ECLI:NL:RBAMS:2023:8487

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
1328220223
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid officier van justitie in vordering tot behandeling Europees aanhoudingsbevel

Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de onderzoeksrechter bij de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, België. De officier van justitie had op 27 oktober 2023 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. De opgeëiste persoon, geboren in 1953 en thans gedetineerd, was aanwezig op de zitting en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.H.J. Raaijmakers.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat er op 21 november 2023 een vonnis was uitgesproken in de zaak van de opgeëiste persoon, waardoor er geen sprake meer was van strafvervolging. De Subsituut-procureur des Konings bij het Parket van de Procureur des Konings Oost-Vlaanderen had op 18 december 2023 meegedeeld dat het EAB niet langer van kracht was. Gezien deze informatie heeft de officier van justitie ter zitting gevorderd om niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering tot behandeling van het EAB.

De rechtbank heeft deze vordering gehonoreerd en verklaard dat de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Tevens is vastgesteld dat de overleveringsdetentie van de opgeëiste persoon is geëindigd. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Scheijde als voorzitter, bijgestaan door mrs. L. Sanders en A.K. Glerum, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 19 december 2023. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/282202-23
Datum uitspraak: 19 december 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 27 oktober 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 3 mei 2021 door de onderzoeksrechter bij de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, België (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1953,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres], [woonplaats],
thans uit andere hoofde gedetineerd in [detentieadres].
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 19 december 2023, in aanwezigheid van mr. G.M. Kolman, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en telefonisch bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.H.J. Raaijmakers, advocaat in Oisterwijk.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

De Subsituut-procureur des Konings bij het Parket van de Procureur des Konings Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde heeft bij e-mail van 18 december 2023, voor zover hier van belang, het volgende meegedeeld:
“Bij nazicht is gebleken dat de in zaak waarin het EAB lastens [opgeëiste persoon] werd uitgevaardigd door de onderzoeksrechter, ondertussen een vonnis is uitgesproken op 21.11.2023 waardoor er op dit moment geen sprake meer is van strafvervolging. De lopende seining had dus ook moeten gedeactiveerd worden aangezien er op dit moment ook nog geen nieuw EAB strafuitvoering werd uitgevaardigd. Er is op dit moment dus geen actief EAB.”
De officier van justitie heeft naar aanleiding van deze mededeling ter zitting gevorderd dat zij niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering het EAB in behandeling te nemen.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat zij, nu uit de hiervoor weergegeven mededeling blijkt dat het EAB niet langer van kracht is, niet kan worden ontvangen in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.

4.Beslissing

Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
Stelt vast dat de - geschorste - overleveringsdetentie is geëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J. Scheijde, voorzitter,
mrs. L. Sanders en A.K. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. Harland, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 19 december 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.