Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van de man, ingekomen op 20 december 2022;
- het aanvullend verzoek van de man;
- het verweerschrift, tevens zelfstandig verzoek van de vrouw.
2.De feiten
3.Het voortraject
4.De beoordeling
.
5.De beslissing
pro formaaan tot
20 maart 2023, waarbij de vrouw haar jaarstukken en IB-aangifte over 2020, voorzien van haar toelichting, uiterlijk op 6 maart 2023 indient en de man hierop vóór genoemde pro forma datum reageert, waarbij beide partijen zich uitlaten over de gewenste voortgang van de procedure, waarna verder zal worden beslist;
pro formaaan tot
20 maart 2023, waarbij beide partijen zich vóór die datum uitlaten over het toepasselijke recht en de gevolgen daarvan voor de door hen gewenste verdeling, de door hen gewenste voortgang van de procedure, alsmede de vrouw bewijs van het banksaldo per peildatum van de ontbrekende zakelijke rekening indient, waarna verder zal worden beslist;