Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage 1en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Vorderingen tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordelingen
5.Beslag
6.Beslissing
spreekt verdachte daarvan vrij.
Rechtbank Amsterdam
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2002 zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft de rechtbank Amsterdam op 21 september 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van een straatroof op 17 juni 2023, waarbij de portemonnee en telefoon van de aangever uit zijn broekzak zijn weggenomen en waarbij de aangever is gestoken. Tijdens de zitting op 7 september 2023 heeft de officier van justitie, mr. R. Leuven, betoogd dat het tenlastegelegde bewezen kon worden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.L. L’Homme, vrijspraak heeft bepleit wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte een bijdrage van voldoende gewicht heeft geleverd aan de beroving. De rechtbank concludeert dat de verdachte wel aanwezig was bij de diefstal, maar niet kan worden aangemerkt als medepleger. De bloedsporen van de aangever die op de handen van de verdachte zijn aangetroffen, zijn niet voldoende om zijn betrokkenheid bij de beroving te bewijzen. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit en de voorlopige hechtenis opgeheven.
Daarnaast heeft de rechtbank de vorderingen tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke veroordelingen afgewezen, omdat de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft ook gelast dat een in beslag genomen voorwerp, een stuk papier met identiteitsgegevens van een onbekend gebleven persoon, wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende.