ECLI:NL:RBAMS:2024:1056
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag urgentieverklaring voor woningtoewijzing door de Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een urgentieverklaring. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, omdat er volgens hen geen sprake was van een urgent huisvestingsprobleem. Eiseres, die in Amsterdam woont, had verzocht om urgentie omdat zij en haar kinderen in een schrijnende situatie verkeerden. De rechtbank heeft het beroep op 5 februari 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder eiseres terecht als alleenstaande heeft aangemerkt. Eiseres had aangevoerd dat de kinderen bij haar zouden moeten wonen volgens een ouderschapsplan, maar de rechtbank concludeert dat de kinderen momenteel bij hun vader wonen en dat er geen bewijs is dat dit niet goed gaat. Eiseres woont momenteel bij haar vriend in Arnhem, wat betekent dat zij niet dakloos is. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de urgentieverklaring gerechtvaardigd is.
Daarnaast heeft eiseres betoogd dat de hardheidsclausule van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 niet is toegepast. De rechtbank stelt vast dat, hoewel eiseres een eigen woning wenst, zij en haar kinderen momenteel een dak boven hun hoofd hebben. De rechtbank benadrukt dat de hardheidsclausule slechts in zeer uitzonderlijke gevallen wordt toegepast en dat de situatie van eiseres niet zodanig schrijnend is dat dit rechtvaardigt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.