Uitspraak
hierna gezamenlijk te noemen: de rechters.
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 6 oktober 2023;
- de schriftelijke reactie van mr. Gielen;
- de schriftelijke reactie van verzoeker op de reactie van mr. Gielen van 19 oktober 2023;
- een schriftelijk stuk met het opschrift ‘proces-verbaal’.
- verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat
2.De feiten
“(…)Het spijt mij u te moeten mede delen dat ik met koorts en buikloop in bed lig en ik mitsdien niet aanwezig kan zijn op de zittingen. Ik verzoek u beleefd nieuwe zittingen te plannen. (…)”.
Hierbij de ontvangen mail nav het eerder tel. doorgegeven afwezigheidsbericht van gem. BLH.”
Dat is ongelukkig. Wil jij per mail reageren op het bericht van meneer [verzoeker] met onderstaande tekst? (…)”
De rechters die uw zaak hebben behandeld op de zitting van hedenmorgen hebben uw verzoek om verdaging van de zitting pas gezien na behandeling van de zaak. Ter zitting heeft de rechtbank vragen gesteld aan de gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Daarna heeft de rechtbank het onderzoek gesloten. De rechtbank zal het onderzoek niet heropenen. Er zal dus geen extra zitting plaatsvinden. De rechtbank zal uiterlijk op 7 november 2023 uitspraak doen.” Deze e-mail bevatte ook de e-mailreeks zoals die hiervoor zijn aangehaald onder 2.3 tot en met 2.5.
Je bent echt knettergek [verzoeker] . Dit bleek van de week ook weer in de rechtbank. We hebben erg moeten lachen met z’n allen incl 3 rechters en griffier”.
3.Het wrakingsverzoek
4.De beoordeling
van gem. van BLH” een interne afkorting te zijn voor de gemachtigde van een belanghebbende (BLH), terwijl verzoeker in de bezwaarprocedure eiser is en hij op dat moment geen gemachtigde had. Mr. Gielen heeft ter zitting toegelicht dat er die ochtend wel bericht van verhindering was ontvangen van een gemachtigde van een van de belanghebbenden.