ECLI:NL:RBAMS:2023:8503
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanpassing van de vergoeding van de toevoeging en de ontvankelijkheid van de eisers in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 25 oktober 2023, in de zaak AMS 22/5134, is het beroep van eisers tegen de aanpassing van de vergoeding van de toevoeging beoordeeld. Verweerder, het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, had eerder een vergoeding van zes punten toegekend, maar na herziening werd dit aangepast omdat de zitting van 5 maart 2021 niet als inhoudelijk werd beschouwd. De rechtbank oordeelt dat enkel de toegevoegde rechtsbijstandverlener belanghebbende is in deze procedure, waardoor het beroep van eiser niet-ontvankelijk werd verklaard. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, omdat de rechtbank van mening was dat de zitting niet aan te merken was als inhoudelijk, ondanks de argumenten van eiseres dat de persoonlijke omstandigheden van eiser besproken waren. De rechtbank concludeert dat de zittingstoeslag van eiseres voor de zitting van 5 maart 2021 terecht is verwijderd en dat er geen schending van het gelijkheidsbeginsel is, aangezien er geen sprake was van gelijke gevallen. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.