Beoordeling
6. Artikel 7:262 BW bepaalt dat wanneer de huurcommissie uitspraak heeft gedaan, huurder en verhuurder worden geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat een afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht.
7. De uitspraak van de huurcommissie van 22 mei 2023 is op 21 juli 2023 aan partijen verzonden en de vordering is door [eiser] bij dagvaarding van 14 september 2023, derhalve tijdig, ingesteld. Ingevolge artikel 7:262 BW is dientengevolge de uitspraak van de huurcommissie van 22 mei 2023 komen te vervallen.
8. De Huurcommissie beoordeelt op grond van artikel 11 lid 5 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (hierna: Uhw) de kwaliteit van de woonruimte en de redelijkheid van de huurprijs naar de toestand op de datum van ingang van de huurovereenkomst. De regels hiervoor zijn opgenomen in het Beleidsboek Waardelingsstelsel zelfstandige woonruimte (Bhw).
9. In Bijlage I (hierna: Bijlage) is ten aanzien van de waardering van Sanitair onder meer het volgende opgenomen:
De waardering van het sanitair wordt bepaald op grond van de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen.
Aan een toilet met waterspoeling, geplaatst in een daartoe bestemde ruimte, worden, indien het toilet binnen het woongebouw is gelegen(1), 3 punten toegekend.
Als douche moet worden meegeteld iedere door de verhuurder aangebrachte installatie voor het nemen van een stortbad(2). Baden worden met 6 punten gewaardeerd, ongeacht de lengte van het bad. Indien een bad tevens is voorzien van een (hand)douche, dient het douchegarnituur niet afzonderlijk geteld te worden.
Indien in de badruimte behalve het bad tevens een afzonderlijke douche is aangebracht, geldt een waardering van 7 punten.
Bij bad- of doucheruimten wordt als voorwaarde voor het toekennen van punten gesteld, dat de wand- en vloerafwerking voldoende waterdicht(3) is, dat er aansluitingspunten voor warm en koud water(4) zijn, dat de douche tevens is voorzien van douchegarnituur(5). Indien in de bad- of doucheruimte een toilet is geplaatst wordt dit toilet volledig gewaardeerd; de oppervlakte van de ruimte wordt echter met één vierkante meter verminderd.
Als wastafels(6) worden alle bakken geteld voor wassen en spoelen, die op de waterleiding en op het huisriool zijn aangesloten, met uitzondering van die waarboven een douche is aangebracht, en met uitzondering van het bad en van de spoelbakken in een keukenaanrecht. Een bidet telt als wastafel. Een lavet telt als wastafel(7), tenzij deze is voorzien van aansluitpunten voor warm en koud water en van een douchegarnituur; dan vindt een waardering plaats met vier punten.
10. In de Toelichting behorende bij Bijlage I, onder A, het waarderingsstelsel voor woonruimte welke een zelfstandige woonruimte vormt (hierna: de toelichting), staat onder het kopje Sanitair onder meer het volgende:
Indien het sanitair en/of de afwerking van de bad- of doucheruimte een kwaliteitsniveau(8) heeft dat het ten tijde van de woningwaardering bij woningwetwoningen gangbare(9) overschrijdt, kunnen extra kwaliteitspunten(10) worden toegekend tot maximaal het aantal punten dat reeds voor de douche en/of het bad is bepaald.
11. Vervolgens staat in de Nadere uiteenzetting van de in de toelichting opgenomen begrippen (hierna: de nadere uiteenzetting) bij Sanitair onder de punt 3. en in de punten 8. tot en met 10. onder meer:
3.(…)
NB.: Onder bad-/doucheruimte wordt verstaan een (afzonderlijke) ruimte met een vrije hoogte van ten minste 2 meter, gemeten vanaf de vloer tot aan het zichtbare plafond. Daarin dient tenminste aanwezig te zijn een wastafel of een douche of een bad. (…) Een wastafel in een andere ruimte, bijvoorbeeld een slaapkamer, kan als badruimte worden aangemerkt. Indien een badruimte is samengevoegd met een toiletruimte dient de totale oppervlakte ten minste 1m² te bedragen met een breedte van 0,6m en een hoogte over deze oppervlakte van 2m. Een aanrecht of een fonteintje in de toiletruimte wordt niet als badruimte aangemerkt.
(…)
8. Het kwaliteitsniveau bij sociale huurwoningen: daarmee wordt bedoeld het uitrustingsniveau van nieuwe sociale huurwoningen. Onder "nieuw" wordt verstaan: woningen, niet ouder dan vijf jaar. Het kwaliteit-/uitrustingsniveau van de gemiddelde bad- en/of doucheruimte in een nieuwbouwsociale huurwoning is:
- een waterdichte vloerafwerking,
- betegeling rondom tot resp. 1,50m hoogte voor badruimte en 1,80m voor doucheruimte,
- een wastafel inclusief mengkraan met spiegel en planchet
én
- een douche of bad met aansluitpunten voor warm en koud water en voorzien van
9. Ten tijde van de woningwaardering bij sociale huurwoningen: afhankelijk van de betreffende procedure wordt uitgegaan van de voorgestelde ingangsdatum van de huurprijswijziging, de ingangsdatum van de huurovereenkomst of de aanvangsdatum van het huursubsidietijdvak.
10. Indien sanitair en/of de afwerking van bad- of doucheruimte boven het niveau van sociale huurwoningen uitsteekt (zie punt 8, randnummer 11), is de waardering als volgt:
voorziening: aantal punten:
extra wandbetegeling .......................................................... per 2 m² ...........0,25
kastje, waarin ingebouwd een wastafel..........................................................0,25
toiletkastje met ingebouwde verlichting ........................................................0,25
extra voor een bubbelbad (whirlpool) ................................................................2
luxe mengkraan (bv. éénhandsbediening)......................................................0,25
thermostatische watermengkraan ....................................................................0,5
schuif- of vouwwand met aluminium frame ......................................................1
wandcloset/ zwevend toilet (met inbouwreservoir) ........................................0,5
design- / handdoekradiator.............................................................................0,25
(…)
12. De kantonrechter overweegt als volgt. In punt 8. is een opsomming gegeven van het kwaliteit-uitrustingsniveau van de gemiddelde bad- en/of doucheruimte in een nieuwbouwsociale huurwoning. Hierin staat dat de gemiddelde bad- of doucheruimte een wastafel met mengkraan, spiegel, plancet
eneen douche en/of bad met toebehoren bevat. Hieruit blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat de wastafel en de douche/het bad zich in dezelfde ruimte dienen te zijn aangebracht. Pas als aan de vier in punt 8. opgenomen voorwaarden is voldaan, kunnen, extra kwaliteitspunten worden gegeven, alshet sanitair en/of de afwerking van bad- of doucheruimte boven het niveau van sociale huurwoningen uitsteekt.
13. In het gehuurde is een doucheruimte aanwezig en hiervoor zijn punten gegeven. In de doucheruimte is echter geen wastafel met mengkraan, spiegel en planchet aanwezig, zodat aan de in punt 8. gegeven basisvoorwaarden om voor extra kwaliteitspunten in aanmerking te komen niet is voldaan.
14. Hieraan doet niet af dat onder punt 3. bij ‘NB’ van de nadere uiteenzetting staat dat een wastafel in een andere ruimte, bijvoorbeeld een slaapkamer, als een badruimte kan worden aangemerkt. De kantonrechter begrijpt deze bepaling aldus, dat als in een slaapkamer een wastafel is aangebracht, deze ruimte ook als badkamer kan worden aangeduid.
15. Uit het vorenstaande volgt dat de Huurcommissie bij de boordeling van het gehuurde ten onrechte 3 extra kwaliteitspunten heeft toegekend. Nu over de overige punten geen geschil bestaat, wordt geoordeeld dat het gehuurde dient te worden gewaardeerd op 147 punten. Bij dit aantal punten is de maximale huurprijs € 798,42 per maand. Dit bedrag is onder de geldende huurliberalisatiegrens. Hieruit volgt dat de huurprijs van het gehuurde per 17 februari 2023 dient te worden vastgesteld op € 798,42 per maand.
16. [eiser] heeft vanaf 17 februari 2023 € 1.640,00 per maand aan huur betaald, terwijl hij een huurprijs van € 798,42 had moeten betalen. De vordering van [eiser] tot betaling van € 6.251,74 aan teveel betaalde huur over de periode van 17 februari 2023 tot en met september 2023 is toewijsbaar. Ook de vordering tot (terug)betaling van € 841,48 per maand vanaf oktober 2023 tot en met februari 2024 is toewijsbaar.
17. De gevorderde rente over de onder 15. en 16. toe te wijzen bedragen is toewijsbaar.
18. Gelet op de uitkomst van de procedure wordt Avidus veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van [eiser] .