In deze zaak heeft de stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, eisende partij, gedaagde partij, die niet is verschenen, gedagvaard tot betaling van een bedrag van € 9.648,17 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft in zijn tussenuitspraak op 29 februari 2024 enkele belangrijke punten aan de orde gesteld. Ten eerste is het van belang dat de eisende partij in de dagvaarding heeft toegelicht waarom de kosten rechtstreeks bij de gedaagde partij in rekening zijn gebracht, terwijl in Nederland een ziektekostenverzekering verplicht is en kosten doorgaans bij de verzekeraar worden gedeclareerd. De kantonrechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld om deze toelichting te geven.
Daarnaast heeft de kantonrechter ambtshalve onderzoek aangekondigd naar de toepasselijkheid van algemene voorwaarden die door de zorgverlener mogelijk worden gehanteerd. De eisende partij moet verduidelijken of en welke algemene voorwaarden van toepassing zijn op de behandelovereenkomst en op welke bepalingen zij een beroep had kunnen doen. Dit is van belang omdat de kantonrechter moet controleren of er sprake is van oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden. De eisende partij is verzocht om de benodigde toelichting en eventuele stukken ter onderbouwing tijdig aan de gedaagde partij te sturen, zodat deze kan reageren.
De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door de eisende partij, waarbij de kantonrechter heeft aangegeven dat verdere beslissingen in afwachting van de toelichting worden aangehouden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en de bescherming van consumentenrechten in het kader van geneeskundige behandelovereenkomsten.