Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.1. [eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
(…) M.b.t. onderstaande hebben jullie helemaal gelijk.Ik heb de fout gemaakt, voorbij gelopen aan de keus voor optie 3. In mijn beleving en hoofd had ik alleen het rustige gevelbeeld ingeprent. (…) Mochten jullie afzien van bovenstaande. Dan is blijft het nog mijn fout en wil ik jullie op een andere manier ergens compenseren. Daar komen wij altijd uit. (…)”
(…) Bij deze zoals beloofd de offerte voor de vloer. Wij zullen deze dan verrekenen met de afbouw nota.”
(…) Bedankt voor het mailen van de offerte. Heb inhoudelijk nog wel vragen hierover. Daar kom ik morgen nog even op terug. Zal e.e.a. bestuderen. (…)”
(…) Bij deze hebben wij besloten om PK Waterbouw in te zetten voor het slepen van onze ark. Deze keuze is tot stand gekomen gezien het feit dat volgens planning de ark dit weekend overgaat naar [woonplaats] , waarbij Amstel en Y nog een klus heeft liggen en geen duidelijkheid geeft over verplaatsen van de ark. (…)”
(…) De contractpartij [Spruyt, rechtbank] verklaart zich akkoord met de in dit proces-verbaal geregistreerde gegevens. Tevens verklaart de contractpartij dat hij bovenstaande tekortkomingen binnen de in de contractstukken bepaalde periode zal hebben hersteld. Indien en voor zover de contractstukken geen periode voorschrijven, zullen de genoemde tekortkomingen onverwijld, maar uiterlijk binnen 3 maanden na heden worden hersteld. (…)”
(…) Stukken waarvan de deskundigen kennis heeft genomen:
- Expertise opdracht CKH Advocaten
- Rapport Opleveringskeuring VEH
- Expertise rapport Arntz / van Helden (…)”
(…)Eigen beschouwing deskundige:
(…) Hierbij deel ik u mede dat cliënten hun vordering tot nakoming van de overeenkomst om zullen zetten in vervangende schadevergoeding op grond van artikel 6:87 BW. (…)”
3.Het geschil
€ 45.655,- schade
------------ -
€ 32.915,-
€ 20.000,- rechtsgeldig te hebben opgeschort ter verrekening met zijn aanspraak op vervangende schadevergoeding. Ook betwist hij dat de afspraak over de schade aan de PVC-vloer op basis van vervanging van die vloer onder invloed van dwaling tot stand is gekomen. Verder betwist [eiser 1] de eindafrekening van Spruyt voor o.a. meer/minderwerk en dat hij om die reden per saldo nog een bedrag van € 3.197,75 verschuldigd is. [eiser 1] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Spruyt, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Spruyt, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Spruyt in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
(€ 305,-), in totaal dus € 1.444,82.
- € 20.000,-, factuur laatste termijn aanneemsom;
5.De beslissing
woensdag 29 november 2023voor het nemen van een akte door [eiser 1] , waarna Spruyt gelegenheid zal worden gegeven een antwoordakte te nemen;