ECLI:NL:RBAMS:2024:1218

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
10848162 / CV 23-15698
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake geneeskundige behandelovereenkomst en consumentenrecht

In deze zaak heeft de stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, eisende partij, gedaagde partij, die niet is verschenen, gedagvaard tot betaling van een bedrag van € 9.648,17 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft in zijn tussenuitspraak op 29 februari 2024 enkele belangrijke punten aan de orde gesteld. Ten eerste is het van belang dat de eisende partij in de dagvaarding heeft toegelicht waarom de kosten rechtstreeks bij de gedaagde partij in rekening zijn gebracht, terwijl in Nederland een ziektekostenverzekering verplicht is en kosten doorgaans bij de verzekeraar worden gedeclareerd. De kantonrechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld om deze toelichting te geven.

Daarnaast heeft de kantonrechter ambtshalve onderzoek aangekondigd naar de toepasselijkheid van algemene voorwaarden die door de zorgverlener mogelijk worden gehanteerd. De eisende partij moet verduidelijken of en welke algemene voorwaarden van toepassing zijn op de behandelovereenkomst en op welke bepalingen zij een beroep had kunnen doen. Dit is van belang omdat de kantonrechter moet controleren of er sprake is van oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden. De eisende partij is verzocht om de benodigde toelichting en eventuele stukken ter onderbouwing tijdig aan de gedaagde partij te sturen, zodat deze kan reageren.

De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door de eisende partij, waarbij de kantonrechter heeft aangegeven dat verdere beslissingen in afwachting van de toelichting worden aangehouden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en de bescherming van consumentenrechten in het kader van geneeskundige behandelovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Team kanton
Zaaknummer: 10848162 \ CV EXPL 23-15698

Vonnis van 29 februari 2024

in de zaak van
de stichting
STICHTING ONZE LIEVE VROUWE GASTHUIS,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders,
tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

Verloop van de procedure

Bij exploot van dagvaarding van 27 november 2023 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 9.648,17 aan hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke buitengerechtelijke incassokosten, één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
Vervolgens is vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing

Eisende partij stelt dat tussen partijen een geneeskundige behandelovereenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan gedaagde partij een behandeling van eisende partij heeft ondergaan, te weten een ziekenhuisopname van 6 tot maximaal 28 verpleegdagen bij longontsteking en IC consult, intercollegiaal consult buiten de IC, bij spoed en niet-spoed.
De behandelovereenkomst die aan de vordering ten grondslag ligt is gesloten tussen een handelaar en gedaagde partij als consument. In dat geval moet ambtshalve, dus ook als dat door partijen niet aan de orde is gesteld en/of de vordering is erkend, worden getoetst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht.
Toetsing van informatieplichten is hier niet aan de orde, omdat een medische behandelovereenkomst op grond van artikel 6:230h lid 2 sub d van het Burgerlijk Wetboek (BW) is uitgezonderd van de betreffende afdeling uit het BW.
4. Wel dienen de stellingen in de dagvaarding de gronden van de vordering te kunnen dragen. Nu een ziektekostenverzekering in Nederland verplicht is en ziektekosten in dat geval veelal rechtstreeks in rekening (moeten) worden gebracht bij de verzekeraar, had eisende partij in de dagvaarding dienen te vermelden waarom dat in dit geval niet is gebeurd en de kosten rechtstreeks in rekening zijn gebracht bij gedaagde partij. Daarbij geldt dat op de bij dagvaarding overgelegde factuur Zilveren Kruis Achmea als zorgverzekering is vermeld. Eisende partij wordt daarom in de gelegenheid gesteld dit bij akte nader toe te lichten.
5. Verder geldt dat de kantonrechter gehouden is om ambtshalve onderzoek te doen naar (mogelijk) oneerlijke bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. Eisende partij stelt niet dat algemene voorwaarden van toepassing zijn op deze medische behandeling. Het is de kantonrechter echter ambtshalve bekend dat veel zorgverleners gebruik maken van algemene voorwaarden.
6. Het is dan ook aan de kantonrechter om in het kader van vorenbedoeld ambtshalve onderzoek te controleren of, in dit geval, deze zorgverlener algemene voorwaarden hanteert die op de behandelingsovereenkomst van toepassing zijn. Daarom wordt eisende partij in de gelegenheid gesteld om toe te lichten of en zo ja welke, algemene voorwaarden van toepassing zijn en deze te overleggen. Eisende partij dient daarbij toe te lichten op welke bepalingen van de algemene voorwaarden zij een beroep had kunnen doen en zij dient zich uit te laten over de eerlijkheid van deze bepalingen. Als geen algemene voorwaarden van toepassing zijn, dient eisende partij deze stelling nader te staven met bijvoorbeeld een schermafbeelding van de website van de zorgverlener en/of een verklaring van de zorgverlener.
7. De zaak wordt voor het nemen van een akte door eisende partij verwezen naar de rol.
De kantonrechter gaat ervanuit dat de opgevraagde toelichting voortaan in de dagvaarding wordt vermeld en zal bij ontbreken daarvan de vordering afwijzen.
8. Eisende partij dient de akte met toelichting en eventuele stukken ter onderbouwing tenminste twee weken vóór de hierna te bepalen rolzitting aan gedaagde partij te sturen, met de mededeling dat gedaagde partij op die rolzitting daarop mag reageren dan wel uitstel kan vragen en hoe en wanneer gedaagde partij uiterlijk moet reageren. Eisende partij wordt in dat kader verzocht om naast de akte ook de mededeling/brief aan gedaagde partij in het geding te brengen. Wanneer niet kan worden vastgesteld dat de akte tijdig en/of met de juiste mededeling aan gedaagde partij is toegestuurd, wordt deze in beginsel buiten beschouwing gelaten.
9. Iedere verdere beslissing wordt in afwachting van het voorgaande aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van
28 maart2024 te 10.00 uurvoor het nemen van een akte door eisende partij als hiervoor is overwogen onder 4 en 6;
bepaalt dat eisende partij de akte tenminste twee weken voor deze rolzitting aan gedaagde partij moet sturen, zoals hiervoor is overwogen onder 8;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
881