Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Neustadt am Rübenberge(Duitsland) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[geboortedag 2] 1988,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Neustadt am Rübenbergevan 10 januari 2013, referentie: 63 Ls 6413 Js 63877/12 (34/12).
Amtsgericht Neustadt am Rübenbergeop 10 januari 2013 een (gedeeltelijk) voorwaardelijke vrijheidsstraf aan de opgeëiste persoon heeft opgelegd. Uit het EAB blijkt alleen dat er van de opgelegde straf nog een strafrestant van 273 dagen resteert. Evenmin blijkt uit het EAB dat de tenuitvoerlegging van de reststraf is ingegeven door de strafrechtelijke vervolging die ten grondslag ligt aan EAB III. Nu de rechtbank geen enkele concrete aanwijzing heeft dat de ten uitvoer te leggen straf in eerste instantie voorwaardelijk is opgelegd (en er dus een omzettingsbeslissing is geweest), dan wel het strafrestant moet worden uitgezeten als gevolg van de strafrechtelijke vervolging die ten grondslag ligt aan EAB III, gaat de rechtbank (gelet op het vertrouwensbeginsel) uit van de informatie in dit EAB. Het primaire verweer van de raadsman wordt reeds hierom verworpen. De rechtbank ziet evenmin aanleiding voor het opvragen van nadere informatie en wijst het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie daarom af.
4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon 1] alias [opgeëiste persoon 2]aan het
Amtsgericht Neustadt am Rübenberge(Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.