ECLI:NL:RBAMS:2023:8476

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
13/241422-23 (uitspraak)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel van Roemenië met detentiegarantie

Op 18 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Roemenië op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De zaak werd behandeld in het kader van de Overleveringswet (OLW) en betreft een verzoek tot overlevering dat op 8 augustus 2023 door de Roemeense autoriteiten is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 2004, was gedetineerd in Nederland en had geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de zittingen op 15 november en 12 december 2023 werd de opgeëiste persoon bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver, en een tolk in de Roemeense taal.

De rechtbank heeft in een tussenuitspraak op 29 november 2023 geoordeeld dat aan het vereiste van dubbele strafbaarheid is voldaan. Tevens heeft de rechtbank de Roemeense autoriteiten gevraagd om bevestiging dat de verstrekte detentiegarantie ook geldt voor de tijd die de opgeëiste persoon in voorarrest verblijft. De Roemeense autoriteiten hebben op 5 december 2023 bevestigd dat de garanties ook voor deze periode gelden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en dat er geen reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling van de opgeëiste persoon in de Roemeense detentie-instelling. De rechtbank staat daarom de overlevering toe, zoals verzocht door de Roemeense autoriteiten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/241422-23
Datum uitspraak: 18 december 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 29 september 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 8 augustus 2023 door
the Court of Law in Sibiu, Roemenië door (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 2004,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 15 november 2023
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 15 november 2023, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver, advocaat in Utrecht en een tolk in de Roemeense taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tussenuitspraak 29 november 2023
Op 29 november 2023 heeft de rechtbank bij tussenuitspraak het onderzoek heropend en geschorst om aan de Roemeense autoriteiten te vragen of de verstrekte detentiegarantie ook geldt voor de tijd die de opgeëiste persoon in voorarrest verblijft.
Zitting 12 december 2023
De behandeling van het EAB is – met instemming van de raadsman en de officier van justitie – in gewijzigde samenstelling van de rechtbank hervat op de zitting van 12 december 2023, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver, advocaat in Utrecht en een tolk in de Roemeense taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel:
the criminal conclusion No. 1167 on 19th July 2023 of the Court of Law in Sibiu, irrevocable on 26th July 2023 by the criminal conclusion No.
91/26.07.2023 of The Court in Sibiu,met referentie 8700/306/2023/al. 1 van
the Court of Law in
Sibiu(Roemenië).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Roemeens recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Tussenuitspraak 29 november 2023

De rechtbank heeft bij tussenuitspraak van 29 november 2023 [4] al geoordeeld dat aan het vereiste van dubbele strafbaarheid is voldaan. Ook heeft de rechtbank de inhoud van de detentiegarantie van 18 oktober 2023 in de tussenuitspraak weergegeven. Deze overwegingen worden hier als herhaald en ingevoegd beschouwd.

5.Referte

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

6.Weigeringsgrond van artikel 11 OLW: detentieomstandigheden Roemenië

De rechtbank stelt vast dat de Roemeense autoriteiten op 5 december 2023 hebben bevestigd dat de op 18 oktober 2023 verstrekte garanties ten aanzien van het verblijf van de opgeëiste persoon in de
Penitentiary in Aiudook gelden voor de tijd dat hij zich in deze detentie-instelling in voorarrest bevindt.
Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in de verstrekte garanties. [5] Met de officier van justitie is de rechtbank, gelet op deze toezeggingen van de Roemeense autoriteiten, van oordeel dat voor de opgeëiste persoon in de detentie-instelling waar hij na overlevering naar alle waarschijnlijkheid in voorarrest zal worden gedetineerd, te weten de
Penitentiary in Aiud, geen reëel gevaar bestaat van een onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 Handvest. Het algemene gevaar dat de rechtbank ten aanzien van de detentieomstandigheden in Roemeense penitentiaire inrichtingen heeft aangenomen, wordt door deze garanties ten aanzien van de opgeëiste persoon in deze detentie-instelling weggenomen.

7.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 311 Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Court of Law in Sibiu(Roemenië) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. V.V. Essenburg en A.K. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 18 december 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Rechtbank Amsterdam, 29 november 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:7613.
5.Hof van Justitie van de Europese Unie, 25 juli 2018, zaak ML (C-220/18 PPU, ECLI:EU:C:2018:589), punt 114.