In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 5 december 2011 in Amsterdam zijn gehuwd. De man, met de Spaanse nationaliteit, en de vrouw, met de Russische nationaliteit, hebben samen twee minderjarige kinderen. De vrouw verblijft sinds 25 mei 2021 met de kinderen in Rusland, wat door de man wordt aangeduid als kinderontvoering. De man heeft op 25 maart 2022 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, maar de vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 november 2023, waarbij de vrouw niet aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot echtscheiding kan worden behandeld, ondanks de complicaties rondom de betekening aan de vrouw in Rusland. De rechtbank heeft geoordeeld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding uitgesproken. Tevens is het gezamenlijk gezag over de kinderen beëindigd en is de man alleen met het gezag belast, omdat de vrouw de kinderen in strijd met het gezagsrecht in Rusland houdt. De rechtbank heeft ook de verdeling van de gemeenschap van goederen tussen partijen toegewezen, waarbij de man verzocht heeft om de verdeling ten overstaan van een notaris te laten plaatsvinden.
De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de echtscheiding. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.