ECLI:NL:RBAMS:2024:1

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2024
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
734838
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor executoriale verkoop van aandelen in dochtervennootschappen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 januari 2024 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek van McCourt Global Sports & Media LLC, gevestigd in New York, om toestemming te verlenen voor de executoriale verkoop van aandelen in dochtervennootschappen. McCourt heeft eerder beslag gelegd op de aandelen van Tennor Holding en haar dochtervennootschappen in het kader van een geschil dat al sinds 2020 speelt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeken van McCourt gegrond zijn en dat de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen en Tennor Holding moeten meewerken aan de verkoop van de in beslag genomen aandelen. De rechtbank heeft ook de deurwaarder aangewezen die verantwoordelijk zal zijn voor de executie van de verkoop. De termijn voor de verkoop is vastgesteld op één jaar, met de mogelijkheid tot verlenging. De rechtbank heeft de proceskosten ten laste van de betrokken vennootschappen en bestuurders gesteld, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer / rekestnummer: C/13/734838 / HA RK 23-188
Beschikking van 4 januari 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MCCOURT GLOBAL SPORTS & MEDIA LLC,
te New York (Verenigde Staten van Amerika),
verzoekster,
advocaat: mr. A.F.J.A. Leijten te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
KORE COAL INVESTMENT B.V.,
2.
LA PERLA FASHION INVESTMENT B.V.,
3.
ADVERT INVESTMENT B.V.,
4.
SEVERN REINSURANCE INVESTMENT B.V.,
5.
ROBOTIC MIS INVESTMENT B.V.,
6.
WEST 66 PROPERTY INVESTMENT B.V.,
7.
KORE COAL FINANCE B.V.,
8.
LA PERLA FASHION FINANCE B.V.,
9. de naamloze vennootschap
LA PERLA FASHION HOLDING N.V.,
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
10.
ADVERT FINANCE B.V.,
11.
SEVERN REINSURANCE FINANCE B.V.,
12.
SEVERN REINSURANCE HOLDING B.V.,
13.
ROBOTIC MIS FINANCE B.V.,
14.
ROBOTIC MIS HOLDING B.V.,
15.
WEST 66 PROPERTY HOLIDNG B.V.,
16.
TENNOR HOLDING B.V.,
allen gevestigd te Amsterdam,
verweersters sub 1 – 16,
advocaat: mr. T.F.B. Jansen te Rotterdam, die zich op 7 november 2023 heeft onttrokken,
17.
[verweerder 17],
wonende te [woonplaats 1] (Zwitserland),
verweerder,
advocaat: mr. J.W. de Groot te Amsterdam,
18.
[verweerder 18],
wonende te [woonplaats 2] (Duitsland),
belanghebbende
niet verschenen,
Verzoekster wordt hierna McCourt genoemd. Verweerders worden hierna de dochtervennootschappen (verweersters sub 1 – 6), de kleindochtervennootschappen (verweersters sub 7 – 15), Tennor (verweerster 16), [verweerder 17] en [verweerder 18] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 8 juni 2023, met producties,
- de tussenbeschikking van 3 augustus 2023 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de onttrekking van 7 november 2023 van mr. T.F.B. Janssen als advocaat van de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen en Tennor Holding. Daarna heeft zich aan de zijde van de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen en Tennor Holding geen nieuwe advocaat gesteld,
- de op 13 november 2023 binnengekomen productie van McCourt.
1.2.
Op 23 november 2023 heeft in deze zaak een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De zittingsaantekeningen van deze mondelinge behandeling en de door mr. S. van Zwam namens McCourt voorgedragen spreekaantekeningen bevinden zich in het dossier.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft (de advocaat van) [verweerder 17] de rechtbank verzocht om de uitspraak van een beschikking in deze zaak aan te houden, namelijk totdat een – door hem gestelde – herstructurering van Tennor Holding is afgerond. De rechtbank ziet daarin echter geen aanleiding om de uitspraak van een beschikking in deze zaak aan te houden. Daarom is bepaald dat vandaag een beschikking wordt uitgesproken.

2.De feiten

2.1.
Tennor Holding is enig aandeelhouder en bestuurder van de dochtervennootschappen, met uitzondering van Advert Investment B.V. (verweerster 3), van welke vennootschap [verweerder 18] bestuurder is. [verweerder 17] en [verweerder 18] zijn de bestuurders van Tennor Holding. [verweerder 17] is de
ultimate beneficial ownervan Tennor Holding.
2.2.
Tennor Holding is indirect bestuurder van de kleindochtervennootschappen, met uitzondering van La Perla Fashion Holding N.V. en Advert Finance B.V. (verweersters 9 en 10). De dochtervennootschappen zijn telkens enig aandeelhouder van de kleindochtervennootschap met de corresponderende naam, met uitzondering van Robotic MIS Holding B.V., waarvan Robitic MIS Finance B.V., de enig aandeelhouder is.
2.3.
McCourt en Tennor Holding zijn sinds 2020 verwikkeld in een geschil. In het kader van dit geschil heeft McCourt zich reeds meermaals tot deze rechtbank gewend. McCourt heeft in het kader van dit geschil ook reeds op 10 en 18 september 2020 en 14 juni en 26 juli 2021 beslag gelegd op de aandelen van Tennor Holding in de dochtervennootschappen.
2.4.
Bij beschikking van 14 januari 2021 heeft deze rechtbank, onder de in de beschikking vermelde voorwaarden, verlof verleend aan McCourt om op grond van artikel 474g Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) over te gaan tot de executoriale verkoop van de ten laste van Tennor Holding in beslag genomen aandelen in de dochtervennootschappen op grond van een vonnis van de internationale handelskamer van deze rechtbank, de Netherlands Commercial Court.
2.5.
Bij beschikking van 29 april 2022 heeft deze rechtbank – op verzoek van McCourt – de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de aandelen dient plaats te vinden verlengd met één jaar.
2.6.
Bij beschikking van 19 mei 2022 heeft deze rechtbank McCourt nogmaals verlof verleend om over te gaan tot de executoriale verkoop van de ten laste van Tennor Holding in beslag genomen aandelen in de dochtervennootschappen. Daarbij heeft de rechtbank aanvullende voorzieningen getroffen om Tennor Holding, de dochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] te bewegen tot medewerking aan die verkoop en daaraan dwangsommen verbonden.
2.7.
McCourt heeft de beschikking van 19 mei 2022 op 15 juni 2022 doen betekenen aan Tennor Holding en de dochtervennootschappen.
2.8.
Op 7 juli 2022 heeft de deurwaarder van McCourt een nader exploot betekend aan Tennor Holding en elk van de dochtervennootschappen. Hierin werden Tennor Holding en de dochtervennootschappen bevolen om binnen veertien dagen vanaf de dag van het exploot in het exploot opgesomde documenten en financiële informatie te verstrekken aan de deurwaarder van McCourt. Tennor Holding en de dochtervennootschappen hebben daarop niet gereageerd.
2.9.
In een brief van 8 juli 2022 heeft McCourt onder meer Tennor Holding en de dochtervennootschappen aangemaand om de verzochte documenten en financiële informatie te verstrekken en hen erop gewezen dat zij dwangsommen verbeuren wanneer zij niet (tijdig) aan voldoen aan het verzoek van de deurwaarder van McCourt. Tennor Holding en de dochtervennootschappen hebben daaraan geen gehoor gegeven.
2.10.
Op 15 september 2022 hebben McCourt enerzijds en Tennor Holding en [verweerder 17] anderzijds een Settlement Agreement gesloten.
2.11.
Hierna heeft [verweerder 17] herhaaldelijk aan McCourt medegedeeld haar te zullen betalen, maar dat heeft hij niet gedaan.
2.12.
In een brief van 18 januari 2023 heeft McCourt elk van de dochtervennootschappen en [verweerder 18] verzocht € 5 miljoen aan dwangsommen aan haar te betalen. Dat hebben de dochtervennootschappen en [verweerder 18] niet gedaan.
2.13.
Op 3 februari 2023 zijn de dochtervennootschappen bij exploot van de deurwaarder van McCourt dwangsommen aangezegd.
2.14.
Op 9 mei 2023 heeft McCourt executoriaal beslag gelegd op de aandelen van de dochtervennootschappen in de kleindochtervennootschappen.
2.15.
Tennor Holding, de dochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] hebben tot op heden niet voldaan aan de in de beschikking van 19 mei 2022 van deze rechtbank gegeven bevelen.

3.Het verzoek

3.1.
McCourt verzoekt – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
I. bepaalt dat McCourt kan overgaan tot de executoriale verkoop van de aandelen van de dochtervennootschappen in de kleindochtervennootschappen ten behoeve van verhaal van de dwangsommen die zijn verbeurd uit hoofde van de beschikking van 19 mei 2022 van deze rechtbank, op dezelfde voorwaarden als neergelegd in die beschikking, en dat Tennor Holding, de dochtervennootschappen en de kleindochtervennootschappen daaraan moeten meewerken, met dien verstande dat de aandelen onderhands dan wel openbaar kunnen worden verkocht, zulks ter vrije bepaling van de deurwaarder die zal worden belast met de verkoop van de aandelen, zonder de voorafgaande verplichting om de aandelen eerst te proberen onderhands te verkopen,
II. de kleindochtervennootschappen, de dochtervennootschappen en Tennor Holding beveelt om op eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf kalenderdagen alle volgens de deurwaarder relevante informatie te verstrekken,
III. de kleindochtervennootschappen, de dochtervennootschappen en Tennor Holding beveelt – indien de deurwaarder daarom verzoekt – terstond volledig mee te werken aan een volledig boekenonderzoek door potentiële kopers,
IV. [verweerder 17] en [verweerder 18] elk individueel beveelt te bewerkstelligen dat Tennor Hoding en elk van de dochtervennootschappen en kleindochtervennootschappen tijdig voldoen aan de in de te wijzen beschikking gegeven bevelen,
V. bepaalt dat de executiekosten ten laste van Tennor Holding komen,
VI. Tennor Holding, de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
De dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, Tennor Holding, [verweerder 17] en [verweerder 18] hebben geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Dit is een internationale zaak, omdat McCourt is gevestigd in de Verenigde Staten, de (klein)dochtervennootschappen zijn gevestigd in Nederland, [verweerder 17] in Zwitserland en [verweerder 18] in Duitsland. De rechtbank zal daarom eerst ambtshalve haar bevoegdheid (rechtsmacht) en het toepasselijk recht beoordelen.
Rechtsmacht – artikel 474g Rv verzoek
4.2.
Het verzoek van McCourt om verlof tot verkoop van de inbeslaggenomen aandelen, betreft executie van een beschikking van deze rechtbank. Op grond van artikel 24 lid 5 van de Brussel I bis-Verordening [1] is de Nederlandse rechter exclusief bevoegd, omdat dit verzoek de tenuitvoerlegging van een beslissing te Nederland betreft.
Rechtsmacht – overige verzoeken
4.3.
De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 4 lid 1 van de Brussel I bisVerordening rechtsmacht om kennis te nemen van de verzoeken van McCourt die zich richten tegen de kleindochtervennootschappen, de dochtervennootschappen en Tennor Holding, omdat die allemaal zijn gevestigd in Nederland.
4.4.
Op basis van artikel 4 lid 1 van de Brussel I bis-Verordening, kan echter geen rechtsmacht worden aangenomen om kennis te nemen van de verzoeken van McCourt tegen [verweerder 17] en [verweerder 18] , omdat zij in Zwitserland respectievelijk Duitsland wonen. Bij de beoordeling van de vraag of de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is om van de verzoeken van McCourt tegen [verweerder 17] en [verweerder 18] kennis te nemen, staat voorop dat deze verzoeken betrekking hebben op maatregelen ter voorkoming van (onrechtmatige) verhaalsfrustratie.
4.5.
De Nederlandse rechter is wel op grond van artikel 26 lid 1 van de Brussel I bisVerordening internationaal bevoegd om kennis te nemen van het verzoek van McCourt tegen [verweerder 17] , omdat hij voor deze rechtbank is verschenen, zonder haar bevoegdheid te betwisten.
4.6.
De rechtbank is op grond van artikel 6 aanhef en onder h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) bovendien internationaal bevoegd om van het verzoek van McCourt tegen [verweerder 18] kennis te nemen. Het gaat hier namelijk om rechten en plichten van [verweerder 18] als (indirect) bestuurder van Tennor Holding, de dochtervennootschappen en de kleindochtervennootschappen, die allemaal in Nederland zijn gevestigd.
Rechtsmacht – relatieve bevoegdheid
4.7.
Op grond van artikel 474g lid 1 Rv is in verzoeken die zijn gegrond op dit wetsartikel, relatief bevoegd de rechtbank van de plaats van vestiging van de vennootschap wier aandelen in beslag zijn genomen. Omdat Tennor Holding is gevestigd te Amsterdam, is deze rechtbank relatief bevoegd.
Toepasselijk recht – artikel 474g Rv verzoek
4.8.
Het internationale beslagrecht is onderdeel van het formele internationale procesrecht. In zaken op het gebied van formeel internationaal privaatrecht wordt het proces steeds beheerst door het recht van de internationaal bevoegde rechter. Daarom moeten verzoeken over het verlof tot executoriale verkoop van de aandelen in de (klein)dochtervennootschappen, worden beoordeeld naar Nederlands procesrecht.
Toepasselijk recht – overige verzoeken
4.9.
In deze zaak doet McCourt ook verzoeken die verband houden met de executoriale verkoop van de aandelen van Tennor Holding in de (klein)dochtervennootschappen. Deze verzoeken hebben betrekking op maatregelen ter voorkoming van (onrechtmatige) verhaalsfrustratie. Hierop is op grond van artikel 4 lid 1 van de Rome II-Verordening, Nederlands recht van toepassing. [2]
Verzoek tot verlof tot executoriale verkoop van de in beslag genomen aandelen over te gaan
4.10.
Het verzoek is gedaan binnen de in artikel 474g Rv gestelde termijn en het beslag is volgens de wettelijke vereisten en formaliteiten gelegd en betekend. Van eerder gevestigde rechten op aandelen zoals bedoeld in artikel 474f Rv is niet gebleken.
4.11.
McCourt beschikt over een executoriale titel op grond van de beschikking van 19 mei 2022. Tennor Holding, de dochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] hebben tot op heden niet voldaan aan hun verplichtingen op grond van die beschikking. McCourt heeft dan ook belang bij de verkoop van de in beslag genomen aandelen om zich op de opbrengst daarvan te kunnen verhalen.
4.12.
Het verzoek om tot verkoop van de in beslag genomen aandelen over te mogen gaan is daarmee toewijsbaar. De rechtbank zal op grond van artikel 474g lid 3 Rv bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht moet plaatsvinden. Daarbij geldt op grond van artikel 474g lid 4 Rv als uitgangspunt dat zoveel mogelijk de wettelijke en statutaire bepalingen inzake vervreemding en overdracht in acht moeten worden genomen.
Wijze van verkoop
4.13.
Voor de wijze van de verkoop geldt het volgende. Alle partijen hebben belang bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. McCourt heeft voldoende aangetoond dat Tennor Holding, de dochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] geen gevolg hebben gegeven aan de bevelen zoals uitgesproken in de beschikking van 19 mei 2022 van deze rechtbank. Om die reden zal met betrekking tot het beslag niet worden bevolen dat de deurwaarder eerst moet proberen de aandelen onderhands te verkopen. Het zal aan de deurwaarder worden overgelaten of tot een onderhandse of tot een openbare verkoop van de aandelen wordt overgegaan.
4.14.
Het verzoek om ook hier de deurwaarder ( [voornaam] Oude Elferink) – dan wel een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan hetzelfde kantoor – aan te wijzen als met de executieverkoop belaste deurwaarder, wordt toegewezen. De deurwaarder heeft zich daartoe bereid verklaard. De deurwaarder zal de leiding nemen bij de verkoop. Hij dient daarbij de verdere voorwaarden voor de verkoop vast te stellen, om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de aandelen te realiseren. Desgewenst kan hij zich daarbij laten bijstaan en adviseren door een (financieel) deskundige.
Termijn voor verkoop
4.15.
Op grond van artikel 474g lid 1 Rv dient de rechtbank de termijn te bepalen waarbinnen tot de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan. De rechtbank bepaalt deze termijn op één jaar vanaf de datum van deze beschikking, met dien verstande dat deze termijn, indien nodig, op verzoek van (één van) partijen door de rechtbank kan worden verlengd. Een daartoe strekkend verzoek moet de rechtbank op uiterlijk 3 januari 2025 hebben bereikt.
4.16.
Mocht niet vóór of op 3 januari 2025 om verlenging van de verkooptermijn zijn verzocht, dan zal het verzoek op dat onderdeel als afgewezen worden beschouwd.
Nevenverzoeken die strekken tot het verlenen van medewerking
4.17.
McCourt verzoekt verder – samengevat – dat de rechtbank:
elk van kleindochtervennootschappen beveelt volledige medewerking te verlenen aan het executietraject, waaronder in het bijzonder de verkoop en overdracht van de aandelen,
bepaalt dat elk van de kleindochtervennootschappen, elk van de dochtervennootschappen en Tennor Holding hun medewerking verlenen aan de verkoop van de aandelen in elk van de kleindochtervennootschappen,
elk van de kleindochtervennootschappen, elk van de dochtervennootschappen en Tennor Holding beveelt om op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf kalenderdagen alle voor de waardering en verkoop van de aandelen mogelijk relevantie financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de respectievelijke vennootschappen te verstrekken,
de kleindochtervennootschappen, de dochtervennootschappen en Tennor Holding beveelt om – indien de deurwaarder daarom verzoekt – hun medewerking te verlenen aan een volledig boekenonderzoek (
due diligence) door potentiële kopers.
4.18.
Omdat Tennor Holding, de dochtervennootschappen en de kleindochtervennootschappen geen verweer hebben gevoerd tegen deze verzoeken, zullen die worden toegewezen zoals hierna in de beslissing vermeld.
4.19.
Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de meeste dochtervennootschappen s enig aandeelhouder zijn van de kleindochtervennootschappen met de corresponderende naam. De blokkeringsregeling die is opgenomen in de statuten van West 66 Property Holding B.V. (verweerster 15) die een goedkeuringsregeling inhoudt, kan dan ook geen toepassing vinden. Voor zover nodig verleent de rechtbank ontheffing van deze statutaire bepaling.
De verzoeken jegens [verweerder 17] en [verweerder 18]
4.20.
McCourt verzoekt de rechtbank – samengevat – [verweerder 17] en [verweerder 18] in persoon te bevelen om te bewerkstelligen dat Tennor Holding, elk van de dochtervennootschappen en elk van de kleindochtervennootschappen tijdig voldoen aan de in de te wijzen beschikking gegeven bevelen.
4.21.
Voorop staat dat, hoewel deze verzoeken strikt genomen niet op artikel 474g Rv kunnen worden gebaseerd, ze zijn gericht op een optimaal verloop van het executietraject. Omdat deze verzoeken in nauw verband staan met de executoriale aandelenverkoop, althans de wijze waarop het verkoopproces moet plaatsvinden, zal de rechtbank ook over deze verzoeken oordelen.
4.22.
Dit verzoek van McCourt wordt toegewezen zoals hierna in de beslissing vermeld. [verweerder 17] en [verweerder 18] hebben het in hun hoedanigheid van bestuurders van Tennor Holding (en daarmee indirect van de dochtervennootschappen en de kleindochtervennootschappen) als enigen in hun macht om ervoor te zorgen dat Tennor Holding uitvoering geeft aan de onderhavige beschikking. Dit alles vormt voldoende aanleiding om [verweerder 17] en [verweerder 18] te bevelen om te bewerkstelligen dat Tennor Holding, de dochtervennootschappen en de kleindochtervennootschappen voldoen aan hun verplichtingen die zijn neergelegd in deze beschikking.
Proceskosten
4.23.
De rechtbank ziet aanleiding om Tennor Holding, de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten. Deze worden aan de zijde van McCourt tot op heden begroot op:
- griffierecht: € 676,00
- salaris advocaat: € 1.196,00
- nakosten:
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- totaal: € 2.045,00
4.24.
De proceskosten worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) zoals onbestreden verzocht.
Executiekosten
4.25.
De rechtbank ziet ook aanleiding te bepalen dat de executiekosten ten laste van Tennor Holding zullen komen.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.26.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat alle ten laste van de dochtervennootschappen in beslag genomen aandelen in:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kore Coal Finance B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid La Perla Fashion Finance B.V.,
de naamloze vennootschap La Perla Fashion Holding N.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Advert Finance B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Severn Reinsurance Finance B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Severn Reinsurance Holding B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Robotic MIS Finance B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Robotic MIS Holding B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid West Property Holding B.V.,
alle statutair gevestigd te Amsterdam, executoriaal kunnen worden verkocht en overgedragen, met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald,
5.2.
wijst [voornaam] Oude Elferink, deurwaarder te Amsterdam ten kantore van Groot & Evers, dan wel een door hem aan te wijzen vervangende (kandidaat) deurwaarder verbonden aan dit kantoor, aan als de deurwaarder met de executie belast,
5.3.
bepaalt dat de aandelen door middel van openbare verkoop (veiling), dan wel onderhands ter verkoop zullen worden aangeboden en worden verkocht, zulks te bepalen door de deurwaarder,
5.4.
bepaalt dat de verkoop zal geschieden met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen, waarbij de statutaire blokkeringsregeling in de statuten van West 66 Property Holding B.V. niet van toepassing is bij de executieverkoop,
5.5.
bepaalt dat de deurwaarder nadere regels kan vaststellen in het kader van een ordentelijk verloop van het executietraject en de executie,
5.6.
bepaalt dat de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de aandelen dient plaats te vinden op één jaar na 4 januari 2024,
5.7.
bepaalt dat deze termijn, indien nodig, op verzoek, door de rechtbank kan worden verlengd, en dat het verzoek hiertoe de rechtbank uiterlijk op 3 januari 2025 dient te hebben bereikt,
5.8.
beveelt de kleindochtervennootschappen ieder hun volledige medewerking aan het executietraject, de verkoop en de overdracht van de aandelen in het bijzonder, te verlenen en te blijven verlenen, waaronder het steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder onverwijld nakomen van de hiervoor onder 5.4 genoemde nadere regels,
5.9.
beveelt de kleindochtervennootschappen om steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf dagen aan hem alle naar zijn oordeel voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen,
5.10.
beveelt de kleindochtervennootschappen om, indien de deurwaarder daarom verzoekt en – indien de deurwaarder zulks wenselijk acht – tegen de door de deurwaarder te bepalen verdere voorwaarden terstond volledige medewerking te verlenen aan volledig boekenonderzoek (
due diligence) door potentiële kopers,
5.11.
bepaalt dat de dochtervennootschappen hun medewerking aan de verkoop van de door hen gehouden aandelen in de kleindochtervennootschappen dienen te verlenen,
5.12.
beveelt de dochtervennootschappen om steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf dagen aan hem alle naar zijn oordeel voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen,
5.13.
beveelt de dochtervennootschappen om, indien de deurwaarder daarom verzoekt en – indien de deurwaarder zulks wenselijk acht – tegen de door de deurwaarder te bepalen verdere voorwaarden terstond volledige medewerking te verlenen aan volledig boekenonderzoek (
due diligence) door potentiële kopers,
5.14.
bepaalt dat Tennor Holding haar medewerking aan de verkoop van de aandelen in elk van de kleindochtervennootschappen dient te verlenen,
5.15.
beveelt Tennor Holding om steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf dagen aan hem alle naar zijn oordeel voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen,
5.16.
beveelt Tennor Holding om, indien de deurwaarder daarom verzoekt en – indien de deurwaarder zulks wenselijk acht – tegen de door de deurwaarder te bepalen verdere voorwaarden terstond volledige medewerking te verlenen aan volledig boekenonderzoek (
due diligence) door potentiële kopers,
5.17.
beveelt [verweerder 17] om te bewerkstelligen dat Tennor Holding en elk van de dochtervennootschappen en kleindochtervennootschappen tijdig voldoen aan de in deze beschikking onder 5.7 tot en met 5.15 uitgesproken bevelen,
5.18.
beveelt [verweerder 18] om te bewerkstelligen dat Tennor Holding en elk van de dochtervennootschappen en kleindochtervennootschappen tijdig voldoen aan de in deze beschikking onder 5.7 tot en met 5.15 uitgesproken bevelen,
5.19.
veroordeelt Tennor Holding, de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] hoofdelijk in de proceskosten van McCourt, tot op heden begroot op € 2.045,00. Als Tennor Holding, de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, [verweerder 17] en [verweerder 18] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en de beschikking daarna wordt betekend, dan moeten de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, Tennor Holding, [verweerder 17] en [verweerder 18] € 90,00 extra betalen, plus de kosten van de betekening,
5.20.
veroordeelt de dochtervennootschappen, de kleindochtervennootschappen, Tennor Holding, [verweerder 17] en [verweerder 18] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten, te rekenen vanaf veertien dagen na de datum van deze beschikking tot aan de dag van volledige betaling,
5.21.
bepaalt dat de executiekosten ten laste van Tennor Holding komen,
5.22.
wijst het meer of anders verzochte af,
5.23.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Q.R.M. Falger, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2024.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I-bis).
2.Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II-Verordening).