ECLI:NL:RBAMS:2023:8453
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel
Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de advocaat-generaal van het hof van beroep Antwerpen, België. De officier van justitie had op 27 oktober 2023 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat de Belgische autoriteiten voornemens zijn het EAB in te trekken. Dit leidde tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering.
De rechtbank heeft op de zitting van 19 december 2023 vastgesteld dat de opgeëiste persoon, geboren in 1993 en met de Nederlandse nationaliteit, niet aanwezig was, ondanks dat zijn advocaat wel op de hoogte was gesteld van de zitting. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en de inhoud van het EAB beoordeeld. Het EAB was gebaseerd op een arrest van het hof van beroep Antwerpen van 31 oktober 2019, waarin een vrijheidsstraf van drie jaar was opgelegd, waarvan nog 1.095 dagen resteren.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat, hoewel de raadsvrouw van de opgeëiste persoon aanvoerde dat het EAB nog van kracht is en dat haar cliënt de voorkeur geeft aan overlevering naar België, de rechtbank geen ruimte ziet voor deze overlevering. De correspondentie van de uitvaardigende justitiële autoriteit bevestigt dat de overlevering niet langer gewenst is en dat het EAB zal worden ingetrokken. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering en vastgesteld dat de overleveringsdetentie is geëindigd.