Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting in eetcafé De Nijl en het bezit van verdovende middelen. De brand vond plaats in de nacht van 2 september 2022, waarbij camerabeelden toonden dat een persoon een steen door de ruit van het eetcafé gooide, gevolgd door een molotovcocktail. Het forensisch onderzoek toonde aan dat op de steen een DNA-mengprofiel was aangetroffen van minimaal twee personen, waarbij de verdachte mogelijk één van de donoren was. De rechtbank oordeelde echter dat het DNA-bewijs op zichzelf niet voldoende was om de verdachte als dader aan te wijzen, omdat niet kon worden vastgesteld hoe en wanneer zijn DNA op de steen was gekomen. Bovendien was er ook DNA van een onbekende persoon op de steen aangetroffen, wat de mogelijkheid opwierp dat een andere persoon de dader was.
Daarnaast was de verdachte op 14 november 2022 aangehouden met gripzakjes met wit poeder, dat indicatief was getest als verdovende middelen. De rechtbank kon echter niet vaststellen dat het daadwerkelijk om drugs ging, omdat er geen definitief laboratoriumonderzoek was uitgevoerd. Hierdoor kon ook dit feit niet bewezen worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte van de feiten was vrijgesproken. De rechtbank gelastte de teruggave van een in beslag genomen telefoon aan de verdachte.