Op 21 februari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Halle in Duitsland. De officier van justitie had op 28 december 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, dat op 28 november 2023 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1976 in Suriname, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J. Woltring, tijdens de zitting op 7 februari 2024. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De verdediging voerde aan dat de overlevering moest worden geweigerd omdat de verdenking niet op handel maar op het kweken en aanwezig hebben van cannabis zou zijn gericht. De rechtbank oordeelde echter dat de uitvaardigende justitiële autoriteit de feiten als een zogenoemd lijstfeit heeft aangemerkt, wat betekent dat de rechtbank aan dit oordeel gebonden is. De rechtbank concludeerde dat de feiten waarvoor overlevering wordt verzocht, onder de lijst van bijlage 1 bij de OLW vallen.
De rechtbank heeft ook de garantie van de Chief District Prosecutor van Halle in Duitsland beoordeeld, die waarborgde dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal ondergaan. De rechtbank oordeelde dat deze garantie voldoende was. Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, omdat er geen belemmeringen waren en de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft, wat zijn sociale re-integratie in Nederland bevorderd.