ECLI:NL:RBAMS:2024:1070

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
726697
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake tegenbewijs tegen koopovereenkomst en geldige overdracht van aandelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser], in hoedanigheid van vereffenaar van [bedrijf], en meerdere gedaagden, waaronder Swiss Sustainable Agri Holdings B.V. en Ancile Securities Company Limited. De procedure betreft een geschil over de geldigheid van een koopovereenkomst en de overdracht van aandelen in Swiss Sustainable. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] niet in staat is geweest om tegenbewijs te leveren tegen het dwingende bewijs van de notariële akte die de koopovereenkomst bevestigt. De rechtbank heeft de getuigenverklaringen van verschillende betrokkenen gehoord, maar deze hebben het standpunt van [eiser] niet kunnen bevestigen. De rechtbank concludeert dat er sprake is van wilsovereenstemming over de titel koop en dat de overdracht van de aandelen geldig is. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, vastgesteld op € 3.310,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/726697 / HA ZA 22-1015
Vonnis van 21 februari 2024
in de zaak van
[eiser] QQ IN HOEDANIGHEID VAN VEREFFENAAR VAN [bedrijf],
te [woonplaats 1] (Verenigde Arabische Emiraten),
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. E.C. Netten te Amsterdam,
tegen

1.SWISS SUSTAINABLE AGRI HOLDINGS B.V.,

te Amsterdam,
2.
IQ EQ MANAGEMENT (NETHERLANDS) B.V.,
te Amsterdam,
3.
[gedaagde 3],
te [woonplaats 2] ,
4.
THE FRUIT PROCESSING COMPANY B.V.,
te Rotterdam,
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ANCILE SECURITIES COMPANY LIMITED,
te George Town (Kaaimaneilanden),
6. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ANCILE INVESTMENT COMPANY LIMITED,
te George Town (Kaaimaneilanden),
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Swiss c.s. en afzonderlijk Swiss Sustainable, IQ EQ, [gedaagde 3] , FPC, Ancile Securities en Ancile Investment (deze laatste twee gezamenlijk: Ancile c.s.),
advocaat: mr. J.E.P.A. van Hooff te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juni 2023,
- de akte uitlating enquête aan de zijde van [eiser]
- proces-verbaal van getuigenverhoor van 1 september 2023
- proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 september 2023
- proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 oktober 2023
- de conclusie na enquête van [eiser]
- de conclusie van antwoord na enquête van Swiss c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij tussenvonnis van 14 juni 2023 is [eiser] in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren tegen het op grond van de notariële akte dwingende bewijs van het bestaan van een koopovereenkomst waarbij [bedrijf] DMCC haar aandelen in Swiss Sustainable aan Ancile Securities heeft verkocht.
2.2.
[eiser] heeft in dit verband de volgende getuigen doen horen:
De heer [naam 1] , bestuurder van het administratiekantoor van Swiss Sustainable.
De heer [gedaagde 3] , gevolmachtigde van [bedrijf] DMCC.
De heer [naam 2] , belastingadviseur van Swiss Sustainable.
De heer [naam 3] , destijds bestuurder van [bedrijf] DMCC.
De heer [naam 4] , bestuurder van Ancile Investment en Ancile Securities.
De heer mr. R.X.J. Blokzijl, notaris.
2.3.
[eiser] heeft het standpunt ingenomen dat een (geldige) titel voor de overdracht van de aandelen in Swiss Sustainable ontbreekt, hetzij omdat de
suretyship agreementin strijd is met het fiduciaverbod van artikel 3:84 lid 3 BW, hetzij omdat geen wilsovereenstemming is bereikt tussen [bedrijf] DMCC (verkoper) en Ancile Securities (koper) over de titel koop en laatstgenoemde daarop ook niet heeft mogen vertrouwen. Geen van de getuigen heeft het standpunt van [eiser] , dat niet de koopovereenkomst (maar de
suretyship agreement) de titel voor levering was, echter bevestigd. De dwingende bewijskracht van de notariële akte dat levering plaatsvond ten titel van koop, is dan ook niet weerlegd.
2.4.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat de notaris, die bij de transactie optrad als onafhankelijke notaris, heeft verklaard dat hij een paar weken voor de transactie bekend is geraakt met de
suretyship agreementen dat hij een aantal dagen vóór 22 april 2020 met de koper heeft gesproken over de koopovereenkomst en de geldigheid van de titel van de
suretyship agreementen eventuele complicaties daarvan (gelet op het fiducia-verbod van artikel 3:84 lid 3 BW). Vervolgens zijn de essentialia van de koopovereenkomst besproken in een grotere e-mail groep, waar bestuurders en vertegenwoordigers van zowel koper als verkoper deel van uitmaakten (verklaringen [naam 1] , [gedaagde 3] , [naam 2] ). De gesprekken verliepen onder tijdsdruk, aangezien de liquiditeitsbehoefte bij [bedrijf] DMCC groot en nijpend was. Ancile c.s. was alleen bereid tot de aanvullende financiering van USD 15 miljoen na vermindering van haar
exposureop [bedrijf] DMCC ( [naam 4] ). Uiteindelijk is er, in verband met het door de notaris gesignaleerde risico van de
suretyship agreementgekozen voor de koopovereenkomst als titel voor levering. In het door [naam 3] als bestuurder van [bedrijf] DMCC op 14 april 2020 ondertekende bestuursbesluit is dan ook de bevoegdheid verstrekt tot het geven van een volmacht voor verkoop van de aandelen Swiss Sustainable. De volmacht (“
to fill out, draft, sign, etc. any share sale and purchase agreement”) tot het aangaan van de koopovereenkomst namens [bedrijf] DMCC is op 14 april 2020 aan [gedaagde 3] gegeven. Dat [naam 3] zich niet bewust zou zijn geweest waarvoor hij tekende, zoals [eiser] heeft aangevoerd, kan aan Swiss c.s. niet worden tegengeworpen. [gedaagde 3] was krachtens zijn volmacht dan ook bevoegd om namens [bedrijf] DMCC de koopovereenkomst aan te gaan. Dat van dit traject weinig flankerende stukken beschikbaar zijn, is verklaarbaar, gelet op de tijdsdruk waaronder de transactie plaatsvond en staat niet in de weg aan de door de notaris geconstateerde wilsovereenstemming. Er heeft vanwege die tijdsdruk ook geen
due diligenceplaatsgevonden. De noodzaak daarvoor liet zich ook minder voelen, nu Ancile c.s. vanwege de lopende financiering al bekend was met de onderneming. Feit is dat geen van de getuigen heeft betwist dat verkoop van Swiss Sustainable tegen boekwaarde en met verrekening van de koopprijs de bedoeling was en voorwaarde voor verstrekking van de aanvullende financiering van USD 15 miljoen. Door erop te wijzen dat Ancile c.s. allerlei bewijs niet overlegt, miskent [eiser] dat de notariële akte dwingend bewijs vormt van het bestaan van de koopovereenkomst en dat dat bewijs niet wordt ontzenuwd met de enkele stelling dat het overige door Swiss c.s. gepresenteerde bewijsmateriaal voor de koopovereenkomst summier is of dat de getuigenverklaringen op onderdelen niet helemaal op elkaar aansluiten. Nu de notaris heeft vastgesteld dat tussen partijen wilsovereenstemming bestond over de titel (koop) en de overdracht onder die titel heeft plaatsgevonden, zal ook de rechtbank daarvan uitgaan.
2.5.
[eiser] heeft nog aangevoerd dat Ancile c.s. niet te goeder trouw een beroep kan doen op het bestaan van wilsovereenstemming over de titel koop, omdat zij heeft nagelaten “actief een bevestiging te vragen van een bevoegde vertegenwoordiger van [bedrijf] DMCC”. Voor zover hierin een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid moet worden gelezen, geldt het volgende. Bij toepassing van dit leerstuk moet volgens vaste rechtspraak terughoudendheid worden betracht, zeker indien – zoals in dit geval - sprake is van professionele partijen die bovendien worden bijgestaan door adviseurs en voorts gegeven de betrokkenheid van een onpartijdige notaris. De feiten en omstandigheden van deze zaak bieden dan ook geen grond om het beroep van Swiss c.s. op wilsovereenstemming onaanvaardbaar te achten.
2.6.
Uit het voorgaande volgt dat de koopovereenkomst wordt aangemerkt als de titel voor de overdracht van de aandelen in Swiss Sustainable aan Ancile Securities en dat sprake is van een geldige overdracht. De vorderingen van [eiser] zullen dan ook worden afgewezen.
2.7.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Swiss c.s. worden als volgt vastgesteld:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat € 2.456,00 (4,0 punten × € 614,00)
- nakosten
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 3.310,00

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Swiss c.s. tot dit vonnis vastgesteld op € 3.310,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiser] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiser] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
3.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.