ECLI:NL:RBAMS:2023:8736

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
13-229840-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met terugkeergarantie

Op 22 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het District Court for Prague 2 in Tsjechië. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1995, die wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De officier van justitie heeft op 22 september 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, waarna de zitting op 14 november 2023 heeft plaatsgevonden. De opgeëiste persoon was aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.R. Kops.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat zijn sociale re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de garantie van het District Court for Prague 2 geaccepteerd, waarin is bevestigd dat de opgeëiste persoon, indien hij wordt overgeleverd, zijn straf in Nederland zal ondergaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de overlevering toe te staan, waarbij de opgeëiste persoon wordt overgeleverd voor de feiten zoals omschreven in het EAB. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-229840-23
Datum uitspraak: 22 november 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 22 september 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 15 augustus 2023 door
The District Court for Prague 2(
Tsjechië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]verblijfadres: [adres opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 november 2023, in aanwezigheid van mr. M. Al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.R. Kops, advocaat te Breukelen.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Referte

De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank en verzoekt de rechtbank vervroegd uitspraak te doen.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
Warrant of Arrest of the District Court for Prague 2, under File Ref No. 1 Nt 2009/2023, dated 14 August 2023.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Tsjechisch recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als een zogenoemd lijstfeit dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
Illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Tsjechië een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. De rechtbank stelt vast dat de opgeëiste persoon daarnaast zodanige banden heeft met Nederland, dat de tenuitvoerlegging van een eventueel na overlevering opgelegde straf, uit het oogpunt van sociale re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden dan in de uitvaardigende lidstaat. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, deze straf in Nederland mag ondergaan.
The District Court for Prague 2heeft op 8 november 2023 de volgende garantie gegeven:
“Issuing judicial authority gives the guarantee, pursuant to Article 5, paragraph 3 of Council Framework Decision of 13 June 2002 on the European arrest warrant and the surrender procedures between Member States (2002/584/JVV), that the requested person [opgeëiste persoon] , born [geboortedag] 1995, who is the subject of a European arrest warrant for the purposes of prosecution, if he shall be surrendered to the issuing Member State, will be returned to the executing Member State – The Kingdom of the Netherlands, in order to serve there the custodial sentence or detention order passed against him in the issuing Member State and the requested person indicates that he consents to surrender.
Issuing judicial authority gives the guarantee that the requested person will be informed of his rights to serve the custodial sentence or detention order in the Kingdom of the Netherlands.”
Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

7.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
The District Court for Prague 2(
Tsjechië) voor de feiten zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. A.K. Glerum en A.W.T. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 22 november 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.