ECLI:NL:RBAMS:2024:1055
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag urgentieverklaring wegens gebrek aan urgent huisvestingsprobleem en medische gronden
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een urgentieverklaring. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, omdat eiser volgens verweerder inwonend is en er geen sprake zou zijn van een urgent huisvestingsprobleem. De GGD heeft geadviseerd dat eiser niet voldoet aan de criteria voor een urgentieverklaring op medische gronden. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 7 april 2023, waarin de afwijzing werd gehandhaafd. Tijdens de zitting op 5 februari 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoet aan de criteria voor een urgentieverklaring, zoals vastgelegd in de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020. Eiser heeft aangevoerd dat hij door verweerder onterecht als inwonend is aangemerkt, maar de rechtbank oordeelt dat de afwijzing terecht is. Ook de medische situatie van eiser, die hij aanvoert als reden voor urgentie, voldoet niet aan de vereisten. De rechtbank concludeert dat de medische problematiek van eiser niet levensontwrichtend is en dat er geen acute noodsituatie is die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. S.D. Arnold en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2024.