Op 7 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Kleve in Duitsland. Het EAB, dat op 24 oktober 2023 is uitgevaardigd, betreft een verzoek tot aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1997, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De behandeling van het EAB vond plaats op 22 februari 2024, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L.H.M. van Rosendaal, en een tolk in de Arabisch/Marokkaanse taal. De officier van justitie, mr. K. van der Schaft, concludeerde dat de overlevering kon worden toegestaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft ook de termijn voor het doen van uitspraak met 30 dagen verlengd. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Marokkaanse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, naar Nederlands recht kan worden gekwalificeerd als poging tot doodslag, en dat het feit voldoet aan de vereisten van dubbele strafbaarheid.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, en deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de OLW.