Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.De feiten
De lijndiensten van Lovers en Canalbus krijgen ieder een halteplaats, direct aan de westzijde van de westelijke voetgangersroute. Daarbij worden twee diagonale steigers gerealiseerd om te voorkomen dat de uitstapsteiger van Kooij niet meer bereikbaar is. (…)
De huidige openbare steiger wordt niet vervangen. Binnenkort gaat een afmeerverbod van kracht.
(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
exclusievegebruik van een afvaartlocatie - dat door Lovers zou zijn aanvaard. Weliswaar volgt uit de plannen van de Gemeente een beoogde eindsituatie van de Middenkom, en dat het de bedoeling was om Lovers in de Middenkom te laten terugkeren, maar niet gebleken is dat de Gemeente concrete toezeggingen heeft gedaan over de eindsituatie, laat staan over het exclusieve gebruik van een afvaartlocatie. Het overleg was nu juist bedoeld om tot een invulling van de plannen te komen. Uit de verklaring van de heer [naam 4] (zie onder 2.9) blijkt dat nog geen overeenstemming was bereikt en het niet tot afspraken is gekomen omdat de gemeente eind 2012 besloot een nieuw beleid ten opzichte van de rondvaart te gaan ontwikkelen.
Ook uit de onder 2.10 aangehaalde notulen blijkt dat er geen afspraken zijn gemaakt en dat het overleg werd afgebroken. Uit niets blijkt dat op het moment dat het overleg door de Gemeente is stopgezet tussen de gemeente Lovers en de andere betrokkenen overeenstemming was bereikt over relevante aspecten, zoals de hoogte van de financiële vergoedingen en de toedeling van de steigers. Van een overeenkomst ten aanzien het exclusieve gebruik van een afvaartlocatie in de Middenkom was dan ook geen sprake.
exclusiefdoor haar werd gebruikt en mocht worden gebruikt. Uit de onder 2.10 weergegeven notulen van het overleg tussen de Gemeente en reders van 21 november 2012 volgt dat de steiger waarvan Lovers gebruik maakte een openbare steiger betreft, en dat deze niet alleen door Lovers werd gebruikt, maar ook door ‘salonboten etc.’. Dit beeld wordt bevestigd door een plattegrond van de Middenkom tot 2002 (conclusie van antwoord, p. 7) waarin de steiger waarvan Lovers gebruik maakte, anders dan de andere steigers, ook expliciet wordt aangeduid als ‘openbare steiger’. Ook in de brief van 25 november 2002 wordt alleen specifiek ten aanzien van de door Lovers gebruikte steiger gesproken van de ‘huidige openbare steiger’. Gelet hierop heeft Lovers onvoldoende onderbouwd dat zij de steiger wél exclusief gebruikte.
5.De beslissing
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Lovers niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,