In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 25 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een verklaring omtrent het gedrag (VOG) beoordeeld. Eiser had op 24 april 2022 een aanvraag ingediend voor een VOG voor de functie van driver bij Quick Taxi B.V. te Amsterdam. De aanvraag werd afgewezen door de minister voor Rechtsbescherming op 17 juni 2022, en het bezwaar van eiser werd bij het bestreden besluit van 27 oktober 2022 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat verweerder de aanvraag voor de VOG terecht heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat verweerder in zijn belangenafweging het objectief vastgestelde risico voor de samenleving zwaarder heeft laten wegen dan het belang van eiser bij het verkrijgen van de VOG. Eiser had in de afgelopen twee jaar relevante justitiële gegevens die een belemmering vormden voor de functie waarvoor hij de VOG aanvroeg. De rechtbank concludeert dat de belangenafweging van verweerder niet evident disproportioneel is en dat de afwijzing van de VOG gerechtvaardigd is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.