In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 februari 2024 een beschikking gegeven in een procedure over het gezag van een minderjarig kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. O. Asscher, heeft verzocht om eenhoofdig gezag over het kind, terwijl de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Pinarbasi-Ilbay, zich heeft neergelegd bij dit verzoek. De rechtbank heeft eerder op 21 april 2023 een zorgregeling vastgesteld en het verzoek van de vader tot ondertoezichtstelling afgewezen. De vader heeft aangegeven niet deel te willen nemen aan het traject bij het Ouder- en Kindteam, wat heeft geleid tot de huidige situatie waarin de moeder het gezag alleen wil uitoefenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders, gezien de verstoorde communicatie en de dynamiek tussen hen. De rechtbank heeft daarom besloten het gezamenlijk gezag te beëindigen en de moeder met het gezag te belasten, in het belang van het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.