ECLI:NL:RBAMS:2023:934

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
C/13/698951 / FA RK 21-1616
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling en informatieregeling in een familierechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 14 februari 2023, betreft het een beschikking over de omgangsregeling en informatieregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind, geboren in 2011. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.E. Brokers-van Dijk, heeft verzocht om een mondelinge behandeling na eerdere problemen met de communicatie en het niet nakomen van afspraken door de moeder, die wordt bijgestaan door advocaat mr. T.C. ten Rouwelaar-Hoogland. De rechtbank heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen en de standpunten van beide ouders, waarbij de moeder haar zorgen heeft geuit over de omgang en de vader zijn bereidheid heeft getoond om contact te onderhouden.

Tijdens de zitting is er een overeenstemming bereikt tussen de ouders over de omgangsregeling. De moeder zal de vader op de hoogte houden van belangrijke zaken met betrekking tot hun kind en hen aanmeld bij Altra voor hulpverlening. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de afspraken stipt worden nagekomen en dat de moeder leidend moet zijn in de afspraken, gezien haar rol als primaire opvoeder. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De rechtbank heeft de ouders aangespoord om samen te werken in het belang van hun kind en heeft de mogelijkheid van verdere hulpverlening via Altra besproken. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 februari 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/698951 / FA RK 21-1616 (JS/AK)
Beschikking van 14 februari 2023 betreffende omgang en informatie en consultatie
in de zaak van:
[de vader] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. H.E. Brokers-van Dijk te Vleuten,
tegen
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. T.C. ten Rouwelaar-Hoogland te Amsterdam,
betreffende de minderjarige
[minderjarige] ,
geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank houdt rekening met de beschikking van de rechtbank van 20 april 2022, hersteld bij beschikking van 25 mei 2022, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de nadien ingekomen stukken, waaronder:
- een tweetal F9 formulieren, ingediend namens de vader, ingekomen op respectievelijk
9 en 12 januari 2023.
1.3.
In het F9 formulier van 9 januari 2023 heeft de advocaat namens de vader de rechtbank bericht dat de vader na de vorige zitting niets van de moeder vernomen heeft en dat hij geen bericht van Altra heeft gehad. In het F9 formulier van 12 januari 2023 heeft de advocaat namens de vader -kort weergegeven- bericht dat het traject Ouderschap Blijft niet is gestart. De moeder heeft zich op geen enkele wijze gehouden aan de beschikking van de rechtbank van 20 april 2022. De vader verzoekt een mondelinge behandeling te plannen.
1.4.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft opnieuw plaatsgevonden op
14 februari 2023.
Verschenen zijn: partijen, hun advocaten en mevrouw [naam] namens de Raad.

2.De nadere standpunten

De moeder
2.1.
De moeder heeft zich in mei 2022 gemeld bij Altra maar dit bleek niet de juiste Altra te zijn. Ook heeft zij contact met school gehad die connecties had met Altra heeft, maar dit bleek niet de juiste connectie te zijn. Daarna heeft de moeder geen actie meer ondernomen, haar prioriteit lag bij haar gezin. De vader heeft de moeder geen reminder gestuurd en heeft ook geen e-mails gestuurd met informatie over zichzelf, bestemd voor [minderjarige] , terwijl dat wel de afspraak was. De moeder heeft wel eenmaal foto’s van [minderjarige] aan de vader gemaild. Het is de wens van de moeder dat het contact tot stand wordt gebracht en dat [minderjarige] zijn vader leert kennen, maar zij maakt zich zorgen. De vader heeft vastgezeten en de moeder wil niet dat [minderjarige] in aanraking komt met een verkeerde omgeving. Bovendien heeft [minderjarige] de vader al lange tijd niet gezien en contact met de vader zal de structuur die [minderjarige] nu heeft, doorbreken. In het verleden was een omgangsregeling maar de vader heeft er op een gegeven moment voor gekozen om [minderjarige] niet meer te zien. Dat wil zij niet meer voor haar zoon; het contact moet blijvend en bestendig zijn. De moeder geeft aan dat zij partijen vandaag of morgen alsnog zal aanmelden bij Altra. In afwachting van de start van dit traject kan voorzichtig worden begonnen met omgang. Een optie is dat de zus van de moeder bij de (start van de) omgangsmomenten aanwezig is.
De vader
2.2.
De vader heeft zeker 3 of 4 keer een e-mail aan de moeder heeft gestuurd maar hij heeft daar geen reactie op gekregen. De vader heeft zich gemeld bij Altra, maar kreeg daar te horen dat de moeder zich niet had gemeld. Omdat de vader geen gezag heeft kon hij zich niet aanmelden en daarom is niets van de grond gekomen. Als het moet, accepteert de vader de hulp van Altra maar hij vindt dat het allemaal te lang duurt ook vanwege de wachtlijst bij Altra. Hij wil [minderjarige] zien. De vader heeft zijn leven op orde en het gaat goed met hem. De vader is zeker bereid om de moeder ter voorbereiding op de omgang, e-mails met informatie over zichzelf te sturen, bestemd voor [minderjarige] .
De Raad
2.3.
Er is nog heel veel weerstand bij de moeder en de moeder voelt een drempel om te starten met de omgang. Omgang is wel iets wat prioriteit moet hebben bij de moeder omdat het belangrijk is voor [minderjarige] . Het is in zijn belang om zijn vader te leren kennen en een eigen beeld van zijn vader te kunnen vormen. Omdat veel overwonnen moet worden en de moeder haar vertrouwen in de vader kwijt is geraakt, is hulpverlening nodig om de omgang goed vorm te gaan geven en te kijken wat daarvoor nodig is. De Raad adviseert dat ouders zo snel mogelijk gaan starten met Altra.

3.De verdere beoordeling

3.1.
Na een schorsing voor overleg zijn partijen tot overeenstemming gekomen. De moeder zal de ouders binnen enkele dagen melden bij Altra voor hulpverlening in het kader van de omgang tussen
[minderjarige] en de vader. Dit zal zij per email doen, waarbij zij de vader en beide advocaten in de mailwisseling zal meenemen. Daarnaast zijn partijen tot overeenstemming gekomen over de informatie- en consultatieregeling en het voorzichtig opstarten van het contact tussen de vader en
[minderjarige] in afwachting van het traject bij Altra. Partijen zijn aldus het volgende overeengekomen: In het weekend van 18 februari 2023 zal de moeder de vader een e-mail sturen met daarbij -recente- foto’s van [minderjarige] . De vader zal op deze e-mail reageren met informatie over zichzelf. De rechtbank stelt voor dat de vader bij deze e-mail ook een foto van zichzelf voegt. Deze mailwisseling wordt eenmaal in de twee à drie weken herhaald, tot de aanstaande meivakantie. In de eerste week van de meivakantie zal de moeder per e-mail bij de vader aangeven wanneer een -eerste- fysiek contactmoment met [minderjarige] kan plaatsvinden, daarbij rekening houdend met roosters/werkschema’s van beide ouders. De vader zal zijn werkrooster tijdig mailen aan de moeder, zodat zij daar rekening mee kan houden. Ouders zullen per e-mail bespreken of dit moment moet worden begeleid door een familielid -bijvoorbeeld de zus van de moeder- of niet. De verdere invulling van dit contact -waar, de duur, wat wordt er gedaan- zal tussen partijen per email onderling worden afgestemd, opnieuw rekening houdend met de werkroosters van de ouders. Als [minderjarige] goed reageert op het contact met de vader, dan zal het contact worden opgebouwd naar eenmaal per twee weken een paar uur.
3.1.1.
De rechtbank acht, gelet op de stukken en wat op de zitting is besproken , de tussen partijen overeengekomen omgangsregeling in het belang van [minderjarige] . Het is belangrijk dat [minderjarige] zijn vader leert kennen en zich een beeld van hem kan vormen. Dit komt zijn ontwikkeling ten goede. De rechtbank wijst erop dat het belangrijk is voor alle betrokkenen maar zeker ook voor [minderjarige] , mede gelet op diens problematiek, dat de afspraken stipt en consequent nagekomen worden. Als de vader zich hier goed aan houdt, zal dit het wantrouwen van de moeder richting hem doen afnemen wat een positief effect zal hebben. Tenslotte merkt de rechtbank nog op dat de stem van de moeder bij het maken van afspraken leidend moet zijn. Zij kent [minderjarige] het best omdat zij al jarenlang zijn opvoeder is, zij kent zijn behoeftes en draagkracht beter dan de vader. De rechtbank vertrouwt erop dat de moeder in het belang van [minderjarige] zal handelen, het hem zal gunnen om contact met de vader te hebben en dit uit te breiden als dit goed verloopt. Als deze regeling goed -blijft- lopen en partijen zijn in staat om onderling goede afspraken te maken, is het aan de ouders om te beslissen of zij het traject bij Altra willen volgen of dat zij daarvan afzien.
4.
Proceskosten
4.1.
Gezien de aard van het geschil zal de rechtbank de proceskosten tussen partijen compenseren.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1. -
bepaalt dat de moeder is gehouden tot de meivakantie van 2023 de vader eenmaal in de 2 à 3 weken schriftelijk/via email op de hoogte te stellen over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van [minderjarige] en bij deze berichten telkens minimaal twee -recente- foto’s van [minderjarige] te voegen;
5.2. -
bepaalt dat de moeder partijen zo spoedig mogelijk na de zitting per email aanmeld bij Altra voor het traject Ouderschap blijft waarbij zij de contactgegevens van zichzelf en van de vader doorgeeft aan Altra. Dit email bericht dient zij te sturen met beide advocaten in de cc;
5.3. -
bepaalt in het kader van een omgangsregeling dat de vader vanaf de aanstaande meivakantie op een door partijen via email overeengekomen datum en tijd een eerste fysiek contact met [minderjarige] zal hebben, al dan niet begeleid door een familielid. Als dit goed verloopt, zal de omgang tussen de vader en [minderjarige] worden uitgebreid naar eenmaal per twee weken een paar uur. Partijen zullen deze contactmomenten onderling nader invullen en op geleide van [minderjarige] verder uitbouwen;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
bepaalt dat elk der partijen de eigen proceskosten draagt;
5.6.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. A.K. Mireku, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van J.O. van Saase-Zaagman, griffier, op
14 februari 2023. [1]
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 februari 2023

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).