ECLI:NL:RBAMS:2024:11

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 januari 2024
Publicatiedatum
2 januari 2024
Zaaknummer
13/198161-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van witwassen wegens gebrek aan wetenschap en onvoldoende bewijs van witwasvermoeden

Op 2 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van (schuld)witwassen van 35 telefoons en een geldbedrag van € 630,-. De verdachte, geboren in 1986 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op het moment van de aanhouding gedetineerd. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 19 december 2023 gehouden, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. P. van Laere, vorderde bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.A. Dijk, pleitte voor vrijspraak.

De tenlastelegging betrof het medeplegen van witwassen van de telefoons en het geldbedrag, waarbij het Openbaar Ministerie stelde dat de telefoons en het geld uit misdrijf afkomstig waren. De verdediging betwistte echter dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de telefoons in de hotelkamer en stelde dat het voorhanden hebben van het geldbedrag niet tot een witwasvermoeden kon leiden. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er aanwijzingen waren voor een witwasvermoeden, niet kon worden bewezen dat de verdachte wetenschap had van de telefoons of dat hij deze voorhanden had.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag aan de verdachte. Voor de overige in beslag genomen voorwerpen werd de bewaring gelast ten behoeve van de rechthebbende. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs van wetenschap en de noodzaak van concrete aanwijzingen voor een samenwerkingsverband bij het vaststellen van witwassen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/198161-23
Datum uitspraak: 2 januari 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de zaak tegen
[Verdachte] ,
geboren op een onbekende locatie in [land van herkomst] op [geboortedag 1] 1986 (verdachte verklaart op zitting op [geboortedag 2] 1986 te zijn geboren),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in de [P.I.] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 december 2023. Verdachte was bij de behandeling van zijn zaak aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. P. van Laere, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.A. Dijk, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 6 augustus 2023 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het (schuld)witwassen van 35 telefoons en een geldbedrag van € 630,-.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1 die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Vrijspraak

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van het met opzet witwassen van de ten laste gelegde telefoons en het geldbedrag. Op basis van het dossier kan namelijk worden aangenomen dat de telefoons (die gedurende de gehele middag naar de hotelkamer waar verdachte is aangetroffen moeten zijn gebracht) en het geldbedrag uit misdrijf afkomstig zijn. Daarbij wordt verwezen naar de tijdstippen waarop de telefoons volgens de aangiftes zijn gestolen. Tevens bevat het dossier voldoende aanwijzingen voor een samenwerking tussen een 8 tal mensen afkomstig uit Senegal waar ook verdachte toe behoort. Met name blijkt dat deze groep twee hotelkamers in gebruik hadden welke beide via het zelfde kanaal zijn gereserveerd.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. In het geval van de telefoons kan namelijk niet worden vastgesteld dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de telefoons in de hotelkamer. De verklaring die verdachte hierover direct bij de politie heeft afgelegd wordt ondersteund door de verklaring van [persoon] . Ook ontbreekt overig steunbewijs en is van een nauwe en bewuste samenwerking met anderen niet gebleken. In het geval van het aangetroffen geldbedrag van € 630,-, heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het voorhanden hebben van een dergelijk bedrag niet tot een witwasvermoeden kan leiden.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte is aangehouden in een hotelkamer van het [Hotel] Hotel in Amsterdam, waar hij samen met twee anderen verbleef. Bij binnentreding van de hotelkamer zagen verbalisanten een open tas staan met daarin ruim 25 telefoonhoesjes waarop meteen tot aanhouding van verdachte is overgegaan. Daarna zijn ook de op de tenlastelegging vermelde 35 telefoons in de hotelkamer aangetroffen. Anders dan de telefoonhoesjes waren deze telefoons niet direct zichtbaar. De telefoons waren verpakt in aluminiumfolie en zaten opgeborgen in een afgesloten Louis Vuitton tas en in een geprepareerd gat in de kledingkast.
Hoewel ten aanzien van de telefoons – gelet op de hoeveelheid en de wijze waarop deze zijn aangetroffen – een witwasvermoeden kan worden vastgesteld, is de rechtbank van oordeel dat onder de hiervoor weergegeven omstandigheden niet kan worden bewezen dat verdachte de telefoons voorhanden heeft gehad of daarmee de andere ten laste gelegde witwashandelingen heeft verricht. Daarvoor moet namelijk worden vastgesteld dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de telefoons en dat hij daarover ook heeft kunnen beschikken. Verdachte heeft altijd ontkend de telefoons in de hotelkamer te hebben gezien. Verdachte was weliswaar in de hotelkamer op het moment dat de telefoons daar zijn aangetroffen en heeft de tas met telefoonhoesjes kunnen zien, maar dat alleen is onvoldoende om te kunnen vaststellen dat verdachte ook wetenschap heeft gehad van de telefoons die zich in een afgesloten tas en ruimte hebben bevonden. Daarnaast bevat het dossier verder geen aanwijzingen dat verdachte van de telefoons op de hoogte is geweest en nader onderzoek daarnaar is niet verricht. Hoewel verbalisanten spreken van een vermoeden van samenwerking tussen een 8-tal personen afkomstig uit Senegal wordt dat vermoeden nergens in het dossier nader onderbouwd, zodanig dat kan worden gesproken van een samenwerkingsverband. Dus ook van eventuele kennis bij verdachte uit dien hoofde is niet gebleken.
Van het aangetroffen geldbedrag van € 630,-, waarvan verdachte heeft verklaard dat dat zijn geld is, vindt de rechtbank dat niet van feiten en omstandigheden is gebleken op basis waarvan het vermoeden bestaat dat het niet anders kan dan dat dit bedrag uit misdrijf afkomstig is.

4.Beslag

Onder verdachte zijn, blijkens de in het dossier gevoegde en als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte beslaglijst, verschillende voorwerpen in beslag genomen. Nu verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de teruggave van deze voorwerpen gelasten.
Ten aanzien van het onder nummer 1 op de beslaglijst vermelde bedrag van € 630,- is voldoende aannemelijk geworden dat dit bedrag aan verdachte toebehoort, zodat de rechtbank de teruggave aan verdachte zal gelasten. Nu van de overige voorwerpen niet kan worden vastgesteld aan wie zij toebehoren, zal de rechtbank de bewaring ten behoeve van de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon gelasten.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing:
Verklaart
het ten laste gelegde niet bewezenen
spreekt verdachte daarvan vrij.
Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen:
Gelast de teruggave aan verdachtevan:
630 EUR (6378633).
Gelast de bewaring ten behoeve van deredelijkerwijs als
rechthebbendeaan te merken persoon van:
2. 1 1 STK GSM (G6377913, Apple);
2. 1 1 STK GSM (G6377922, Apple);
2. 1 1 STK Horloge (6377923, AUDEMARS PIGUET);
2. 1 1 STK GSM (6377926, Apple);
2. 1 1 STK GSM (6377929, Iphone 13);
2. 1 1 STK GSM (6377933, Apple);
2. 1 1 STK Filmcamera (6377940, Gporo);
2. 1 1 STK GSM (6377941, CPH2069);
2. 1 1 STK Koptelefoon (6377951, Apple);
2. 1 1 STK Tas (6377954, Louis Vuitton);
2. 1 1 STK Portemonnee (6377959);
2. 1 1 STK GSM (6377963, Apple Iphone 14 Pro);
2. 1 1 STK Acculader (6377964);
2. 1 1 STK GSM (6383482, Iphone);
2. 1 1 STK Acculader (6377957, Powerbank);
2. 1 1 STK Vlag (6377960, Pride);
2. 1 1 STK Sigaret (6377962, E-smoker);
2. 1 1 STK Festivalbandjes (6377966);
2. 1 1 STK Vliegticket (6377967, Van Vueling);
2. 1 23 STK Iphone hoesjes (6377968);
2. 1 1 STK Chipszak (6377969, Lays).
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. A.W.T. Klappe en N.T. Arnoldussen, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.M. Esschendal en I. van Heusden, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 januari 2024.
[....]
[....]
[....]