ECLI:NL:RBAMS:2023:8511
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verschoning in wrakingsprocedure
Op 30 november 2023 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op het verzoek tot verschoning van mr. T.L. Fernig-Rocour, ingediend door een verzoeker. Het verzoek tot wraking werd op 5 december 2023 mondeling behandeld, waarbij mr. A.W.J. Ros als voorzitter optrad. De verzoeker stelde dat er een schijn van vooringenomenheid was ontstaan, omdat de rechter eerder een wrakingsverzoek van dezelfde verzoeker had behandeld en afgewezen. De rechtbank oordeelde dat op basis van artikel 40 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) in een verschoningsprocedure moet worden vastgesteld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank concludeerde dat de betrokkenheid van de rechter bij een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak niet voldoende is om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig kan zijn. De enkele betrokkenheid bij een eerdere zaak levert geen feit of omstandigheid op die de onpartijdigheid van de rechter zou kunnen schaden. De rechtbank wees het verzoek tot verschoning af en bepaalde dat de beslissing aan de betrokken partijen zou worden toegezonden. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.