Beoordeling door de rechtbank
Samenvatting
4. De rechtbank beoordeelt de exploitatie van de shisha-lounge [bedrijf] . Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van [eiseres] . [eiseres] wil dat de burgemeester geen exploitatievergunning verleent, dat de verleende vergunning niet wordt verlengd, dat het college geen vergunning verleent voor een terras op het trottoir en dat de burgemeester overgaat tot handhaving. De klachten van [eiseres] spitsen zich toe op de aanwezigheid van een terras op het trottoir en het schenken van alcohol, maar eigenlijk wil zij dat [bedrijf] verhuist.
5. Voor [bedrijf] is een exploitatievergunning van de burgemeester nodig op grond van artikel 3.8 van de Algemene plaatselijke verordening (APV). Voor het terras is behalve een exploitatievergunning ook een omgevingsvergunning van het college nodig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Een terras is op die plaats namelijk in strijd met het bestemmingsplan.
6. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester onvoldoende onderzoek heeft gedaan om te kunnen zeggen dat [bedrijf] geen overlast veroorzaakt. De burgemeester zal de besluitvorming over de exploitatievergunning, de verlenging daarvan en het verzoek om handhaving daarom moeten overdoen. Wel heeft het college voor een terras op het trottoir een omgevingsvergunning kunnen verlenen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Achtergrond
7. [bedrijf] is de oudste shisha-lounge van Amsterdam en is sinds 2009 gevestigd op [adres] . Het terras van [bedrijf] bevindt zich op het trottoir en heeft vier tafeltjes en zestien stoeltjes. Tot 2019 werd [bedrijf] geëxploiteerd door de vader van de huidige vergunninghouder [derde-partij] . Zijn vergunning is ingetrokken na een negatief advies van het landelijk bureau Bibob. [derde-partij] heeft [bedrijf] daarna voortgezet.
8. Op 20 maart 2019 heeft de burgemeester aan [derde-partij] een exploitatievergunning verleend voor een alcoholvrij horecabedrijf met terras. Na bezwaren van omwonenden is de vergunning op 7 augustus 2019 gewijzigd in een exploitatievergunning voor een alcoholvrij horecabedrijf zonder terras. Daartegen is geen beroep ingesteld.
9. Op 6 september 2019 heeft [derde-partij] een vergunning voor een terras aangevraagd op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Nadat deze eerst was geweigerd heeft het college de omgevingsvergunning na bezwaar op 18 maart 2021 alsnog verleend. Tegen die beslissing heeft [eiseres] het beroep ingesteld onder nummer 21/2298.
10. Op 18 mei 2021 heeft de burgemeester een exploitatievergunning voor een alcoholverstrekkend horecabedrijf met terras verleend. Op 11 maart 2022 heeft de burgemeester het bezwaar van [eiseres] gedeeltelijk gegrond verklaard en de sluitingstijd van het terras vastgesteld op 23:00 uur van 1 maart tot 1 november en 20:00 uur van 1 november tot 1 maart. Deze vergunning is onderwerp van de procedure met het nummer 22/2144.
11. Op 30 maart 2022 heeft de burgemeester de exploitatievergunning met vijf jaar verlengd. Tegen die verlenging heeft [eiseres] rechtstreeks het beroep ingesteld onder nummer 22/2761.
12. Op 25 oktober 2019 heeft de burgemeester een handhavingsverzoek van [eiseres] afgewezen. Na een hoorzitting en drie extra controles heeft de burgemeester het bezwaar van [eiseres] op 11 maart 2022 afgewezen. Het verzoek om handhaving is onderwerp van de procedure met nummer 22/2143.
Het standpunt van [eiseres]
13. [eiseres] woont sinds 1994 op de [adres] . Zij zegt dat zij al jarenlang extreme overlast ervaart van [bedrijf] . Volgens haar zorgen de uitbreiding met het terras en het schenken van alcohol voor een verdere aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving en worden de openbare orde en veiligheid nadelig beïnvloed.
13. [eiseres] zegt te zijn geïntimideerd en geterroriseerd door klanten van [bedrijf] . Klanten schelden omwonenden uit en een onbekende persoon is met een auto op [eiseres] ingereden. Klanten van [bedrijf] hebben iemand in zijn been geschoten op straat. Deuren worden geblokkeerd door brommers, klanten urineren en geven over op straat. Ze zorgen tot diep in de nacht voor extreme geluidsoverlast, zodat [eiseres] en andere omwonenden chronisch slaaptekort hebben. Bovendien wordt ook op het terras shisha gerookt en dat geeft ernstige geuroverlast in haar woning.
13. Iedere week ziet [eiseres] overtredingen. Soms maakt zij er melding van, waarna er niets wordt gedaan. [eiseres] onderbouwt dit met een logboek waarin zij meldingen heeft bijgehouden over de jaren van 2015 tot 2022. [eiseres] wil dat een camera wordt opgehangen om de overlast in beeld te brengen. Als dat te ver gaat wil [eiseres] dat zij de toezichthouder snel kan bereiken, bijvoorbeeld met een direct telefoonnummer, en dat er dan meteen iemand komt.
13. Naar aanleiding van het handhavingsverzoek en vele meldingen zijn er wel controles geweest, maar deze zijn volgens [eiseres] op een onvoldoende effectieve en representatieve wijze uitgevoerd. De overtredingen zijn bijna allemaal kortstondig van aard, zoals over de stoep rijden, zwerfafval verspreiden, toeteren en luid schreeuwen. Bij bellen naar de overlastlijn of een melding wordt aangegeven dat er na 22:00 uur geen handhavers zijn in [adres] . De politie verwijst steeds naar de gemeente. Haar handhavingsverzoek is daarom volgens [eiseres] ten onrechte afgewezen.
Het standpunt van de burgemeester en het college
17. De burgemeester erkent dat er veel meldingen van overlast zijn, maar zegt alleen af te kunnen gaan op objectieve constateringen. De afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving liet in haar advies van 22 januari 2020 weten dat er ondanks vele klachten uit de buurt geen overtredingen of overlast zijn vastgesteld. Van 9 juni 2019 tot 8 september 2019 zijn er achttien controles geweest op verschillende tijdstippen. Deze controles waren niet naar aanleiding van meldingen, maar wel van vroeg in de avond tot ver na middernacht. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.
17. Bovendien vindt de burgemeester niet van alle meldingen duidelijk of het overtredingen zijn en of ze aan [bedrijf] toe te rekenen zijn. Ook de politie heeft niet zelf overtredingen geconstateerd of daarop gehandhaafd. De burgemeester vindt de meldingen daarom geen reden om de vergunningen te weigeren of te handhaven.
17. Naar aanleiding van het bezwaar van [eiseres] zijn nog drie langere controles uitgevoerd. Op zaterdag 3 juli 2021 hebben de toezichthouders van 23:25 tot 23:40 uur gecontroleerd en geen overtredingen geconstateerd. Op zaterdag (zondag) 21 augustus 2021 hebben toezichthouders tussen 0:15 en 0:39 uur gecontroleerd. [bedrijf] zag er gesloten uit, het terras was opgeruimd en om 0:39 uur sloot de eigenaar de zaak. Op zaterdag 25 september 2021 heeft een toezichthouder een controle uitgevoerd tussen 23:09 en 23:27 uur en tussen 23:59 en 0:02 uur. Er was geen sprake van overlast en [bedrijf] sloot op tijd.
17. De burgemeester ziet in het roken van shisha op het terras geen reden de vergunning te weigeren. Roken, ook het roken van shisha, is op terrassen toegestaan. De burgemeester vindt niet onderbouwd of gebleken dat de overlast dusdanig is dat de vergunning in verband met het woon- en leefklimaat moet worden geweigerd.
17. De burgemeester is ook ingegaan op adviezen die de politie heeft gegeven. Deze adviseerde op 29 april 2021 negatief over een terras, onder verwijzing naar eerdere sterk negatieve adviezen van 5 februari 2020 en 7 juni 2020. Op 26 november 2018 had de politie al negatief geadviseerd over de overname van de exploitatievergunning. De politie baseert zich echter alleen op de overlastmeldingen. Aan de werkverzoeken kon door drukte ’s nachts veelal geen gevolg worden gegeven en daardoor zijn geen constateringen gedaan. Volgens de burgemeester hebben de adviezen bovendien grotendeels betrekking op de periode van de vorige exploitant. De geconstateerde overtredingen zijn volgens de burgemeester daarom niet toe te rekenen aan [derde-partij] .
17. Het advies van 29 april 2021 vermeldt dat [bedrijf] in september 2020 is afgeperst in een conflict van een familielid, waarbij is gedreigd [bedrijf] op te blazen en er meerdere malen mannen in de zaak zijn geweest om geld te eisen. De burgemeester heeft nadere informatie gevraagd bij de afdeling Openbare Orde en Veiligheid. Deze heeft laten weten dat er onvoldoende reden is om de exploitatievergunning te weigeren. Inmiddels is een flink aantal maanden voorbijgegaan zonder dat zich een incident heeft voorgedaan en behalve de aangifte is er geen objectieve vaststelling. Gelet op het tijdverloop heeft de burgemeester gevraagd het advies van OOV te actualiseren. Daaruit is geen andere informatie naar voren gekomen.
17. In de beslissing op het bezwaar tegen de omgevingsvergunning wijst ook het college erop dat de geluids- en parkeeroverlast, de scooters voor het terras, het overgeven en urineren in de openbare ruimte grotendeels betrekking hebben op de exploitatie door de vorige eigenaar. Op de zitting heeft de gemachtigde van het college gezegd dat overlast ook niet het criterium is voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Het gaat er alleen om of een terras daar, los van de exploitant, ruimtelijk aanvaardbaar is.
Het standpunt van [derde-partij]
24. [derde-partij] doet zijn best om overlast te voorkomen maar vindt dat er wel grenzen zijn. Hij is niet bereid zijn terras op te geven, en de overlast is niet toegenomen sinds hij alcohol is gaan schenken. [derde-partij] zegt dat hij stelselmatig wordt tegengewerkt door enkele omwonenden en dan met name door [eiseres] . Steeds weer worden ongefundeerde klachten in procedures naar voren gebracht, maar de toezichthouders constateren geen overlast. Ook zegt [derde-partij] met veel buren juist wel een goed contact te hebben. Hij vraagt zich af waarom klachten niet bij hem worden gemeld maar bij de gemeente.
Het oordeel van de rechtbank over de bedrijfsopvolging
25. De burgemeester kan een exploitatievergunning geheel of gedeeltelijk weigeren als naar het oordeel van de burgemeester het woon- en leefklimaat, de openbare orde of de veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf. Dat staat in artikel 3.11 van de APV. De burgemeester heeft dus veel beoordelingsruimte: zij
kanweigeren als [bedrijf] het woon- en leefklimaat
naar haar oordeelnadelig beïnvloedt. Maar de burgemeester moet wel voldoende onderzoek doen om tot haar oordeel te kunnen komen. Dat staat in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
25. De rechtbank zal eerst beoordelen of de burgemeester de periode tot 2019 van exploitatie door de vader van [derde-partij] buiten beschouwing mocht laten bij het verlenen van de exploitatievergunningen. De rechtbank beantwoordt die vraag met nee.
25. De constateringen in de periode voor de bedrijfsovername waren ernstig. In 2015, 2017 en 2018 zijn bestuurlijke waarschuwingen gegeven omdat geen leidinggevende aanwezig was en wegens overtreding van de sluitingstijden. In augustus 2016 is in [bedrijf] een terreurverdachte aangehouden. In dat jaar was er ook een schietpartij.
25. De rechtbank vindt dat de burgemeester deze periode niet helemaal buiten beschouwing heeft kunnen laten. [eiseres] klaagt niet over het gedrag van [derde-partij] zelf maar over de bezoekers. De rechtbank ziet geen aanwijzingen dat de klantenkring van [bedrijf] na de bedrijfsovername wezenlijk is veranderd. Het concept van de shisha-lounge is hetzelfde gebleven, de naam, de gevel, het terras en de uitstraling ook. Op de zitting heeft [derde-partij] gezegd dat hij voor de overname al in [bedrijf] werkte, dat zijn vader er nu nog komt en dat zijn vader nog als financier optreedt.
29. Daar komt bij dat [bedrijf] sinds de overname grotendeels gesloten is geweest vanwege de corona-pandemie. Van 15 maart 2020 tot 1 juni 2020 en vervolgens van 29 september 2020 tot 25 februari 2022 was de horeca in Nederland niet of beperkt open. De drie langdurige controles die de burgemeester heeft gehouden naar aanleiding van het bezwaar van [eiseres] vallen in die periode. In augustus en september 2021 moest de horeca echter om middernacht sluiten, dus dat er na middernacht geen overlast was zegt niet veel over de te verwachten invloed van [bedrijf] op het woon- en leefklimaat. Ook om die reden oordeelt de rechtbank dat de burgemeester verder had moeten kijken dan alleen naar overlast sinds de bedrijfsovername.
29. In zijn aanvraag van de exploitatievergunning heeft [derde-partij] gezegd dat zijn vader zich compleet zou terugtrekken uit [bedrijf] en er niet meer werkzaam zou zijn. Ook heeft [derde-partij] op de zitting gezegd dat hij graag andere klanten wil, dat hij nieuw personeel heeft aangenomen, dat hij de prijzen heeft verhoogd en dat hij overlast zoveel mogelijk probeert te voorkomen. De rechtbank vindt dat allemaal niet beslissend. Het gaat om de gevolgen van [bedrijf] voor het woon- en leefklimaat. Om die gevolgen te kunnen beoordelen vindt de rechtbank dat de periode van exploitatie door de vader mede van belang kan zijn. Overigens bleek op de zitting dat de burgemeester op 6 oktober 2022 een waarschuwing heeft gegeven omdat in [bedrijf] niet [derde-partij] als leidinggevende maar wel zijn vader aanwezig was.
Het oordeel van de rechtbank over de controles
31. De rechtbank oordeelt verder dat de burgemeester onvoldoende onderzoek heeft gedaan om zich een beeld te vormen van de invloed van [bedrijf] op het woon- en leefklimaat. De burgemeester baseert zich uitsluitend op kortstondige steekproeven. Wel zijn naar aanleiding van het bezwaar van [eiseres] langere controles uitgevoerd, maar hierboven heeft de rechtbank er al op gewezen dat deze in de corona-periode vielen. Om de volgende redenen vindt de rechtbank steekproefsgewijze controles in het geval van [bedrijf] onvoldoende.
31. Ten eerste zijn de meldingen talrijk, gedetailleerd en ernstig. Ze gaan niet alleen over geluidsoverlast en geuroverlast maar ook over intimidatie. In de periode van 6 oktober 2015 tot 6 juni 2021 heeft [eiseres] in totaal 96 meldingen van overlast gedaan. Een groot aantal andere omwonenden heeft ook geklaagd. Tegen de exploitatievergunning van 20 maart 2019 zijn in totaal 24 bezwaarschriften ingediend en tegen de uitbreiding met alcohol en terras hebben zes andere omwonenden ook bezwaar gemaakt. Een van hen schrijft in een e-mail van 25 november 2021: “Ik heb vaak genoeg een klacht gedaan online bij de gemeente, hier werd nooit iets mee gedaan. Ik vul al 10 jaar die klachten in. Ik ga namelijk niet als vrouw alleen op straat na 0.00 om tegen de eigenaar en de mannen die buiten staan te zeggen ik hinder heb. Ik voel me niet veilig om dit te doen.”
31. Ten tweede heeft de politie herhaaldelijk sterk negatief geadviseerd en verwacht zij dat de overlast alleen nog maar erger wordt als [bedrijf] een terras mag hebben. De burgemeester heeft de achtergrond van die adviezen niet verder onderzocht en ze buiten beschouwing gelaten omdat ze gebaseerd zijn op de periode voor de bedrijfsovername. Hierboven heeft de rechtbank echter uiteengezet dat die periode niet buiten beschouwing mag worden gelaten.
31. Ten derde zijn de incidenten waarover [eiseres] klaagt met steekproefsgewijze controles niet goed vast te stellen. Voor controle op klachten heeft de burgemeester in de late avond en nacht geen handhaver beschikbaar. In zijn advies van 17 maart 2022 schrijft de gebiedsmakelaar dat er zorgen zijn en dat het een lastige plek is, maar dat er weinig of geen inzet van handhavers is na 21.00/23.00 uur. In zijn advies van 5 februari 2020 schrijft de wijkagent dat aan meldingen door de drukte ’s nachts veelal geen gevolg kan worden gegeven. Wel lijkt volgens het advies van de bezwaarschriftencommissie inmiddels de registratie en opvolging van meldingen verbeterd. Maar de rechtbank kan alleen vaststellen dat dit voor de registratie geldt, niet voor de opvolging.
31. Ten vierde zijn er wel degelijk een paar overtredingen objectief vastgesteld. Op 7 juni 2020 schrijft de horecacoördinator van de politie dat op 11 april 2019 een controle is uitgevoerd waarbij alcoholhoudende drank in [bedrijf] is aangetroffen. Verder is een gesprek opgevangen tussen een klant en de leidinggevende waaruit viel op te maken dat er in [bedrijf] vaker sterke drank waaronder whisky wordt geschonken. Op 17 maart 2019 werd om 3:30 uur geconstateerd dat er nog vijf personen in de zaak zaten te drinken, waaronder bier. Op dat moment was geen leidinggevende in de zaak aanwezig. De burgemeester wijst erop dat het hier misschien personeel betrof, maar de rechtbank vindt dat gezien de kleine omvang van [bedrijf] niet aannemelijk.
De shisha-rook van het terras
36. [eiseres] heeft zich ook beklaagd over de shisha-rook van het terras, die niet alleen geuroverlast geeft maar bovendien schadelijk is voor de gezondheid. Zij heeft verwezen naar onderzoeken van Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu en de Gemeentelijke gezondheidsdiensten. Daaruit blijkt dat de kruidenmengsels in shisha schadelijk zijn voor de gebruiker. De rechtbank vindt hiermee niet aangetoond dat een terras op die plaats ontoelaatbaar is of aan voorwaarden moet worden onderworpen.
Andere mogelijkheden voor controle
37. Gezien het voorgaande vindt de rechtbank de gekozen steekproefsgewijze controle in het geval van [bedrijf] niet deugdelijk. Wel heeft de burgemeester andere interventies overwogen maar zij heeft deze niet uitgevoerd:
- voor een langere periode toezicht inzetten of op afroep beschikbaar maken;
- nagaan of de voorwaarden van de exploitatievergunning worden nageleefd;
- nagaan of altijd een leidinggevende aanwezig is en of er sprake is van schijnbeheer;
- een geluidmeter plaatsen in de omgeving om een beeld te krijgen van de mate van verstoring.
38. In het geval van [bedrijf] oordeelt de rechtbank dat de burgemeester een of meer van deze middelen had moeten inzetten. Dat geldt niet voor het door [eiseres] gevraagde cameratoezicht. Verwijzend naar het Amsterdams beleidskader cameratoezicht van november 2012 heeft de burgemeester gezegd dat zij hiertoe alleen als laatste redmiddel overgaat, en dan nog alleen voor de openbare orde en veiligheid en niet om het woon- en leefklimaat te onderzoeken. De rechtbank vindt dit een redelijke afweging, want cameratoezicht heeft verregaande gevolgen voor de privacy.
Het handhavingsverzoek
39. Om dezelfde redenen oordeelt de rechtbank dat de burgemeester onvoldoende onderzoek heeft gedaan om het handhavingsverzoek van [eiseres] te kunnen afwijzen. Hoewel niet in elke zaak van de burgemeester wordt verwacht dat zij naar aanleiding van een handhavingsverzoek elke dag controleert, is wel vereist dat de burgemeester een deugdelijke wijze van toezichthouden kiest. In het geval van [bedrijf] oordeelt de rechtbank dat uitsluitend steekproefsgewijze controles en controles tijdens de corona-periode niet aan deze eis voldoen. Voor de afwijzing van het handhavingsverzoek heeft de burgemeester daarom onvoldoende kennis omtrent de relevante feiten verzameld.
De omgevingsvergunning
40. Anders ligt dit voor de omgevingsvergunning, die het college op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht heeft verleend. [eiseres] vindt het terras in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Op grond van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mag het college dan geen omgevingsvergunning verlenen.
40. Daarvoor is echter niet beslissend of dit concrete terras het woon- en leefklimaat aantast, maar of een terras op die plaats ruimtelijk en planologisch aanvaardbaar is.Het college heeft daarin beleidsruimte zolang het zijn beslissing zorgvuldig neemt en voldoende uitlegt. De klachten van [eiseres] zijn niet gericht tegen een terras als zodanig, maar tegen de concrete exploitatie door [bedrijf] . Op de zitting heeft zij gezegd dat een terras van bijvoorbeeld een pannenkoekenhuisje wat haar betreft geen probleem is. Daarom heeft [eiseres] onvoldoende duidelijk gemaakt dat het college geen omgevingsvergunning had kunnen verlenen.
42. Wel vindt de rechtbank dat het college zijn beslissing op het bezwaar van [eiseres] ondeugdelijk heeft gemotiveerd. In het advies van de bezwaarschriftencommissie staat namelijk dat een groot deel van de klachten betrekking heeft op de exploitatie door de vorige eigenaar, maar de wijze van exploitatie is dus niet relevant voor de omgevingsvergunning. Op de zitting heeft de gemachtigde van het college dat rechtgezet. De rechtbank vindt het daarom aannemelijk dat [eiseres] door deze fout niet is benadeeld en zal de beslissing op bezwaar in stand laten.Wel moet het college het betaalde griffierecht aan [eiseres] vergoeden, want de fout is pas hersteld nadat zij beroep heeft ingesteld.