Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een verkort vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van mobiele telefoons. De verdachte, geboren in 1993 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd ervan beschuldigd op 7 oktober 2023 in Amsterdam twee iPhones te hebben gestolen van twee slachtoffers. Tijdens de zitting op 7 december 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, gehoord, evenals de verdediging door zijn raadsvrouw, mr. R.J. Jager. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft beide diefstallen bewezen verklaard op basis van de aangiften, camerabeelden, proces-verbaal van de politie en getuigenverklaringen. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat het mogelijk is dat hij de telefoons heeft gestolen, maar zijn verklaring werd als niet geloofwaardig beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de feiten strafbaar zijn en dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn.
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes maanden, maar de rechtbank besloot tot een gevangenisstraf van vijf maanden, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling afgewezen, omdat er al een zitting gepland stond voor overtreding van de bijzondere voorwaarden. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, met mr. G.P.C. Janssen als voorzitter.