Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[veroordeelde] ,
Feiten
Procedure
Vordering
Standpunt van de verdediging
Standpunt van het Openbaar MinisterieDe officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Uit het detentieoverzicht volgt dat 24 januari 2024 als einddatum van de detentieperiode moet worden gezien, omdat een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf aansluitend aan onderhavige gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd. De vordering is dan ook tijdig bij de rechtbank ingediend en tijdig aan veroordeelde betekend.
Standpunt van de reclasseringUit het rapport van 19 oktober 2023 (Reclassering Inforsa), opgemaakt door [reclasseringswerker] blijkt dat de frequentie en intensiteit van het gewelddadig gedrag van veroordeelde in aanloop naar het indexdelict (poging tot doodslag) zijn toegenomen. Betrokkene is gediagnosticeerd met ernstige psychopathologie (antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken). In de toekomst wordt een verhoogd risico op gewelddadig gedrag gezien. Er zijn weinig beschermende factoren aanwezig. Contacten met hulpverlening en reclassering zijn in het verleden wisselend verlopen en hebben niet de gewenste gedragsverandering bewerkstelligd. Hoewel veroordeelde enig probleembesef lijkt te hebben, is veroordeelde in het verleden wisselend geweest in zijn medewerking aan behandeling. Behandeling van de psychopathologie van veroordeelde is geïndiceerd om het risico op gewelddadig gedrag in de toekomst te verminderen. Veroordeelde heeft aangegeven niet mee te zullen werken aan klinische behandeling. De reclassering ziet mogelijkheden om de behandeling in een ambulant kader te laten uitvoeren en heeft hierover overeenstemming bereikt met veroordeelde.
Ontvankelijkheid
Beoordeling
- het hiervoor genoemde vonnis;
- het rapport van Reclassering Inforsa (Amsterdam), van 19 oktober 2023;
- het detentieoverzicht van 26 juli 2023.
Beslissing
tenuitvoerleggingvan de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperkingvoor de duur van
2 (twee) jaren.
De rechtbank gelast daarbij de algemene voorwaarden dat veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38ad, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De rechtbank gelast daarbij de volgende bijzondere voorwaarden:
meldplicht bij reclassering:
ambulante behandeling:
dagbesteding:
meewerken aan schuldhulpverlening:
meewerken aan middelencontrole:
2 (twee) weken vervangende hechteniszal worden toegepast voor iedere keer dat door veroordeelde niet aan de maatregel wordt voldaan, met een
maximum van 6 (zes) maanden.