Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidMV Audiovisueel B.V.,
[verzoeker],
1.1. De procedure
- de e-mail van mr. C.L. de Rijke, de griffier van de rechter, van 30 januari 2023;
- het door de advocaat van verzoekers bij e-mail van 31 januari 2023 ingediende wrakingsverzoek;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 9 februari 2023 op het verzoek tot wraking;
- de e-mail van 13 februari 2023 van mr. V. Jurgens;
- de pleitnota van mr. Besters ten behoeve van de zitting van de wrakingkamer van 16 februari 2023.
De beslissing is bepaald op 24 februari 2023.
2.De feiten
“
Naar aanleiding van de processtukken, zou de behandelend rechter graag op voorhand, in een korte reactie op deze e-mail, antwoord krijgen op de volgende vragen.(…)Aan partij Funding Circle Nederland B.V.:● Zowel in de geldleningsovereenkomst als in de akte van borgtocht staat dat Funding Circle handelt namens één of meerdere (niet nader aangeduide) Investeerders. Funding Circle Nederland B.V. vordert in deze procedure nakoming van de overeenkomst. Hoe moet de rechtbank dat zien? Procedeert Funding Circle Nederland B.V. ten behoeve van zichzelf? En zo ja, is de vordering dan gecedeerd? Of procedeert Funding Circle Nederland B.V. ten behoeve van de Investeerders op basis van lastgeving (art 7:414 BW)?(…)”
3.Het verzoek en de gronden daarvan
“Procedeert Funding Circle Nederland B.V. ten behoeve van zichzelf? En zo ja, is de vordering dan gecedeerd? Of procedeert Funding Circle Nederland B.V. ten behoeve van de Investeerders op basis van lastgeving (art 7:414 BW)?”
Hierin worden mogelijke juridische opties benoemd (cessie of lastgeving), zonder dat de processtukken daartoe enige aanleiding gaven en zonder dat Funding Circle Nederland B.V. hiertoe iets had gesteld of onderbouwd. De rechter heeft Funding Circle Nederland B.V. hiermee geholpen, in die zin dat hij haar juridische handvaten heeft aangeboden. De rechter heeft hiermee de grenzen van zijn lijdelijkheid overschreden. Een rechter mag niet eigenhandig juridische standpunten of opties aandragen die niet door partijen zijn aangevoerd en die een procespartij al dan niet zouden kunnen baten. Met het stellen van de vraag is de rechter als het ware gaan meeprocederen met Funding Circle Nederland B.V. Hierdoor is de schijn van partijdigheid gewekt.
4.De reactie van de rechter
handelend als gevolmachtigde namens één of meerdere Investeerders”. Het partijdebat roept aldus de vraag op naar de rechtsverhouding tussen eiseres en gedaagden en de niet nader aangeduide Investeerders. Dit roept tevens de vraag op in welke hoedanigheid Funding Circle Nederland B.V. nakoming van de geldleningsovereenkomst vordert: voor zichzelf of ten behoeve van een of meer investeerders. Dit geldt temeer nu in artikel 15.2 van de overeenkomst verschillende mogelijkheden staan genoemd. Zo staat daar onder meer dat Funding Circle Nederland B.V. in geval van niet-nakoming juridische procedures namens de Investeerders kan initiëren. Dit kwalificeert als lastgeving (artikel 7:414 BW). Daarnaast staat in artikel 15.2 dat de vordering op de geldnemer ook kan worden gecedeerd aan (onder andere) Funding Circle Nederland B.V. De vragen van de rechter waren erop gericht hierover meer duidelijkheid te verkrijgen. Met het stellen van de vragen zijn de grenzen van de lijdelijkheid niet overschreden. Niet kan worden gezegd dat de vragen volkomen onverwacht waren of dat de vragen zijn gesteld zonder dat de processtukken daartoe aanleiding gaven.
5.De gronden van de beslissing
A.R.P.J. Davids, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 februari 2023.