Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/273812-22
Datum uitspraak: 1 maart 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in [naam PI] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 25 augustus 2023, 15 november 2023, 28 november 2023 en 16 februari 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. R. van ‘t Land, naar voren hebben gebracht.
2.Beschuldiging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van:
1. het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, in elk geval het opzettelijk aanwezig hebben van 6.060 gram MDMA op 15 maart 2023 in Amsterdam;
2. het opzettelijk voorbereiden en bevorderen van het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren verstrekken en/of vervoeren, en/of het opzettelijk vervaardigen van cocaïne in , door via een cryptotelefoon hierover te communiceren en personen te voorzien van informatie in de periode van 28 januari 2020 tot en met 13 september 2020 in Amsterdam en/of Almere;
3. het opzettelijk voorbereiden en bevorderen van het binnen het grondgebied van Nederland brengen en vervaardigen van cocaïne, het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren verstrekken en/of vervoeren, en/of het opzettelijk vervaardigen van cocaïne, in elk geval een of meer middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, door ontmoetingen, besprekingen en telefoongesprekken hierover te hebben in de periode van 1 februari 2023 tot en met 5 juni 2023 in Amsterdam en/of Almere.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat alle feiten grotendeels kunnen worden bewezen.
Feit 1
Verdachte heeft op 15 maart 2023 samen met anderen zes kilo MDMA vervoerd. Uit de bewijsmiddelen volgt dat hij een cruciale, coördinerende rol heeft vervuld bij de overdracht van de tas met MDMA.
Feit 2
Uit ontsleutelde SkyECC-berichten is gebleken dat verdachte – als de gebruiker van Sky-ID [Sky-ID] – in 2020 zich op structurele basis en in georganiseerd verband bezighield met het voorbereiden en bevorderen van de invoer van cocaïne via de Amsterdamse haven. Chats hierover zijn tussen 28 januari 2020 en 15 april 2020 gewisseld. Daarom kan alleen een deel van de tenlastegelegde pleegperiode worden bewezen.
Feit 3
Uit opgenomen vertrouwelijke communicatie, waargenomen ontmoetingen en diverse belastende (Spaanstalige, vertaalde) chats, foto’s en filmpjes die zijn aangetroffen op de zwarte Samsungtelefoon van verdachte, is gebleken dat verdachte zich in 2023 (nog steeds) samen met anderen bezighield met het voorbereiden en bevorderen van de invoer/handel in verdovende middelen, te weten cocaïne en MDMA, en daarnaast met het vervaardigen daarvan. Het eerste belastende telefoongesprek vond plaats op 17 februari 2023. Verdachte dient daarom van een deel van de tenlastegelegde pleegperiode te worden vrijgesproken.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
Verdachte erkent dat hij betrokken was bij de overdracht van de tas op 15 maart 2023. Iemand had aan hem gevraagd om de tas over te zetten van de ene auto naar de andere auto. Verdachte had een vermoeden dat er MDMA in de tas zat, maar wist dit niet zeker en wist ook niet hoeveel. Hij was naïef en dacht een gunst voor een vriend te verlenen. De raadsman heeft aangevoerd dat de rol van verdachte ondergeschikt was, hij vormde geen onmisbare schakel. Verdachte was slechts aanwezig bij het verstrekken van de MDMA.
Feit 2
Verdachte erkent de gebruiker te zijn van Sky-ID [Sky-ID] . Hij heeft de chats die in het dossier staan weliswaar verstuurd, maar dit deed hij om stoer te doen en dit was grootspraak. De informatie die hij deelde was algemeen en een groot deel daarvan kon van het internet worden gehaald. Verdachte realiseerde zich niet dat hij strafbaar handelde. Hij had nooit de intentie om de invoer van cocaïne mogelijk te maken. Hij wilde alleen aanzien en aandacht krijgen. Toen het serieus werd, is hij gestopt met het sturen van berichten. De chats lopen ook niet door.
Feit 3
De bevindingen uit 2023 waren ook grootspraak van verdachte. Het verhaal over een lijn in Afrika was een verzinsel. Verdachte had geldnood en hoopte op die manier geld te krijgen. De foto’s en video’s die op zijn telefoon zijn aangetroffen, zijn naar hem doorgestuurd.
De beschuldiging dat verdachte voorbereidingshandelingen zou hebben gepleegd voor de invoer, uitvoer en/of handel in MDMA is niet terug te vinden op de tenlastelegging. Strikt genomen valt dit middel onder de omschrijving van de tenlastelegging, maar in de tenlastelegging is ingezet op voorbereidingshandelingen met betrekking tot cocaïne. De verdediging verzoekt daarom om de tenlastelegging beperkt te lezen.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat – telkens – op grond van de wettige bewijsmiddelen van de hier na te noemen feiten en omstandigheden uit. [1]
3.3.1.
Verstrekken, vervoeren en aanwezig hebben van 6.060 gram MDMA (feit 1)
Feiten en omstandigheden
Op 15 maart 2023 vindt tussen de inzittenden van drie Volkswagen Golfs een ontmoeting plaats. Verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] zijn hierbij betrokken. Gezien is dat [medeverdachte 2] achter verdachte aanrijdt en dat beiden hun auto op een parkeerplaats parkeren, waarna [medeverdachte 1] in een andere auto arriveert. Verdachte stapt uit, stapt in bij [medeverdachte 1] , zij voeren een gesprek, stappen daarna samen uit en lopen naar de kofferbak van [medeverdachte 2] . Verdachte opent de kofferbak, haalt hier een witte shopperbag uit en plaatst deze in de kofferbak van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] rijden weg, verdachte blijft achter. [2] Het voertuig van [medeverdachte 1] wordt even daarna staande gehouden. De witte shopperbag wordt in de kofferbak aangetroffen en inbeslaggenomen. [3] Hierin blijkt 6.060 gram MDMA te zitten. [4]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat een man genaamd [verdachte] hem had gevraagd om de tas te vervoeren. [5] [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij in ruil voor geld was ingezet om de tas naar de afgesproken locatie te rijden. [6] Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij wist dat er verdovende middelen in de tas zaten. Hij vermoedde dat dit MDMA was. [7]
Beoordeling
Op grond van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich op 15 maart 2023 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verstrekken, vervoeren en opzettelijk aanwezig hebben van 6.060 gram MDMA.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte hierin een aansturende, coördinerende rol had. Medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] fungeerden als ‘drivers’, verdachte was de coördinator. De rechtbank acht de (aansturende) wijze waarop het feit door verdachte is uitgevoerd en de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hiervoor redengevend.
3.3.2.
Voorbereiding invoer cocaïne in 2020 (feit 2)
Feiten en omstandigheden
Verdachte, die werkzaam is in de haven [naam haven] (hierna: [naam haven] ), neemt tussen 28 januari 2020 en 15 april 2020 als gebruiker van Sky-ID [Sky-ID] deel aan verschillende chatgesprekken. [8] Verdachte is een actieve deelnemer aan deze chats: hij beantwoordt vragen, zegt toe bepaalde dingen te doen, stuurt foto’s, vraagt om ‘updates’ en adviseert. In de chatgesprekken komt het volgende naar voren.
Chat [chatcontact]
Op 28 januari 2020 vraagt verdachte of er een schip – [naam schip] – aankomt bij [naam haven] en of ‘zij’ dit moeten uitzoeken. [9] Verdachte geeft aan dat het daar rustig is – niet zoals in Rotterdam – en dat het terrein groot en overzichtelijk is. [10] Vervolgens stuurt verdachte foto’s van bootlijsten, [11] legt uit wat er gebeurt als een boot aankomt, geeft advies over een verstopplek [12] en stuurt foto’s van een bootplattegrond, luiken/ruimtes [13] en van de haven zelf. [14] Ook zegt verdachte ‘de tassen’ eraf te zullen halen. [15]
De boot komt uiteindelijk nooit aan. Op 12 februari 2020 stuurt Sky-ID [Sky-ID] dat ze boten hadden die naar Rietlanden Terminals B.V. (hierna: Rietlanden) gingen, niet naar [naam haven] . [16]
Chat [chatcontact]
In een gesprek dat aanvangt op 12 maart 2020 hebben de deelnemers het over ‘Cocain’ en de boot [naam boot] . [17] Sky-ID [Sky-ID] stuurt het bericht dat [naam boot] nog steeds in ‘Porto Bolivar’ is. Verdachte geeft aan dagelijks de lijst te zullen checken. [18] Op 16 maart 2020 vraagt verdachte welke nieuwe boot [Sky-ID] zal vullen. [19] [Sky-ID] vraagt of verdachte [naam boot] al in de computer heeft zien staan. [20] Verdachte antwoordt van niet en vraagt of het nog mogelijk is om de [naam boot] met 500 kilogram te vullen. [Sky-ID] geeft aan dat dit mogelijk is. [21] Op 18 maart 2020 stuurt [Sky-ID] een foto met daarop een lijst met boten. [naam boot] staat niet op deze lijst. [22] Verdachte geeft aan dat hij nu anderen moet vertellen dat de 500 kilogram niet komt en dat hij bang is om ‘team members’ te verliezen. Verdachte vraagt daarom om ‘proof’ zodat de anderen geduldig blijven. [23] Hierop worden foto’s gestuurd van stapels (witte) blokken. [24] Daarnaast wordt een foto gestuurd van een wit blok met een stempel van een dollarteken. [25]
Ook deze boot komt nooit aan in Amsterdam. Op 15 april 2020 vraagt verdachte wat er met [naam boot] is gebeurd. [Sky-ID] stuurt dat [naam boot] naar Turkije is gestuurd vanwege de corona lockdown. [26]
Chat [chatcontact]
Op 15 februari 2020 wordt gesproken over 300 kilo en 50 kilo. [27] Daarnaast wordt een artikel gedeeld over de vondst van 170 kilo coke door de zeehavenpolitie. [28] Sky-ID [Sky-ID] vraagt om een persoon aan de chat toe te voegen ‘met wie hij alles doet’. Verdachte wordt vervolgens toegevoegd. [29] Verdachte stuurt een foto van een verstopplek en zegt “Als jullie het daar zetten krijgen wij het hier uit”. [30]
Chat [chatcontact]
Op 28 januari 2020 vraagt Sky-ID [Sky-ID] of de boot [naam boot] naar [naam haven] komt. [31] Verdachte stuurt een foto van een (oude) lijst [32] en geeft aan nog geen bijgewerkte lijst te hebben. Verdachte zegt beperkte toegang te hebben in hun systeem maar elke dag te zullen kijken. [33] Op 3 maart 2020 stuurt verdachte op verzoek van [Sky-ID] een lijstje met bootnamen. [34]
Chat [chatcontact]
Op 15 maart 2020 vraagt Sky-ID [Sky-ID] of er boten zijn die naar [naam haven] komen. Sky-ID [Sky-ID] antwoordt bevestigend en vraagt met hoeveel er wordt begonnen. [Sky-ID] geeft aan dat 200/300 hen een mooie start lijkt, waarop verdachte bevestigend “Yes” stuurt. [35] [Sky-ID] geeft aan dat de minimale investering 150 is, dat de investering helft helft is en dat het geld van de investering van te voren moet worden afgegeven. Voor de maand april zou nu al besteld moeten worden. Verdachte reageert dat zij snel kunnen schakelen. [36] [Sky-ID] geeft aan akkoord te zijn met de voorwaarden. [37] Het plan wordt op 23 maart 2020 toch gestaakt omdat de chatdeelnemers het geld niet van te voren willen overhandigen. [38]
Chat [chatcontact]
Op 19 februari 2020 wordt opnieuw gesproken over de boot [naam boot] . De boot wordt op 20 februari 2020 in Amsterdam verwacht, alleen is het nog onduidelijk welke haven. [39] Op 20 februari 2020 stuurt verdachte dat de boot naar Rietlanden gaat. [40] Verdachte en [Sky-ID] willen kijken of ze boot alsnog kunnen doen en gaan samen naar IJmuiden. [41] Verdachte stuurt dat als ze de boot op gaan, ze een helm en kleding nodig hebben. [42] Diezelfde dag sturen [Sky-ID] en verdachte dat het toch te riskant is. [43] Bovendien heeft een andere groep ze benaderd over dezelfde boot. [Sky-ID] denkt dat het een gevaarlijke situatie is. [44]
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat uit voormelde berichten blijkt dat verdachte in de periode van 28 januari 2020 tot en met 15 april 2020 samenwerkte met anderen bij voorbereidingen voor de invoer van cocaïne in Nederland.
Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij nooit de intentie had om de invoer van cocaïne mogelijk te maken en/of te bevorderen. Gelet op de inhoud van voormelde berichten, acht de rechtbank deze verklaring ongeloofwaardig. Verdachte heeft anderen frequent geadviseerd, zeer concrete informatie gedeeld en heeft die informatie ook actief aangeboden. Algemeen kan worden gesteld dat een havenmedewerker zich bewust is van de waarde die dit soort informatie heeft. Dat verdachte zich inderdaad bewust was van deze waarde, blijkt uit zijn eigen verklaring. Verdachte heeft namelijk verklaard dat hij de Sky-telefoon heeft gekregen vanwege zijn positie als havenmedewerker. Verder blijkt uit de berichten dat verdachte meermalen heeft toegezegd de uithaal te zullen regelen. Dat de besproken plannen zich telkens niet hebben verwezenlijkt, lijkt uitsluitend aan externe omstandigheden te hebben gelegen. Dat alles ‘pure praat voor aandacht’ was, ziet de rechtbank op geen enkele manier in de berichten terug. De rechtbank verwerpt daarom het verweer.
3.3.3.
Voorbereiding invoer cocaïne in 2023 (feit 3)
Lezing tenlastelegging
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat de onder 3 ten laste gelegde beschuldiging beperkt moet worden gelezen, in die zin dat slechts voorbereidingshandelingen met betrekking tot cocaïne ten laste zijn gelegd. Uit de tenlastelegging leidt de rechtbank niet af dat de opsteller van de tenlastelegging een uitgebreidere beschuldiging voor ogen stond ten tijde van het opstellen hiervan. De hierna te noemen feiten en omstandigheden zijn daarom in het kader van deze beschuldiging geselecteerd.
Feiten en omstandigheden
Begin 2023 is door de rechter-commissaris toestemming gegeven om vertrouwelijke communicatie van verdachte op te nemen. Vervolgens is, onder andere, communicatie die is gevoerd met het mobiele telefoonnummer [nummer] opgenomen. Daarnaast is het voertuig dat in gebruik was bij verdachte – een Golf met kenteken [kenteken] – voorzien van opnameapparatuur. Op 5 juni 2023 vindt een doorzoeking plaats in de woning van verdachte aan de [adres] . Bij de doorzoeking wordt een zwarte Samsungtelefoon inbeslaggenomen. Op de telefoon worden meerdere chats, foto’s en filmpjes aangetroffen.
Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij Spaans spreekt en heeft erkend dat hij de persoon is die te horen is op de opgenomen vertrouwelijke communicatie (hierna: OVC). Daarnaast erkent hij dat de zwarte Samsungtelefoon van hem is. [45] Uit de bewijsmiddelen komt verder het volgende naar voren.
Bevindingen OVC telefoonnummer [nummer]
Op 17 februari 2023 belt verdachte naar een persoon genaamd [naam persoon] en vraagt of die voor hem afspraken kan maken over een prijs. [46] Op 7 maart 2023 belt [naam persoon] en vraagt of verdachte foto’s van ‘samples’ kan sturen. Verdachte geeft aan dat hij geen foto’s gaat maken en dat [naam persoon] ze mag komen halen. [47] Tijdens een doorzoeking van de woning van [naam persoon] op 20 juni 2023 zijn geld, pillen, henneptoppen, wit poeder, weegschaaltjes en verpakkingsmateriaal met sporen van cocaïne aangetroffen. [48] Op 12 september 2023 is [naam persoon] veroordeeld voor meervoudig drugsbezit. [49]
Bevindingen OVC Golf met kenteken [kenteken]
Op 6 april 2023 bevinden zich meerdere Spaanstalige personen – waaronder verdachte – in de Volkswagen Golf. De personen praten over het vliegveld El Dorado in Bogota, pasta en alles dat aankomt in Suriname. Ook wordt gesproken over spul wat de Ecuadorianen gaan sturen. Het vervoer zou per vliegtuig zijn. [50] Verder wordt gesproken over ‘Cali-weed’. Verdachte vertelt dat marihuana vanuit Californië naar hier gestuurd kan worden. Hij heeft mensen bij FedEx. Deze mensen geven wel aan dat het groene spul langzamer verkoopt. Ze hebben liever het witte spul. [51]
Op 9 april 2023 heeft verdachte een gesprek met een (onbekend gebleven) vrouw. Verdachte heeft het over een project in Afrika en zegt materialen te hebben en een investeerder. Het is een lijn die ze in april opnieuw gaan openen. Hij zoekt iemand die een aanbetaling kan doen. De vrouw geeft aan een vriend te hebben uit Medellín die veel kan toevoegen. Verdachte is geïnteresseerd. De vrouw belt de vriend en ze spreken af om te ontmoeten op Amsterdam Sloterdijk. Daarna heeft de vrouw het over twee personen die werken met Colombia en nog wat andere landen. [52]
In de avond van 9 april 2023 spreekt verdachte met een (onbekend gebleven) man. Het gesprek gaat over geld verdienen, [53] mannen van Schiphol, [54] werkers van Rotterdam, [55] over een man in Madrid die 10K heeft, [56] of iemand gestuurd kan worden om geld af te geven, [57] over een token, [58] een plan voor als de boot aankomt [59] en over iets in een loods zetten op het terrein waar de ‘scotoe’ niet bij kan. [60]
Bevindingen zwarte Samsungtelefoon
De zwarte Samsungtelefoon blijkt op 16 maart 2023 in gebruik te zijn genomen en is voor het laatst gebruikt op 4 juni 2023. [61] Op de telefoon staan meerdere chats met weinig tot geen inhoud. Vermoedelijk worden de berichten een beperkt aantal uur bewaard. [62] Wel worden chats met ene [naam 1] op Signal aangetroffen. Op 15 mei 2023 wordt tussen verdachte en [naam 1] een video gedeeld van ogenschijnlijk verpakte koffie. Het blok wordt opengesneden en er is een op cocaïne gelijkend wit blok te zien. [63]
Op Signal en Whatsapp staan voorts meerdere Spaanstalige chats. [64] Deze chats bestaan uit onder meer het volgende. Op 20 mei 2023 deelt gebruiker [naam gebruiker] een video van zakken gevuld met blokken, een video van een blok waarin een witte substantie is te zien en een video van een koffer gevuld met blokken. [65] [naam gebruiker] geeft aan dit te willen sturen, waarop verdachte aangeeft dat zij het ook met FedEx kunnen versturen. [66] [naam gebruiker] vraagt om alle informatie die verdachte nodig heeft voor de verzending. Verdachte geeft aan dat hij hem zo zal bellen. [67] In een groepsgesprek met [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] stuurt verdachte op 25 mei 2023 een video van een groot wit blok met plastic eromheen waarop DIOR staat afgedrukt. De voor- en achterkant van het blok worden getoond. [68] In een groepsgesprek met [naam gebruiker] en [naam 5] stuurt verdachte op 30 mei 2023 drie video’s: een video van blokken verpakt in bruin plastic, een video van een container met Nederlandstalige muziek op de achtergrond en een video van een container van KLM die op het vliegveld op een pallet staat. [69] Op 3 juni 2023 geeft verdachte aan klaar te staan. [naam gebruiker] zegt nog wachten op een bevestiging van de datum. [70]
Op de telefoon staan verder diverse video’s afkomstig van Signal. De video’s bevatten beelden van vliegvelden, cargo van KLM, ladingen die in- en uit een vliegtuig worden geladen en partijen met blokken. [71] Er zijn ook video’s waar deze blokken in dozen worden verpakt en video’s waar vermoedelijk pasta wordt bewerkt tot cocaïne. [72] In totaal staan er 41 video's op de telefoon die wijzen in de richting van de mogelijke import/export van verdovende middelen. [73]
Beoordeling
De rechtbank acht op grond van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden bewezen dat verdachte in de periode van 17 februari 2023 tot en met 4 juni 2023 samenwerkte met anderen bij voorbereidingen voor de invoer van cocaïne in Nederland.
De verklaring van verdachte dat opnieuw sprake was van pure grootspraak, acht de rechtbank opnieuw ongeloofwaardig. Dit in het licht van de gedetailleerdheid van de gesprekken die zijn gevoerd, de veelheid hiervan en de bevindingen die aantonen dat daadwerkelijk concrete handelingen hebben plaatsgevonden. Zo worden video’s van (witte) blokken en vliegvelden gedeeld – ook door verdachte – en is bij [naam persoon] verpakkingsmateriaal met sporen van cocaïne aangetroffen. De rechtbank ziet wederom geen aanwijzingen dat sprake was van alleen maar ‘stoere praat’ en verwerpt daarom het verweer.
4.Bewezenverklaring
Op grond van de in rubriek 3 vervatte bewijsmiddelen, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1. op 15 maart 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verstrekt en vervoerd , 6.060 gram van een materiaal bevattende MDMA;
2. in de periode van 28 januari 2020 tot en met 15 april 2020 te Amsterdam en Almere, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, te weten: het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, hebbende verdachte en verdachtes mededaders zogenaamde cryptotelefoons voorhanden gehad en via deze cryptotelefoons middels het programma SkyECC met anderen gecommuniceerd over de invoer, handel en het vervoer van cocaïne, onderhandelingen die daarbij kwamen kijken en (tot op heden onbekend gebleven) personen voorzien van informatie ten behoeve van het invoeren, vervoeren, opslaan, verbergen en financieren van cocaïne;
3. in de periode 17 februari 2023 tot en met 4 juni 2023 te Amsterdam en Almere, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, te weten: het opzettelijk binnen en buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, hebbende verdachte en verdachtes mededaders ontmoetingen, besprekingen gehad en telefoongesprekken gevoerd met betrekking tot de invoer, levering, betaling, koop, opslag en het vervoer van cocaïne.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
5.De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6.De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7.Motivering van de straffen en maatregelen
7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes (6) jaren, met aftrek van voorarrest.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
Met betrekking tot de strafmaat heeft de raadsman verzocht te kijken naar straffen die in soortgelijke strafzaken zijn opgelegd. De zaak van verdachte dient niet groter te worden gemaakt dan hij in feite is. De officier van justitie voert zonder onderbouwing aan dat verdachte van 2020 tot en met 2023 door is gegaan met de invoer, handel en productie van verdovende middelen. Concreet bewijs hiervoor ontbreekt. Bovendien is dit verwijt niet terug te vinden in de tenlastelegging. De eis van de officier van justitie is naar het oordeel van de raadsman veel te hoog.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in zowel 2020 als in 2023 gedurende een periode van meerdere maanden samen met anderen schuldig gemaakt aan het voorbereiden en bevorderen van de invoer van cocaïne binnen en buiten het grondgebied van Nederland. Verdachte heeft zich daarnaast, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het verstrekken, vervoeren en aanwezig hebben van 6.060 gram MDMA.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte bij het plegen van alle feiten een essentiële en coördinerende rol heeft vervuld. Verdachte is professioneel te werk gegaan door gebruik te maken van een cryptotelefoon met SkyECC. Uit de SkyECC-chats is gebleken dat verdachte, als medewerker in de haven van Amsterdam, meerdere personen heeft voorzien van inlichtingen ten behoeve van de invoer van cocaïne in Nederland. De werkwijze die te zien is in de chats, duidt op een georganiseerd verband waarin verdachte een sturende en leidende rol heeft. Verdachte heeft grof misbruik gemaakt van zijn cruciale positie als havenmedewerker. De rechtbank weegt beide aspecten in strafverzwarende zin mee bij de strafoplegging.
Voorbereidingshandelingen zijn noodzakelijk om de daadwerkelijke invoer van cocaïne te realiseren. Daarmee heeft verdachte een bijdrage geleverd aan de handel in cocaïne. Het is algemeen bekend dat de invoer van cocaïne en de handel daarin een bijzonder ontwrichtende invloed hebben op de samenleving. Niet alleen gezondheid en welzijn worden door deze handel nadelig beïnvloed, ook de algemene veiligheid en het financiële stelsel. Verdachte heeft ter terechtzitting weinig openheid van zaken gegeven en in de door hem afgelegde verklaringen zijn rol zoveel mogelijk geminimaliseerd. Daarmee heeft verdachte geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van wat verdachte ter terechtzitting naar voren heeft gebracht over zijn persoonlijke omstandigheden en van een uittreksel van de justitiële documentatie van verdachte van 18 januari 2024. Verdachte is niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld.
Het strafoordeel
Voor het vervoeren van 6 kilo harddrugs in organisatieverband gaan de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 40 maanden. Voor de voorbereidingshandelingen met betrekking tot de invoer van cocaïne bestaan geen LOVS-oriëntatiepunten. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat bij het bepalen van de strafmaat rekening moet worden gehouden met de inhoud van het gehele dossier en verdachtes rol die daaruit blijkt. Ook vindt de rechtbank van belang dat verdachtes handelen niet incidenteel was, maar plaatsvond over meerdere periodes.
Gelet op de ernst van de feiten, in het bijzonder het ernstige misbruik door verdachte van zijn positie als havenmedewerker, het structurele karakter van de feiten en de rol die verdachte daarin heeft gehad, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 6 (zes) jaren, zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden is.
8.Beslag
Onder verdachte zijn een grijze Samsung telefoon, een zwarte Samsung telefoon, verdovende middelen/poeders en een drukpers in beslag genomen. Deze voorwerpen staan vermeld op de beslaglijst opgenomen in
bijlage II.
bijlage II.
8.1.
Standpunten ter zitting
De officier van justitie heeft verzocht de Samsung telefoons verbeurd te verklaren, omdat verdachte het onder 3 tenlastegelegde met behulp van die telefoons heeft begaan. De verdovende middelen, poeders, het medicijn (ketamine) en de drukpers dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
8.2.
Oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De zwarte Samsung telefoon behoort aan verdachte toe. Nu het onder 3 tenlastegelegde met behulp van de zwarte Samsungtelefoons is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Nu de grijze Samsungtelefoon in gebruik was bij verdachte, neemt de rechtbank aan dat deze ook aan hem toebehoort. Omdat de inhoud van de telefoon kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten en het ongecontroleerde bezit in strijd is met het algemeen belang, wordt deze onttrokken aan het verkeer.
Nu de verdovende middelen, poeders, het medicijn (ketamine) en de drukpers van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
10.Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde:
telkens: medeplegen van om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 6 (zes) jaren.
een gevangenisstraf van 6 (zes) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6350146, Zwart, merk: Samsung);
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2. 1 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6350148, Grijs, merk: Samsung);
2. 1 273,6 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361506);
2. 1 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361507);
2. 1 1 STK Drukpers (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361508);
2. 1 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361521);
2. 1 1 STK Medicijn (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361526);
2. 1 262 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361531);
2. 1 1 STK Poeder (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361535);
2. 1 60,6 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361541);
2. 1 1350 GR Poeder (Omschrijving: PL1300-2022225934-G6361547).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N.J. Koene, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. L. Bergsma en N. Pont, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 maart 2024.