in reconventie
13. [gedaagde] stelt dat bij de sloop van omliggende gebouwen in juni/juli 2021 het dak van het gehuurde na aanpassingen niet waterdicht is afgewerkt maar provisorisch met een zeil is afgedekt. Door de sloop is gruis op de inboedel belandt en hebben de trillingen schade veroorzaakt aan wapens die uit stellingen zijn gevallen, aan het alarm en de apparaten. [gedaagde] heeft daarnaast omzetschade geleden. Ook bleken twee van de vier wanden van het gehuurde niet geschikt om als buitengevel te dienen. Vanaf eind oktober 2021 zijn lekkages en vochtproblemen opgetreden waardoor schade aan de inboedel is opgetreden. De wapens in de wapenkluis van [gedaagde] zijn gaan roesten. [eiser] is voor de schade aansprakelijk uit hoofde van toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst dan wel wegens onrechtmatig handelen. Ook dient de huurovereenkomst te worden ontbonden wegens ernstige nalatigheid van de verhuurder, aldus [gedaagde] .
14. [eiser] betwist aansprakelijkheid, maar is bereid de schade aan alarmsysteem, voorraad (wapens), machines en materiaal te compenseren mits causaal verband met de sloopwerkzaamheden bestaat en de schade in redelijkheid wordt vastgesteld. Zij beroept zich erop dat aansprakelijkheid voor omzetschade in de huurovereenkomst is uitgesloten. Ze verwijt [gedaagde] geen, of onvoldoende, schadebeperkende maatregelen te hebben getroffen.
15. Overwogen wordt als volgt. In geschil is of [eiser] aansprakelijk is voor de door [gedaagde] gestelde schade. Uit het overgelegde rapport van ABT (productie 40 bij conclusie van antwoord in reconventie) blijkt het volgende. Kort voor de geplande sloop van een ander deel van het bedrijvencomplex zijn de bedrijfsruimten om het gehuurde heen geïnspecteerd. Uit dat onderzoek bleek de constructie van het gebouw van het gehuurde bouwtechnisch geen eenheid met de direct aangrenzende bedrijfsgebouwen te vormen, behoudens de stalen dakconstructie. Vervolgens zijn in afwijking van het oorspronkelijke sloopplan ook de panden aangrenzend aan het gehuurde in enkele dagen geheel gesloopt en is het dak van het gehuurde aangepast. De functie van drie van de vier muren van het gehuurde veranderde van binnenmuur in buitenmuur. Bij zaagwerkzaamheden in het dakbeton van het gehuurde werden enkele betonelementen beschadigd. De dakconstructie van het gehuurde is provisorisch gerepareerd, en onder meer met een zeil afgedekt.
16. De werkzaamheden die in opdracht van [eiser] en/of aan haar gelieerde bedrijven zijn uitgevoerd waren al met al ingrijpend en hebben geleid tot vocht-, en trillingsoverlast en vallend stof en gruis in het gehuurde. Uit overgelegde correspondentie blijkt dat [gedaagde] vooraf in kennis is gesteld van werkzaamheden, maar van een voldoende getetailleerde briefing, waarbij [gedaagde] tijdig maatregelen had kunnen nemen om schade te voorkomen is niet gebleken. Een 0-meting of vooropnamerapport van de binnenkant van het gehuurde en de inboedel is niet opgemaakt. Ook is gedurende de sloop de situatie in het gehuurde met betrekking tot trillingen en andere overlast voor zover bekend niet door [eiser] geobserveerd. Het kan [eiser] worden verweten dat zij zonder voldoende overleg en beschermde maatregelen opdracht tot de sloopwerkzaamheden heeft gegeven. Dit had wel van haar mogen worden verwacht ter bescherming van de belangen van [gedaagde] en ter vastlegging van eventuele schade. De conclusie is dat [eiser] toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst.
17. [gedaagde] stelt dat de overeenkomst moet worden ontbonden en zijn schade als gevolg van trillingen en vallend gruis tijdens de sloop, en vanaf oktober 2021 vocht- en waterschade aan zijn apparatuur, alsmede omzetschade, door [eiser] moet worden vergoed. Op [gedaagde] rust de stelplicht en bewijslast van de schade en de omvang daarvan. Omdat [eiser] ten onrechte geen vooropname heeft laten uitvoeren, noch tijdens de sloop voldoende controle heeft gehouden, kunnen aan de bewijslast van [gedaagde] geen hoge eisen worden gesteld. Wel mag van [gedaagde] worden verwacht dat hij redelijke inspanningen heeft geleverd om zijn schade te beperken.
18. Dat [eiser] in de aanloop naar de sloopwerkzaamheden meerdere redelijke voorstellen aan [gedaagde] heeft gedaan om kostenneutraal te verhuizen naar vervangende bedrijfsruimte en nadeel financieel te compenseren vermindert de aansprakelijkheid van [eiser] niet. [gedaagde] was niet verplicht om op een redelijk aanbod in te gaan en het gehuurde voor de sloop te verlaten. Hij had en heeft voldoende belang om tot de einddatum van de huurovereenkomst zijn bedrijf in het gehuurde voort te zetten.
19. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is afgesproken dat [gedaagde] zijn schade per post zal specificeren en onderbouwen, waarna [eiser] daarop kan reageren. Partijen hebben vervolgens na de zitting akten genomen.
20. [gedaagde] begroot zijn schade als volgt:
Verhuis- en herinrichtingskosten
€ 93.111,96
Hogere huurlasten
PM
Schade aan machines en materiaal
€ 212.654,87
Schoonmaakkosten wapens
€ 15.040,00
Schade alarm
€ 4.341,48
Gederfde inkomsten
€ 207.675,00
Kosten vaststellen schade
PM
------------------------
totaal
€ 532.814,31
+ PM
21. [eiser] verwijt [gedaagde] in haar reactie op de begroting dat hij zijn schade exponentieel heeft opgevoerd. De begroting is volgens haar onrealistisch en onbetrouwbaar. Zo is er geen rekening gehouden met de restwaarde van beschadigde zaken.
[eiser] betwist de opgevoerde schadeposten aan machines en materiaal (gereedschappen). De door [eiser] ingeschakelde expert Sedgwick begroot de schade vooralsnog aanzienlijk lager, waarbij de machines genoemd in de posten 1, 2 en 28 niet geïnspecteerd konden worden omdat deze zich niet in het gehuurde bevonden.
Ook de post schoonmaakkosten wapens en schade alarm wordt betwist. Wat betreft de omzetschade heeft [gedaagde] nooit gemeld dat ál zijn machines onbruikbaar waren. Pas acht maanden na de sloop in maart 2022 heeft [gedaagde] deze schadeposten in rekening gebracht. Ook is onbegrijpelijk waarom [gedaagde] de machines niet eerder heeft laten repareren of vervangen. [gedaagde] heeft bovendien niets gesteld over zijn omzet in de jaren voor de sloop en hoe deze zich verhoudt tot het jaar waarin de sloop plaatsvond. Bij de urenberekening zijn grote vraagtekens te plaatsen. Wat betreft de schade aan het alarm wordt de betwist dat de factuur van 6 juni 2020 causaal verband heeft met de sloop.
[eiser] stelt voor de firma Arepa in te schakelen om de technische schadeomvang in kaart te laten brengen en te begroten. Zij heeft [gedaagde] daartoe een plan van aanpak voorgesteld.
22. Voor de beoordeling van de gestelde omzetschade en schade aan het alarm acht de kantonrechter een nadere reactie van [gedaagde] van belang, evenals zijn reactie op het door [eiser] voorgestelde plan van aanpak.
23. Nu partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de omvang van de schade aan machines en materiaal en schoonmaakkosten wapens zal te zijner tijd een deskundige door de kantonrechter worden benoemd. Voordat daartoe wordt overgegaan, worden partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over (de aard van de benodigde deskundigheid, het aantal te benoemen deskundigen en) de te stellen vragen en om een bij voorkeur gezamenlijk voorstel te doen voor de persoon van de deskundige(n). Partijen kunnen hiertoe op de rol van 11 februari 2023 ieder een akte nemen. Een nader uitstel zal, behoudens calamiteiten, niet worden verleend. Indien partijen geen (gezamenlijk) voorstel voor de persoon van een te benoemen deskundige doen, zal de kantonrechter zelf een deskundige voorstellen.
24. Het voornemen bestaat om partijen ieder te belasten met de helft van het nog te bepalen deskundigenvoorschot
25. De contactpersoon van de rechtbank zal de voorgestelde deskundige vragen of deze vrijstaat tegenover partijen, beschikbaar is en ook welke termijn voor het onderzoek nodig zal zijn. Ook zal de deskundige worden gevraagd een begroting van de kosten op te geven, gespecificeerd naar het verwachte aantal te bestede uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten. In dat verband zal (deels) het procesdossier met daarin de noodzakelijke persoonsgegevens van partijen met de deskundige worden uitgewisseld. De kantonrechter gaat uit van de toestemming van partijen hiervoor, tenzij anders door partijen wordt aangegeven bij de hiervoor genoemde akte.