te krijgen, evenals het niveau van funtioneren van de broer in [geboorteland] . Daarnaast is in de omgeving waar de broer woont weinig psychiatrische zorg. Op dit moment is weinig concreet met betrekking tot de repatriëring.
Het recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging is hoog. Het recidiverisico in geval van beëindiging van het toezicht of de maatregel is hoog. Het recidiverisico in de huidige situatie (intramuraal) is matig.
Koers en advies
Gelet op de voorgeschiedenis hanteert de kliniek een pragmatische blik en wordt vooralsnog gericht op het bereiken van langdurige stabiliteit en incidentenvrij functioneren op de huidige afdeling.
In de afgelopen en aankomende periode is met name aandacht voor de repatriëring. De hoge mate van externe structuur die betrokkene behoeft om zonder ernstige incidenten te kunnen functioneren maakt dit echter lastig. Het omzetten van de antipsychotica naar een orale toedieningsvorm blijft een onderwerp van gesprek. Orale medicatie is in [geboorteland] namelijk makkelijker te arrangeren dan depotmedicatie. Daarnaast moet het sociaal netwerk, dagbesteding, huisvesting en financiën in kaart worden gebracht voor de situatie na repatriëring.
De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Nadat betrokkene zich een lange tijd heeft verzet, wil hij nu meewerken aan repatriëring naar [geboorteland] . De mogelijkheden daartoe worden onderzocht, maar er ligt nog geen kant en klaar plan. Er is contact gelegd met de in [geboorteland] woonachtige broer. Deze woont in een dunbevolkt gebied, waar maar weinig zorg is. De aanmelding van betrokkene bij het slaapcentrum van de GGZ heeft nog niet tot een (intake)gesprek geleid. Dat is wel de intentie. De medicatie die betrokkene nu neemt heeft de beste uitwerking voor hem. Doel is het omzetten van het depot naar orale medicatie. Er wordt doorlopend geprobeerd om met betrokkene het gesprek te voeren over de vrijwillige inname van de medicatie en hem te motiveren voor orale toediening.
De officier van justitie heeft gepersisteerd in de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
De raadsman van betrokkene heeft primair verzocht de maatregel te beëindigen en betrokkene te repartriëren naar [geboorteland] . De raadsman heeft dit verzoek onderbouwd met informatie die hij van de transfercoördinator van de kliniek heeft ontvangen. Daaruit volgt dat de broer van betrokkene hem wil ondersteunen en dat er op twee uur rijden vanaf de woonplaats van deze broer een psychiater is die bekend is met de medicatie die betrokkene neemt. Verder heeft de transfercoördinator gemeld dat er goede contacten met een kliniek in [plaats] zijn, die betrokkene ook zouden kunnen overnemen. Subsidiair heeft de raadsman om aanhouding van de behandeling van de verlengingsvordering verzocht om de kliniek te bewegen mee te werken aan het vragen van een second opinion met betrekking tot de medicatie. Door de dwangmedicatie die betrokkene krijgt, lijkt de behandeling inmiddels te stagneren. Meer subsidiair heeft de raadsman verzocht de termijn met één jaar verlengen.
De rechtbank stelt vast dat aan de terbeschikkinggestelde bij vonnis van deze rechtbank van 30 januari 2018 is opgelegd terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege ter zake van poging tot zware mishandeling. Dit is een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank wijst het primaire verzoek tot beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging af. Bij betrokkene is sprake van een stoornis en het recidiverisico buiten het huidige kader is hoog. Het subsidiaire verzoek tot aanhouding van de behandeling wijst de rechtbank eveneens af, nu een aanhouding met drie maanden niet de helderheid zal kunnen verschaffen die wenselijk is in deze zaak. De rechtbank stelt vast dat in Nederland voor betrokkene, gezien zijn ongewenstverklaring, geen uitstroom mogelijk is. Betrokkene wenst inmiddels mee te werken aan repatriëring naar [geboorteland] . Medicatie-inname door betrokkene is van groot belang voor terugkeer. De informatie die nu door de kliniek is verstrekt over het onderzoek naar de repatriëring en over de gang van zaken met betrekking tot het medicatiebeleid, is naar het oordeel van de rechtbank beperkt en onduidelijk. Bij de volgende verlengingszitting zal concrete(re) informatie voorhanden moeten zijn over de mogelijkheden voor betrokkene in [geboorteland] . Ook dient de kliniek aan te geven hoe men het medicatievraagstuk denkt op te lossen. De rechtbank geeft de kliniek in overweging bij de volgende verlengingszitting de transfercoördinator en eventueel ook de psychiater op de zitting te laten verschijnen.
De rechtbank is op basis van deze overwegingen – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling op dit moment met één jaar wordt verlengd. Na dit jaar zal bekeken worden welke vorderingen er zijn gemaakt ten aanzien van de repatriëring van betrokkene en zijn medicatie.

Beslissing

De rechtbank:
  • wijst het verzoek tot beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging alsmede het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de raadsman af;
  • wijst de vordering van de officier van justitie toe met dien verstande dat de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. A.A. Spoel en mr. C.M. Noomen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 februari 2024.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.